Regeling vervallen per 16-10-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent de bedrijveninvesteringszone (Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Zeewolde 2020)

Geldend van 01-01-2021 t/m 15-10-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent de bedrijveninvesteringszone (Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Zeewolde 2020)

De raad van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020;

gehoord de commissie Bestuur, Ruimte en Samenleving d.d. 3 december 2020;

gelet op artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en gelet op de tussen de gemeente Zeewolde en Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde gesloten uitvoeringsovereenkomst;

Besluit

Vast te stellen de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Zeewolde 2020, de daarbij behorende bijlagen en de daarbij behorende toelichting.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • c.

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde op 10 november 2020 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • d.

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3. Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    • a.

      de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

    • c.

      als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende -krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6. Vrijstellingen

  • 1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • b.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

    • c.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • d.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • e.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

    • f.

      belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

    • g.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

    • h.

      de objecten die vermeld staan in de bijlage “vrijgestelde objecten voor de BIZ bijdrage” (bijlage 2) zoals deze zijn opgenomen in de WOZ administratie (qua objectcode als objectbeschrijving).

  • 2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage periode 2021 t/m 2025

  • 1. Het tarief van de BIZ-bijdrage in de periode 2021 t/m 2025 bedraagt bij een WOZ waarde van;

    WOZ waarde klasse

    2021

    2022

    2023

    2024

    2025

    € 50.000 - € 250.000

    € 420

    € 420

    € 430

    € 430

    € 440

    € 250.000 -

    € 500.000

    € 575

    € 575

    € 590

    € 590

    € 605

    € 500.000 -

    € 800.000

    € 735

    € 735

    € 750

    € 750

    € 770

    € 800.000 - en meer

    € 895

    € 895

    € 920

    € 920

    € 945

  • 2. Indien de WOZ-waarde minder dan € 50.000,- bedraagt wordt geen BIZ-bijdrage geheven.

Artikel 8. Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag moet worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11. Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening 2012 niet van toepassing.

Artikel 12. Aanwijzing Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde

Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde wordt aangewezen als de Stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 13. Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten, vastgesteld op € 1000,- voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 14. Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde ook andere doel gebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15. Subsidievaststelling

  • 1. De Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde is verplicht om binnen 5 maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16. Melding van relevante wijzigingen

De Stichting Ondernemersfonds Centrum Zeewolde stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • -

    een wijziging van de statuten,

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Zeewolde 2015 (V180) wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Zeewolde 2020.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 17 december 2020.

de griffier,

L. van Heezik

de voorzitter,

G.J. Gorter

Bijlage 1: Kaart BIZ, maart 2020

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Vrijgestelde objecten voor de BIZ-Bijdrage

Behorend bij artikel 6 lid 1 onder h van de Verordening BI-zone Centrum Zeewolde 2020

Objectcode

Objectomschrijving

3371

Gemeentehuis

3373

Politiebureau

3375

Vml. Brandweerkazerne. *

3376

Wijk/-/buurtcentrum (Meermin)

3141

Vml. Bibliotheek/Gelderseweg 49 *

3451

Kerk

*Bij eventuele toekomstige commerciële functieverandering/gebruik vervalt deze vrijstelling