Regeling vervallen per 01-01-2013

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en rieten daken

Geldend van 29-07-2005 t/m 31-12-2012

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en rieten daken

Geconsolideerde tekst van de regeling 

Onderwerp:Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en rieten daken 2005 

De Raad der gemeente Zederik;

gezien het voorstel van het college van 21 juni 2005gelet op het advies van de commissie Ruimte, Economie en Duurzaamheid d.d. 2 juni2005;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Subsidieverordening gemeentelijkemonumenten en rieten daken 2005 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    gemeentelijk monument: een pand of object dat door het college is aangewezen alsbeschermd monument en uit dien hoofde is opgenomen op de gemeentelijkemonumentenlijst;

  • b.

    rieten dak: een rieten dak behorende bij een pand van voor 1945 geenrijksmonument zijnde;

  • c.

    eigenaar: hieronder wordt mede verstaan de economisch eigenaar, de vereniging vaneigenaren de opstaller, de erfpachter, de gerechtigde tot een appartementsrecht ofdegene die lid is van een coöperatie en die op die grond het uitsluitende gebruik heeftvan een aan de coöperatie toebehorende woning;

  • d.

    restauratie: de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhoudingvan een pand en die het normale onderhoud te boven gaan;

  • e.

    plan: de omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • f.

    onderhoudsplan: een door het college goedgekeurde, omschrijving van de uit tevoeren werkzaamheden ten behoeve van het onderhoud en de termijnen waarbinnenhet onderhoud zal worden uitgevoerd, teneinde het kwaliteitsniveau dat met deuitvoering van een restauratie wordt bereikt te handhaven;

  • g.

    subsidiabele kosten: de kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van eengemeentelijk monumentaal pand, die monumentale waarden bezitten, op sobere endoelmatige wijze te herstellen of te conserveren;

  • h.

    sluitingsperiode: de periode vanaf 1 januari tot 1 maart van het betreffendekalenderjaar waarbinnen de aanvragen bij het college ingediend kunnen worden;

  • i.

    casco: de hoofdstructuur van een pand, bestaande uit:− dragende onderdelen (funderingen, gevels, balkdragende muren, kapconstructies en balklagen);− vloeren en trappen;− binnenafwerkingen (zoals binnenpleisterwerk en gewelven);− buitenafwerkingen (schilderwerk, pleisterwerk en voegwerk);− schoorstenen, dakkapellen, kozijnen, ramen en deuren;− dakbedekkingen, goten en hemelwaterafvoeren;− rookkanalen;

  • j.

    haalbaarheidsonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van eente restaureren pand, dat tevens uitsluitsel geeft over de kosten van deherstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het pand in een goedebouwtechnische staat te brengen;

  • k.

    verlenen of verstrekken van subsidie: het besluit van het college dat een aanspraak opsubsidie verschaft;

  • l.

    vaststellen van de subsidie: het besluit van het college waarbij het bedrag van desubsidie wordt vastgesteld en het college zich verplichten tot betaling.

Artikel 2 Monumentencommissie

  • 1. Het college heeft een gemeentelijke monumentencommissie zoals bedoeld in deMonumentenverordening Gemeente Zederik 2005 aangesteld. 

  • 2. Voordat het college een besluit neemt in het kader van deze verordening wordt degemeentelijke monumentencommissie om een schriftelijk advies gevraagd. 

Artikel 3 Grondslag

  • 1. Op grond van deze verordening kan het college subsidie verlenen voor:

    • a.

      het treffen van voorzieningen aan het casco ten behoeve van de restauratievan hoofdgebouwen van monumenten en bijgebouwen die in de omschrijvingvan het monument zijn opgenomen.

    • b.

      het herstellen en vervangen van rieten daken van gebouwen welke voor 1945zijn gebouwd.

  • 2. De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering vande kosten waarvoor op grond van enige andere regeling subsidie in de kosten vande voorzieningen kan worden verkregen. 

  • 3. De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering vande kosten waarvoor op grond van enige andere regeling subsidie in de kosten vande voorzieningen kan worden verkregen. 

  • 4. De subsidie wordt verleend en vastgesteld als een subsidie ineens. 

  • 5. Om voor de subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten van voorzieningenten minste € 1.000,-- te bedragen 

  • 6. Het college kan, na hierover de monumentencommissie te hebben gehoord, inbijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg afwijken van het advies. 

Artikel 4 Subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de werkelijk gemaakte subsidiabele kostentot een maximaal bedrag van € 3.000,--. 

