Regeling vervallen per 01-01-2011

Algemene beleidsregels subsidiecriteria C-culture

Geldend van 22-09-2006 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2006

Intitulé

Algemene beleidsregels subsidiecriteria C-culture

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 21 december 2005, houdende vaststelling Subsidiecriteria C-culture (Provinciaal Blad nr. 21 van 2005), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 augustus 2006 (Provinciaal Blad nr. 24 van 2006).

Algemene bepalingen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet voldaan worden aan een aantal regels. Deze regels zijn aanvullend op de geldende door Provinciale Staten van Zeeland vastgestelde algemene subsidieverordening.

  • 1.

    Gedeputeerde Staten zullen bij de beoordeling van de aanvraag rekening houden met:

    • a.

      geografische spreiding;

    • b.

      draagvlak bij ten minste de gemeente(n).

  • 2.

    Het vieren van een jubileum of een herdenking komt alleen voor een subsidie in aanmerking indien een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van het betreffende programma waarin wordt aangevraagd;

  • 3.

    Aanschaf van duurzame materialen zoals nieuwe instrumenten, kostuums en apparatuur komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Bij een structurele bedoelde activiteit moet worden aangegeven hoe in de financiering wordt voorzien na het verstrijken van de looptijd van het project.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen bij subsidieverzoeken die een soortgelijke activiteit of soortgelijk project betreffen, samenwerking van de organisaties of samenvoeging van de activiteiten als voorwaarde voor subsidiëring stellen.

  • 6.

    Een activiteit komt slechts in aanmerking voor subsidie als deze een bereik heeft dat groter is dan de gemeente waarin de activiteit plaatsvindt en een concrete invulling geeft aan een of meerdere doelstellingen van C-culture.

  • 7.

    De activiteit moet worden uitgevoerd in de provincie Zeeland, tenzij Gedeputeerde Staten van mening zijn dat sprake is van een duidelijk Zeeuws belang.

Aanvullende bepalingen programma's

Programma Stimulering Zeeuwse cultuurproducties

  • 1.

    Subsidieaanvragen moeten worden ingediend:

    • a.

      vóór 1 oktober voor activiteiten die in het volgende jaar plaats vinden;

    • b.

      vóór 1 april voor activiteiten die in lopende jaar plaatsvinden.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de kosten van productie en publiciteit.

  • 3.

    De aanvraag wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Een aantoonbare bijdrage in artistiek, vakinhoudelijk of methodisch-didactisch opzicht met betrekking tot de (verdere) ontwikkelingen en diversiteit van de cultuursector in Zeeland;

    • b.

      De mate van samenwerking tussen amateurs en professionals en/of andere partners, zoals koepelorganisaties.

  • 4.

    Bij orkestbegeleiding stellen de Gedeputeerde Staten de volgende aanvullende criteria:

    • a.

      De gezamenlijke aanvraag dient ten minste twee jaar voorafgaand aan de uitvoering van de activiteit(en) te worden ingediend;

    • b.

      Orkestbegeleiding geschiedt door een bestaand (semi-)professioneel orkest. Een uitzondering wordt gemaakt voor de operettekoren die in beginsel een eigen (semi-) professioneel begeleidingsorkest mogen samenstellen;

    • c.

      Alleen een gezamenlijke aanvraag, waarbij afstemming heeft plaatsgevonden met het Korenplatform, komt in aanmerking voor subsidie;

    • d.

      De aanvragers dienen een bijzonder project uit te voeren. Een project is bijzonder door de keuze van het programma en/of door de aanpak. Prioriteit wordt gegeven aan werken die vernieuwend zijn, onbekend zijn en/of weinig in Zeeland worden uitgevoerd.

Programma Cultuur en school

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de kosten van productie en publiciteit.

  • 2.

    De aanvraag wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het project moet aantoonbaar aansluiten bij het cultuurbeleidsplan van de school en leiden tot verdere inbedding van cultuur in de overige onderwijsactiviteiten;

    • b.

      Het project komt bij voorkeur tot stand in samenwerking en/of afstemming met het betreffende regionaal ondersteuningsinstituut;

    • c.

      Het project is herkenbaar als nieuwe impuls voor de cultuureducatie in Zeeland. Dit blijkt uit de aansluiting op bestaande initiatieven of uit de vernieuwing van inhoud, opzet en/of samenwerkingsvorm;

Programma Cultuur en school

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de kosten van productie en publiciteit.

  • 2.

    De aanvraag wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het project moet aantoonbaar aansluiten bij het cultuurbeleidsplan van de school en leiden tot verdere inbedding van cultuur in de overige onderwijsactiviteiten;

    • b.

      Het project komt bij voorkeur tot stand in samenwerking en/of afstemming met het betreffende regionaal ondersteuningsinstituut;

    • c.

      Het project is herkenbaar als nieuwe impuls voor de cultuureducatie in Zeeland. Dit blijkt uit de aansluiting op bestaande initiatieven of uit de vernieuwing van inhoud, opzet en/of samenwerkingsvorm;

Programma Jeugd en cultuur

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de kosten van productie en publiciteit.

  • 2.

    Bij projecten van jongeren tussen de 12 en 25 jaar stellen Gedeputeerde Staten de volgende aanvullende criteria:

    • a.

      Het project is zelf (of samen met anderen) bedacht en wordt zelf of samen met andere organisaties en verenigingen uitgevoerd;

    • b.

      Alleen doe-activiteiten komen in aanmerking voor subsidie.

    • c.

      De mate waarin professionele ondersteuning en/of begeleiding plaatsvindt.

Programma Erfgoed toegankelijk

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de kosten van productie en publiciteit tot een maximum van ? 30.000.

  • 2.

    De aanvraag wordt getoetst aan de mate waarin met organisaties op de beleidsterreinen economie of toerisme of ruimtelijke ontwikkeling. wordt samengewerkt.

Programma Versterken cultureel ondernemerschap

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen subsidie tot maximaal 50% in de productie-, promotie- en cursuskosten.

  • 2.

    De aanvraag wordt getoetst aan de mate waarin sprake is van overdraagbaarheid van kennis, werkwijze en resultaat van de activiteit.

Slotbepalingen

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Subsidiecriteria C-culture’.

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de derde dag na hun publicatie in het Provinciaal Blad en werken terug tot 1 juli 2006.

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 15 augustus 2006
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. W.T. VAN GELDER, voorzitter.
mr. drs. L.J.M. VERDULT, secretaris.
Uitgegeven, 19 september
De secretaris,
mr. drs. L.J.M. VERDULT