Regeling vervallen per 01-07-2018

Overig besluit van algemene strekking van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende arbeidsvoorwaarden Regeling Generatiepact gemeente Zeewolde

Geldend van 19-07-2016 t/m 30-06-2018

Intitulé

Regeling Generatiepact gemeente Zeewolde

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van het team HRM d.d. 15 februari 2016;

gelezen het advies van het LOGA (circulaire uitwerking COA akkoord 2013-2015 ECWGO/U20141849 Lbr: 14/068CvA/LOGA 14/03) aan de gemeenten om de mogelijkheden van een generatiepact te benutten;

gezien de onderstaande overwegingen;

gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 12 mei 2016;

gelet op de bepalingen van de CAR-UWO;

overwegen:

  • a.

    de doelstelling van het generatiepact te onderschrijven met de intentie om de formatiereductie te benutten voor he aantrekken van medewerkers tot en met 25 jaar en

  • b.

    over te gaan tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeewolde:

Besluiten

vast te stellen de Regeling Generatiepact gemeente Zeewolde.

artikel 1. Wie kan hiervan gebruik maken

  • 1. De medewerker van 60 jaar en ouder kan vanaf 1 juli 2016 gebruik maken van deze regeling. Een daartoe strekkend verzoek wordt gehonoreerd tenzij zwaarwegende belangen van de dienst zich daartegen verzetten of ingeval er al andere, individuele, afspraken zijn gemaakt.

  • 2. De medewerker die de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan geen gebruik maken van deze regeling.

artikel 2. Eenmalige keuze

Een eenmaal toegekend verzoek bindt zowel de werkgever als de medewerker en maakt deelname onherroepelijk. Alleen wanneer beide partijen hiermee instemmen kan het besluit worden ingetrokken.

artikel 3. Arbeidstijd

Het gebruik maken van de regeling Generatiepact houdt in dat de medewerker vanaf de datum waarop het naar aanleiding van zijn verzoek genomen besluit in gaat een naar voorkeur aan te geven aantal werkuren per week, zonder dat de omvang van de aanstelling wordt aangepast.

  • 1.

    Er wordt buitengewoon verlof verleend voor het aantal aanstellingsuren dat de medewerker minder gaat werken. Het buitengewoon verlof betreft minimaal 7,2 (20% van een voltijdsaanstelling) en maximaal 10,8 uur (30% van een voltijdsaanstelling).

  • 2.

    De resterende aanstellingsomvang dient tenminste 18 uur per week te bedragen (50% van een voltijdsaanstelling).

  • 3.

    De feitelijke arbeidsduur dient ten minste 18 uur te bedragen, met uitzondering van regulier verlof. Dit impliceert dat eventuele verlofstuwmeren of levenslooptegoeden vooraf opgenomen moeten zijn als het opnemen van hiervan tot gevolg heeft dat de feitelijke arbeidsduur minder wordt dan 18 uur per week.

artikel 4. Salaris en toelagen

  • 1. Aan de medewerker die gebruik maakt van het generatiepact wordt 3,6 uur salaris aangevuld (10% aanvulling op basis van de voltijdfactor) op de teruggebrachte arbeidsomvang. Deze aanvulling is pensioengevend.

  • 2. Toelagen die gebonden zijn aan de arbeidstijd zullen worden teruggebracht tot de werkelijke arbeidsomvang.

artikel 5. Pensioenopbouw

  • 1. De pensioenpremie wordt berekend over het salaris inclusief de salarisaanvulling van 10%.

  • 2. De medewerker bouwt gedurende de periode dat hij gebruik maakt van het generatiepact over 100% van zijn oorspronkelijke salaris pensioen op waarbij de werkgever 100% blijft afdragen.

  • 3. Het gestelde van lid 1 en lid 2 van dit artikel komt te vervallen vanaf het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd.

  • 4. Er mag geen sprake zijn van een cumulatie van pensioenopbouw elders.

artikel 6. Werktijden

De feitelijke werktijden worden vastgesteld in overleg tussen de medewerker en diens leidinggevende. Er mogen geen extra uren worden gewerkt om deze op een later moment te compenseren.

artikel 7. Vakantieverlof

Gedurende de periode waarin betrokkene gebruikt maakt van het generatiepact wordt het vakantieverlof teruggebracht tot de verlofaanspraak op de aangepaste betrekkingsomvang.

artikel 8. Boventalligheid

Wanneer de medewerker die gebruik maakt van de regeling Generatiepact boventallig wordt, wordt er een Van werk naar werk traject gestart voor het (oorspronkelijk) aantal uren dat hij met toepassing van deze regeling feitelijk werkt. In dat geval kan hij ten minste 20% van zijn te werken tijd besteden aan voor sollicitatieactiviteiten en andere inspanningen gericht op het vinden van een nieuwe werkkring.

Wanneer het niet lukt om voor de medewerker een passende of geschikte functie te vinden, kan na afloop van de Van werk naar werk periode ontslag worden verleend op grond van artikel 8:3 van de CAR-UWO. Dit ontslag betreft ontslag uit de oorspronkelijke betrekking (= gelijk aan de aanstelling). Op dat moment ontstaan aanspraken op een WW-uitkering, een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering. De WW-uitkering bedraagt de 70% van het salaris dat betrokkene ontving (voor een voltijder dus: 70% van 70% van het voltijdsalaris). De gemeente zal in een voorkomend geval de werkloosheidsuitkering (WW, bovenwettelijk en nawettelijk) aanvullen tot 70% van het oorspronkelijke salaris (= 70% van het salaris dat behoort bij het aantal uren van de aanstelling).

Artikel 9. Arbeidsongeschiktheid

Wanneer de medewerker die gebruik maakt van het Generatiepact langdurig arbeidsongeschikt wordt wegens ziekte vindt er een vermindering plaats van de bezoldiging op grond van het bepaalde in artikel 7:3 van de CAR-UWO. Hierbij wordt uitgegaan van de oorspronkelijke bezoldiging en geldt dat de bezoldiging van betrokkene stapsgewijs wordt teruggebracht tot 70% van de oorspronkelijke bezoldiging, conform het bepaalde in artikel 7:3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, maar bedraagt deze nooit meer dan het bedrag dat de ambtenaar ontving met toepassing van deze regeling.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen

Het college kan voor zover nodig in afwijking van de bij of krachtens deze regeling gestelde regels beslissen in individuele gevallen, waarin deze regelen naar het oordeel van het college niet of niet naar redelijkheid voorzien.

Artikel 11. Werkingsduur

  • 1. Deze regeling geldt tot 1 juli 2018. Degenen die vóór 1 juli 2018 gebruik maken van deze regeling kunnen dat blijven doen tot het moment waarop zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of tot de datum waarop de aanstelling eerder eindigt.

  • 2. Wanneer op basis van deze regeling buitengewoon verlof als bedoeld onder 2 is verleend bindt dat zowel de werkgever als de werknemer. Alleen wanneer beide partijen hiermee instemmen kan dat besluit worden ingetrokken.

  • 3. Vóór 1 juli 2018 gedane verzoeken om gebruik te maken van de regeling Generatiepact met ingang van een datum gelegen op of na 1 juli 2018 worden niet gehonoreerd, tenzij voor die datum wordt besloten de regeling te verlengen.

  • 4. Partijen hebben de intentie dit generatiepact in de 1e helft van 2018 te evalueren.

  • Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Generatiepact gemeente Zeewolde" en treedt in werking op 1 juli 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 31 mei 2016.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter