Regeling gehandicaptenparkeervoorzieningen

Geldend van 11-11-2008 t/m heden

Intitulé

Regeling gehandicaptenparkeervoorzieningen

?Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van afdeling Publieksservice d.d. 20 oktober 2008;

Besluiten

vast te stellen de Regeling gehandicaptenparkeervoorzieningen.

Onder parkeervoorzieningen worden in dit kader verstaan gehandicapten-parkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen.

Gehandicaptenparkeerkaarten

De wettelijke regels over het verstrekken en het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaarten zijn opgenomen in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, het Reglement verkeersregelen en verkeerstekens 1990 en Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

Een gehandicaptenparkeerkaart is een toestemming om op een algemene gehandicaptenparkeerplaats te mogen parkeren en onder bepaalde voorwaarden ook te parkeren op plaatsen waar een parkeerverbod geldt.

Sinds 1 oktober 2001 wordt binnen de gehele Europese Gemeenschap gebruik gemaakt van een en dezelfde parkeerkaart voor mensen met een handicap.

Een parkeerkaart wordt verstrekt in één van de landen van de gemeenschap en kan dus in de gehele Europese Gemeenschap worden gebruikt, hoewel de regels voor toepassing per land kunnen verschillen. Deze regeling is bedoeld om het vrije verkeer van mensen met een handicap te bevorderen.

Er zijn drie soorten kaarten:

  • 1.

    een bestuurderskaart (B) Het hebben van een rijbewijs is hierbij een voorwaarde;

  • 2.

    een passagierskaart (P);

  • 3.

    een instellingskaart (I).

De bestuurders- en passagierskaart kunnen ook in combinatie worden uitgegeven.

De gehandicaptenparkeerkaart heeft een maximale geldigheidsduur van 5 jaar en wordt ten minste afgegeven voor 3 maanden. Kaarten worden op naam gezet en moet voorzien worden van een pasfoto en handtekening van de houder.

Een aanvraag gehandicaptenparkeerkaart of -plaats wordt afgegeven binnen 12 weken na aanvraag. Deze termijn kan verlengd worden in uitzonderlijke gevallen, zoals het opvragen van aanvullende medische gegevens.

In artikel 1 van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart wordt bepaald wie voor een gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking komen.

Artikel 1

  • a.

    bestuurder van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen- in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

  • b.

    passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolgen van een aandoening of een gebrek een loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke hulpmiddelen- in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van een bestuurder;

  • c.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;

  • d.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, anders dan bedoeld onder a en b, die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen hebben;

  • e.

    het bestuur van instellingen ten behoeve van het personeel belast met het vervoer van bewoners die voldoen aan de criteria onder b, c of d;

In principe geldt voor de passagierskaart geen leeftijdscriterium. Echter, bij kleine kinderen wordt er vanuit gegaan dat kinderen jonger dan 3 jaar gedragen kunnen worden door de ouders/verzorgers of redelijkerwijs met behulp van een hulpmiddel verplaatst kunnen worden. Bij gebruik van een aangepaste wandelwagen kan in verband met de breedte van dit hulpmiddel eventueel wel een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt.

Een eerste gehandicaptenparkeerkaart wordt niet afgegeven voordat er een geneeskundig onderzoek heeft plaatsgevonden met betrekking tot de handicap van de aanvrager. Dit geneeskundig onderzoek wordt verricht door een door de gemeente aangewezen medisch adviseur. Deze brengt hierover advies uit aan de gemeente.

Bij een chronische beperking kan bij een verlening op basis van het vorige medisch advies beslist worden om de aanvraag te verlengen.

Gehandicaptenparkeerplaatsen

Er bestaan twee soorten gehandicaptenparkeerplaatsen: individuele gehandicaptenparkeerplaatsen bestemd voor één bepaald voertuig en algemene gehandicaptenparkeerplaatsen bestemd voor voertuigen waarmee personen worden vervoerd, die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart.

Individuele gehandicaptenparkeerkaarten (op kenteken)

Er zijn van rijkswege geen nadere regels gesteld over het aanwijzen van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen. Het staat de gemeente dus vrij om zelf te bepalen hoe hiermee om te gaan. In onze gemeente wordt bij dergelijke verzoeken onder andere gekeken naar:

  • -

    het al dan niet beschikken over een gehandicaptenparkeerkaart, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen een bestuurderskaart en een passagierskaart, met een geldigheidsduur van 5 jaar. De urgentie bij een passagierskaart wordt aanzienlijk lager gesteld omdat de chauffeur zijn voertuig kan voorrijden voor het laten in- en uitstappen van zijn passagier met een beperking.

  • -

    de mogelijkheid voor de aanvrager om zelf in een eigen parkeerplaats te voorzien, bijvoorbeeld op eigen terrein.

  • -

    De verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer die wellicht in het geding kunnen zijn;

  • -

    De parkeerdruk in de direct omgeving.

Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen

Dit soort gehandicaptenparkeerplaatsen wordt doorgaans gerealiseerd bij winkelcentra, gemeentehuizen, bibliotheken en andere instellingen.

Ook voor de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen geldt dat er geen nadere regels gesteld zijn.

Aandachtspunten bij het plannen en realiseren van deze algemene gehandicaptenparkeerplaatsen zijn onder andere:

  • -

    Strategische locaties van de parkeerplaatsen, zo dicht mogelijk bij de voorzieningen waarvoor deze parkeerplaatsen zijn bestemd en met zo min mogelijk obstakels (stoepranden, paaltjes, hekjes, hoogteverschillen oversteken e.d) op weg naar deze voorziening.

  • -

    De breedte van de parkeerplaats moet zo ruim zijn dat personen met een beperking direct vanuit hun auto in een rolstoel kunnen stappen en andersom (3,5 m/6 m)

  • -

    De eventuele parkeerapparatuur voor betaald parkeren dient bij voorkeur in de naaste omgeving van de algemene gehandicaptenparkeerplaats te worden geplaatst en goed bereikbaar te zijn.

  • -

    De parkeerapparatuur moet ook vanuit de rolstoel goed te bedienen zijn.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 11 november 2008.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter