Regeling vervallen per 01-01-2014

Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2013

Geldend van 01-05-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2013

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • -

    overwegende dat het Rijk heeft besloten voor risicovolle bedrijven gespecialiseerde regionale uitvoeringsdiensten in te richten voor het uitvoeren van VTH-taken bij de BRZO- en RIE 4-bedrijven;

  • -

    dat voor de Zeeuwse BRZO- en RIE 4-bedrijven de DCMR Milieudienst Rijnmond is aangewezen als gespecialiseerde uitvoeringsdienst voor het ­uitvoeren van VTH-taken;

  • -

    dat het wenselijk is een aantal bevoegdheden voor de uitvoering van ­genoemde VTH-taken te mandateren aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond;

  • -

    gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht

besluiten vast te stellen het navolgende:

Artikelen

Artikel 1 Mandaat en ondermandaat

  • 1.

    Aan de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond wordt mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst, op voorwaarde dat het dagelijks bestuur van de DCMR daarmee instemt.

  • 2.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan het hem verleende mandaat eenmaal ondermandateren aan leidinggevenden die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, tenzij dat ten aanzien van een concreet mandaat in de ­mandaatlijst uitdrukkelijk is uitgesloten.

  • 3.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond is verplicht om het ondermandaat dat hij verleent aan zijn leidinggevenden aan te tekenen op een door hem gewaarmerkte ondermandaatlijst.

Artikel 2 Doormandatering aan leidinggevenden provincie Zeeland

  • 1.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan de hem bij dit besluit verleende mandaten doormandateren aan het afdelingshoofd van de afdeling Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland ter zake van bevoegdheden die ­samenhangen met vergunningverlening, en aan de werkveldmanager Uitvoering van de provincie Zeeland ter zake van bevoegdheden die samenhangen met toezicht en handhaving.

  • 2.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan tevens bevoegdheden doormandateren, voor zover deze van procedurele-, uitvoerende en/of informatieve aard zijn, aan de clustercoördinatoren van de afdeling Tijdelijke RUD.

  • 3.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond is verplicht om het mandaat dat hij verleent aan de leidinggevenden van provincie Zeeland aan te tekenen op een door hem gewaarmerkte mandaatlijst.

Artikel 3 Werkingsgebied

  • 1.

    Het mandaat heeft uitsluitend betrekking op taken, genoemd in de mandaatlijst behorende bij dit besluit, op het gebied van het omgevingsrecht (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de in artikel 5.1 van deze wet genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht) ten aanzien van de BRZO- en RIE 4-inrichtingen binnen het geografische gebied van de provincie Zeeland.

  • 2.

    Dit mandaatbesluit omvat tevens een machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond en door hem gemandateerden nemen bij de aan hen in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van gedeputeerde staten in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond en door hem gemandateerden betrekken bij de uitoefening van de aan hen opgedragen bevoegdheden de relevante door provinciale staten vastgestelde kaders alsmede het door gedeputeerde staten vastgestelde beleid.

  • 3.

    De provincie Zeeland zorgt ervoor dat de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond zorgt ervoor dat de door hem gemandateerden tevens kunnen beschikken over deze informatie.

  • 4.

    De provincie Zeeland treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidwijzigingen in overleg met de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de DCMR Milieudienst Rijnmond uitvoert.

  • 5.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond treedt in overleg met de provincie Zeeland indien hij het noodzakelijk acht af te wijken van de in het eerste lid bedoelde kaders of beleid.

  • 6.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond informeert gedeputeerde staten indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de provincie Zeeland aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met de provincie Zeeland alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 5 Ondertekening

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens dit mandaatbesluit wordt bij de ondertekening aangegeven dat het besluit namens gedeputeerde staten van Zeeland is genomen. Tevens wordt de naam en functie van de ondertekenaar weergegeven.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2013.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2013"

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 23 april 2013
Gedeputeerde staten voornoemd,
drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 26 april 2013
de secretaris,
A.W. Smit

Mandaatlijst Brzo/IPPC voor DCMR Milieudienst Rijnmond 2013

157_bijlage-1.pdf