Regeling vervallen per 01-01-2021

Monumentencommissie verordening

Geldend van 22-04-2005 t/m 31-12-2020

Intitulé

Monumentencommissie verordening

GEMEENTE ZEDERIKOnderwerp:

  • a.

    vaststelling van de Monumentenverordening 2005;

  • b.

    het voor kennisgeving aannemen van de Verordening op de Monumentencommissie.

De Raad der gemeente Zederik;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 maart 2005;gelezen op het advies van de commissie Ruimte, Economie en Duurzaamheid d.d. 16 maart 2005;

besluit:

  • 1.

    De Monumentenverordening 2005 van de gemeente Zederik vast te stellen,

  • 2.

    De Monumentenverordening gemeente Zederik 1994 in te trekken,

  • 3.

    De vastgestelde verordening publiceren en in afschrift sturen aan;- de Provincie Zuid-Holland,- het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,- het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,- de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik,gehouden op 4 april 2005.De griffier, De voorzitterHet college van de gemeente Zederik,gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;besluit vast te stellen de volgende verordening:Verordening op de Monumentencommissie 2005

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:- commissie: monumentencommissie;- lid: lid van de monumentencommissie;- voorzitter: voorzitter van de monumentencommissie;- vergadering: vergadering van de monumentencommissie.

Artikel 2 Instelling

De monumentencommissie wordt ter uitvoering van de Monumentenverordening 2005 door het college ingesteld.

Artikel 3 Taak

  • 1. De commissie heeft tot taak het college desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over zaken welke op rijks- en gemeentelijke monumenten, of beschermde stads- en dorpsgezichten betrekking hebben alsmede ten aanzien van andere onderwerpen aangaande de ruimtelijke ordening in de ruimste zin.

  • 2. Het college vraagt de commissie in ieder geval advies in de gevallen, genoemd in de monumentenverordening alsmede voordat het college instemt met een onderwerp of wijziging van een bestemmingsplan, stadsvernieuwingsplan en een leefmilieuverordening.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit vijf leden die ter zake van de onderwerpen waarin de monumentenzorg voorziet deskundig worden geacht op ten minste de volgende terreinen: bouwkundige kennis van restauraties, kennis op stedenbouwkundig gebied, kennis van kunsthistorie, kennis van architectuur(historie) waaronder landschapsarchitectuur, kennis van lokale (bouw)historie en kennis op juridisch gebied en is als volgt samengesteld:

    • a.

      voorzitter;

    • b.

      vier leden,.

  • 2. Na en sollicitatieprocedure worden kandidaten op voordracht van een commissie bestaande uit 2 commissieleden, secretaris en de gemeentesecretaris voorgelegd aan het college.

  • 3. Niet tot lid van de commissie kunnen worden benoemd:

    • a.

      zij die in dienst zijn van of ondergeschikt zijn aan het gemeentebestuur;

    • b.

      leden van het college alsmede leden van de raad.

  • 4. De leden zitten op persoonlijke titel in de commissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.

  • 2. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening.

Artikel 6 Secretaris

De commissie wordt bijgestaan door een medewerker van de gemeente Zederik, in het bijzonder belast met de monumentenzorg, die als secretaris aan de commissie wordt toegevoegd.

Artikel 7 Zittingsduur en vacatures

  • 1. Bij toerbeurt treden om de vier jaar twee leden af. Bij de benoeming van de leden wordt de volgorde van aftreden vastgelegd.

  • 2. De leden zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.

  • 3. Een commissielid dat ter opvulling van een - anders dan tengevolge van een periodiek aftreding - vacature wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens naam hij is benoemd moest aftreden.

  • 4. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 5. Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien, tenzij dringende redenen dit onmogelijk maken.

  • 6. Het lidmaatschap van de commissie eindigt bij het niet langer bekleden van de functie op grond waarvan de benoeming heeft plaats gevonden.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert, indien de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering conform het jaarlijkse vergaderschema. Indien ten minste twee leden zijn verhinderd, dient dit schriftelijk met opgaaf van redenen twee weken voor de vergadering bij de secretaris te worden bekend gemaakt.

  • 3. De voorzitter bepaalt in overleg met de secretaris de plaats, datum en aanvang van de vergadering.

  • 4. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, wordt ten minste een week tevoren schriftelijk aan de leden kennis gegeven van de belegde vergadering en zoveel mogelijk van de te behandelen onderwerpen.

  • 5. Elk lid van de commissie heeft het recht onderwerpen ter behandeling in de vergadering aan de orde te stellen.

Artikel 9 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Plaats, datum en aanvang van de openbare vergaderingen worden op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

  • 2. Belangstellenden kunnen geen deel hebben aan de discussie in de commissie, tenzij de voorzitter anders beslist. Belangstellenden kunnen voor aanvang van de vergadering aan de voorzitter spreektijd vragen. Een dergelijk verzoek wordt, zwaarwegende redenen uitgezonderd, altijd gehonoreerd. Een weigering tot het verlenen van spreektijd wordt, onder vermelding van redenen, in de notulen aangetekend.

  • 3. De commissie neemt zijn beslissingen zonder publiek met gesloten deuren. Het ter zake bepaalde in  de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassingen.

Artikel 10 Nader afvies

Als de commissie voor de advisering over een bepaalde zaak aanvullende niet-ambtelijke deskundigheid behoeft, kan zij het college gemotiveerd verzoeken deskundigen op te roepen om de commissie bij te staan en zonodig daartoe de vergadering bij te wonen gedurende een door het college bepalen aantal uren.

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1. De vergadering wordt uitsluitend gehouden indien, behalve de voorzitter, ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden, aanwezig is.

  • 2. Een commissielid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen doet daarvan uiterlijk 24 uren van tevoren mededeling aan de secretaris.

  • 3. Wanneer in het eerste lid genoemde vereiste aantal leden niet aanwezig is en tot besluitvorming moet worden gekomen, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering.

  • 4. In zaken waarbij spoedeisend of van rechtswege een advies van de commissie wordt vereist treedt de ambtenaar monumenten na overleg met de voorzitter of diens plaatsvervanger op namens de commissie. Met dien verstande dat op de eerst daarop volgende vergadering van de commissie deze wordt geïnformeerd.

  • 5. Alle besluiten worden bij meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde commissieleden genomen.

  • 6. Indien bij het nemen van enig besluit door geen van de commissieleden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 7. Indien bij het nemen van enig besluit de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 8. Indien besluiten genomen dienen te worden over zaken die de commissieleden zelf, hun echtgenoten/partner, hun bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad aangaan, of ten aanzien waarvan zij als gemachtigden optreden of zakelijk zijn betrokken dan onthouden zij zich van stemming.

  • 9. De adviezen, die door de commissie aan het college worden gegeven, worden met inbegrip van minderheidsstandpunten opgenomen in het verslag van de vergadering van de commissie, tenzij de aard of de belangrijkheid van het onderwerp een afzonderlijk advies noddzakelijk maken. In dat geval wordt het advies ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 10. De leden van de commissie zijn gehouden geheimhouding te betrachten omtrent het verhandelde in besloten vergaderingen, tenzij de commissie besluit de geheimhouding op te heffen.

Artikel 12 Afschrift collegebesluit

De besluiten, de naar aanleiding van de adviezen van de commissie door het college zijn genomen, worden zo spoedig mogelijk aan de commissie meegedeeld.

Artikel 13 Gemeentelijk monumentenbeleid

De commissie wisselt ten minste eenmaal per jaar van gedachten over het gemeentelijk monumentenbeleid.

Artikel 14 Werkregeling

De commissie is bevoegd, omtrent punten, waarin deze bepalingen niet voorzien, een werkregeling vast  te stellen, die met eventuele wijzigingen en aanvullingen, door het college moet worden goedgekeurd.

Artikel 15 Presentiegelden

  • 1. De leden van de commissie, uitgezonderd de ambtelijke leden, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen, alsmede voor de in dat verband gemaakt reiskosten, een vergoeding.

  • 2. Als richtlijn voor de in het eerste lid bedoelde presentiegeld wordt de in de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken opgenomen richtlijn voor de gemeentelijke commissies gehanteerd.

Artikel 16 Inwerktreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking van de verordening op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Monumentenverordening 2005".

Ondertekening

Aldus besloten op 1 maart 2005,De secretaris, De burgemeester,