  • 2. Binnen een periode van 10 jaar kunnen meerdere subsidieaanvragen voor hetzelfdepand worden gehonoreerd. Echter het totaal van de toewijzingen mag het maximalesubsidiebedrag van € 3.000,-- niet overschrijden. 

Artikel 5 Verdeling budget en subsidieplafond

  • 1. Het college neemt jaarlijks, na vaststelling van de begroting door de raad, een besluitten aanzien van het subsidieplafond met betrekking tot het beschikbare budget tenbehoeve van de uitvoering van het in deze verordening bepaalde. 

  • 2. Het college kan te allen tijde de bedragen binnen het vastgestelde budgetaanpassen, hiervan zal melding aan de raad gedaan worden. 

Artikel 6 Aanvraag- en beschikkingsprocedure

  • 1. De eigenaar kan een subsidieaanvraag indienen bij het college. 

  • 2. De aanvraag, zoals bedoeld in het eerste lid, dient te worden ingediend middels eendaartoe beschikbaar te stellen formulier en dient vergezeld te gaan door een offerte. 

  • 3. Eventueel kan om een plan en een onderhoudsplan gevraagd worden. 

  • 4. De aanvraag dient voor 1 maart per betreffend kalenderjaar te worden ingediend. 

  • 5. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het tweede lid stelt het college deaanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de ontbrekende gegevens aante leveren 

  • 6. Het college geeft een beschikking binnen 12 weken na de sluitingsperiode metinachtneming van het derde lid. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeelgegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen,mits zij de aanvrager daarvan binnen de termijn van 12 weken in kennis stellen. 

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert de subsidie indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de cultuurhistorischewaarde niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het tebereiken resultaat;

    • c.

      aan de voorzieningen is begonnen alvorens de beschikking is verleend;

    • d.

      voor het betreffende pand binnen een periode van 10 jaar reeds eerder eensubsidievergunning is verleend waarbij de maximale subsidie van € 3.000,-- isoverschreden;

    • e.

      voor de te treffen voorzieningen een bouw- en/of een monumentenvergunning isvereist en deze niet is verleend;

    • f.

      indien de aanvraag niet binnen de sluitingsperiode van het betreffendekalenderjaar is ingediend;

    • g.

      indien het jaarlijkse gemeentelijke budget niet voldoende is;

    • h.

      indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2, zesde lid

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in het eerste lid,onder c en d. 

Artikel 8 Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de aanvang van de restauratie of het herstellen van het rieten dak ten minste eenweek van tevoren wordt gemeld bij het college;

    • b.

      met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 1 jaar na dedatum van het besluit tot verlening van de subsidie;

    • c.

      een eventueel haalbaarheidsonderzoek is voorgelegd;

    • d.

      aan de door het college met controle belaste personen inzage wordt verleend inde op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende gegevens

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid enin het belang van het monumenten aanvullende voorschriften verbinden aan hetverlenen van subsidie 

Artikel 9 Gereedmelding en vaststelling subsidie

  • 1. Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld,gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overlegd van de getroffen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerdevoorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten;

    • c.

      een overzicht is overlegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk;

  • 2. De definitieve hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van detoegewezen beschikking en de werkelijke kosten met dien verstande dat deze hetbedrag van de beschikking niet kunnen overschrijden. 

  • 3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het vastgestelde subsidiebedragin het belang van het monument. 

Artikel 10 Uitbetaling van de subsidie

De subsidie wordt uitbetaald binnen vier weken na vaststelling van de gereedmelding. 

Artikel 11 Intrekking van subsidie

De subsidie kan worden ingetrokken indien niet aan de gestelde voorwaarden uit dezeverordening wordt voldaan of indien tussentijds van deze voorwaarden wordt afgeweken.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijnbelast de bij besluit van het college aangewezen personen 

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. Bij besluit van 13 december 2004 is de Subsidieverordening Stad- enDorpsvernieuwing Zederik 1992 ingetrokken. 

  • 2. De op grond van de in het eerste lid bedoelde verordening geregistreerdegemeentelijke monumenten worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijnovereenkomstig de bepalingen van deze verordening. 

  • 3. In afwijking van artikel 6 vierde lid, geldt voor het jaar 2005 dat een aanvraag voor 1oktober kan worden ingediend. 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van debekendmaking. 

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening gemeentelijkemonumenten en rieten daken. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbarevergade- ring van de raad van degemeente Zederik, gehouden op 4 juli2005.De griffier,                                      voorzitter,