Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Zeewolde 2014

Geldend van 18-12-2013 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Zeewolde 2014

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

 

gelet op de betreffende artikelen van de in de gemeente Zeewolde geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

 

Besluit

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Zeewolde 2014.

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Op de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990. Op de artikelen 231, lid 2 onderdelen A en E, op artikel 237 en op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Tevens op de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Zeewolde, op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

  • 2. Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3. De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijk belastingen buiten toepassing.

Artikel 2. Aangifte

  • 1. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen één maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2. Voor aangifte van precariobelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met de in bijlage PB1 bij de uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen opgenomen model.

Artikel 3. Voorlopige aanslag

  • 1. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2. De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan geschiedt op grond van 75 procent van het gemiddelde dat voortvloeit uit gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslagen over elk van de twee voorafgaande jaren, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijziging in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belastingen alsmede met andere wijzingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op 75 procent van dit lagere bedrag.

Artikel 4. Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstig toepassing.

  • 3. In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van € 50,00 niet te boven gaat.

Artikel 5. Termijn waarbinnen een verzoek tot kwijtschelding moet worden ingediend

  • 1. Voor zover in de onderscheiden gemeentelijke belasting verordening kwijtschelding van belasting niet is uitgesloten geldt dat;

    • a.

      het aanvraagformulier volledig ingevuld, ondertekend en voorzien van de benodigde bijlagen, binnen acht weken na dagtekening van de belastingaanslag, wordt ingediend bij de gemeente Zeewolde.

    • b.

      bij overschrijding van de in artikel 6, lid 1 vermelde termijn, het verzoek niet meer in behandeling wordt genomen.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2008” van 23 september 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als " Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2014".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 24 september 2013.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter

Bijlage PB1 behorende bij de 'Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Zeewolde 2014".

Aangiftebiljet precariobelasting

Belastingjaar :

Datum uitreiking :

Indienen vóór :

Ondergetekende:

Naam :

Adres :

Postcode, plaats :

Adres van het onderkomen:

Adres :

Postcode, plaats :

Heeft voorwerpen ter beschikking onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond te weten:

kabels, leidingen, watergangen tot

een totale lengte van:

strekkende meter

opslagtanks, tanks of verdeelkasten tot een totale oppervlakte van:

vierkante meter*

* de oppervlakte zoals deze conform in artikel 6 lid 2 van de verordening precariobelasting wordt berekend.

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)

(datum)

(handtekening)