Regeling vervallen per 01-10-2013

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

Geldend van 01-11-2007 t/m 30-09-2013

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

Geconsolideerde tekst van de regelingOnderwerp:Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2007.

De raad der gemeente Zederik;

gelezen het voorstel van het college d.d. 14 september 2007;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- encommissieleden;

b e s l u i t :

  • 1.

    in te trekken de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006en de daarbij behorende toelichting;

  • 2.

    vast te stellen de VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- ENCOMMISSIELEDEN 2007 MET BIJBEHORENDE TOELICHTING

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb.244;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 alsbedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • g.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12september1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • h.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • i.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van hetRechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum. 

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijkaan het bedrag voor gemeenteklasse 5, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluitraads- en commissieleden. 

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef enonderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet alsdienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoedinggelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 5, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluitraads- en commissieleden. 

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt devergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dathij in dat jaar raadslid is geweest. 

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijksetermijnen. 

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband metreizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van hetgemeentebestuur vergoed. 

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoedingvan de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaaktenoodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van deRegeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten hetgrondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed. 

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars ensymposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangebodenof verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet doorof namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerdeaanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en eenkostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname vanalgemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. 

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening vanhet raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen terbeschikking. 

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van degemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software alsbedoeld in het eerste lid ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag perjaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode vanmaximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van decomputer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden inbruikleen ter beschikking stelt.

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld,verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschapvoor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van deaanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorendeapparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor deinternetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur 

  • 5. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 

Artikel 9 Kinderopvang

(vervallen). 

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van deWet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordtaangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldendespaarloonregeling. 

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van deWet op loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordtaangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wetop de loonbelasting 1964. 

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van dewettelijke levensloopregeling. 

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enigevergoeding van de gemeente. 

Artikel 10a Fietsregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van deWet op loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordtaangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van deUitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt deraadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor defiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enigevergoeding van de gemeente. 

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslidworden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijkearbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de natoepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van hetuitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoeldevergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding tenlaste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs-en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluitontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschapmeer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die hetraadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedragvan bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagenonafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor diewaarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor dewerkzaamheden over de tijd van de waarneming. 

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding,bedoeld in artikel 3. 

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,00 per jaar. 

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad isgeweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid vanhet aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest 

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijksetermijnen. 

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslidaan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegenszwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die ditraadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van hetbedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a vandeze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd tervervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeftverkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. 

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aanhet bedrag voor gemeenteklasse 5, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluitwethouders. 

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van dewethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositiewethouders. 

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoedingverleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen tenbehoeve van de gemeente gemaakt.De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledigevergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4,onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;

    • d.

      op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethoudergesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geenregeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering vande reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgesteldeVerplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 17 Dienstauto

(vervallen) 

Artikel 18 Verblijfkosten

(vervallen) 

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden dein redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. 

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar eenEuropese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kanaan deze toestemming voorwaarden verbinden. 

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. 2De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars ensymposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangebodenof verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat nietdoor of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe eengemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en eenkostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname vanalgemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder. 

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van hetambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikkinggesteld. 

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van degemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software alsbedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag perjaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode vanmaximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van decomputer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders inbruikleen ter beschikking stelt.

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld,verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor eenperiode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorendeapparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikkingstelt.

  • 4. Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor deinternetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed. 

  • 5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobieletelefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 

  • 4. Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden isgebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten vast. 

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldendespaarloonregeling. 

  • 2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van deWet op de loonbelasting 1964. 

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt vande wettelijke levensloopregeling. 

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enigevergoeding van de gemeente. 

Artikel 23a Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van deUitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldigingdan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met devergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enigevergoeding van de gemeente. 

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft tenlaste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regelingrechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaaldein artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders

Artikel 25 Kinderopvang

(vervallen) 

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haarsubcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieledenis gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgemeenteklasse 2 vastgestelde maximum. 

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissieeen vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewetontvangt. 

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijkehoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels vanoverheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering,tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijkbelang dient.

  • 4. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen,zulks tot ten hoogste X% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, tenaanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheidop het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden isaangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan wordenin een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van dedoor hem te verrichten arbeid.

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheidvan ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonenvan de vergaderingen van de commissie vergoed.De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoedingvan de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaaktenoodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van deRegeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakteverblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeentevergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositiewethouders 

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen vooreen excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemmingvoorwaarden verbinden. 

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeentegeorganiseerd. 

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van degemeente. 

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars ensymposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangebodenof verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat nietdoor of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe eengemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en eenkostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname vanalgemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Artikel 30 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag stelt het college het commissielid ten laste van de gemeente voor deuitoefening van het commissielidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur ensoftware in bruikleen ter beschikking. 

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van degemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software alsbedoeld in het eerste lid ontvangt het commissielid ten laste van de gemeente op aanvraagper jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periodevan maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van decomputer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan commissieleden inbruikleen ter beschikking stelt. 

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software er beschikking is gesteld,verleent het college een commissielid op aanvraag voor de uitoefening van hetcommissielidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een compuer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Daarbij wordt tenhoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuuren software welke het college aan commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4.  aanvraag vergoedt het college het commissielid de aanleg- en abonnementskosten voorde internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. 

  • 5. Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met degemeente. 

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of

  • c.

    een gemeentelijke creditcard

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19, 24 en 27 wordtgebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college isvastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid,onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hemaangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. 

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan plaatsvinden doorrechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voorakkoord ondertekende factuur aan de gemeente 

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier,waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 

  • 3. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuurbinnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hemaangewezen ambtenaar. 

Artikel 34 Gebruik creditcard

(vervallen) 

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006, vastgesteld door deraad in de vergadering van 26 maart 2007, wordt ingetrokken. 

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 november 2007 en werkt voor wat betreft de artikelen 1 toten met 13 en 26 tot en met 30 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 16tot en met 25 ten aanzien van de op 20 maart 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dagvan hun beëdiging. De artikelen 31 tot en met 33 werken voor zover het betreft de leden van deraad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 31 tot en 34 werken voorzover het de op 20 maart 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hunbeëdiging.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- encommissieleden 2007. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Zederik, gehoudenop 29 oktober 2007.De griffier,                                                  De voorzitter,