Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

De raad van de gemeente Zeist gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

gelet op de VNG ledenbrief ECCVA/U200700476 d.d. 29 maart 2007; besluit vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de

    Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr

    AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt.

    56;

  • g.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011,

    Stcrt. 181;

  • h.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • i.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de

    Gemeentewet;

  • j.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de

    Gemeentewet;

  • k.

    Raadspresidium: het orgaan zoals bedoeld in artikel 3c van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Zeist.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum, dat van toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag dat van toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag dat van toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig artikel 5 Reisregeling binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.
    • a.

      Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

    • b.

      De kosten van sub a komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap en voldoende budget beschikbaar is. Het Raadspresidium kan nadere regels stellen voor verdeling van het opleidingsbudget.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag verleent het college een raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 2.

    Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur.

  • 3.

    De tegemoetkoming en vergoeding wordt verstrekt in de vorm van een maandelijkse bijdrage.

  • 4.

    De hoogte van de tegemoetkoming en vergoedingen wordt vermeld op Bijlage 1.

  • 5.

    Het college kan de hoogte van de tegemoetkoming en vergoedingen indexeren.

Artikel 9 Vervallen

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10a Fietsregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.

  • 2.

    Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 3.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1.

    Aan het raadslid wordt een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verstrekt.

  • 2.

    In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3.

    De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2.

    De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor dat van toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig artikel 25, eerste lid van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1.

    Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.

    De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi:

      een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto:

      de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten overeenkomstig artikel 5 Reisregeling binnenland.

  • 2.

    Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 17 Gereserveerd

Artikel 18 Vervallen

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig de van toepassing zijnde artikelen in de Reisregeling buitenland en/of Reisbesluit buitenland.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid; ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.

    Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4.

    Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed in de vorm van een maandelijkse bijdrage.

  • 5.

    De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 7.

    De hoogte van de tegemoetkomingen en vergoeding wordt vermeld op Bijlage 1.

  • 8.

    Het college kan de hoogte van de tegemoetkomingen en vergoeding indexeren.

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1.

    Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4.

    Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Fietsregeling

  • 1.

    De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 25 Vervallen

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde bedrag dat van toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4.

    Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 500% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 2.

    De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bedrag per kilometer dat volgens de fiscale bepalingen onbelast vergoed mag worden. In bijzondere gevallen kan er een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten worden vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 30 Vaste vergoeding

In bijzondere gevallen kan het college aan de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie of en andere commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet een vaste vergoeding van maximaal € 250,00 bruto per geleverde prestatie toekennen.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het declaratieformulier binnen 3 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 3 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 34 Gereserveerd

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regeling

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de artikelen van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 worden de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en de Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008 ingetrokken.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 5 oktober 2010.

De raad voornoemd,

de adjunct griffier, de burgemeester,
H.R.A. Beenen drs. J.J.L.M. Janssen

Bijlage 1: Vergoedingen Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011.

Raadsleden

De tegemoetkoming op grond van artikel 8, eerste lid Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 28,-- bruto per maand.

De vergoeding op grond van artikel 8, tweede lid Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 20,-- bruto per maand.

Wethouders

De tegemoetkoming op grond van artikel 21, eerste lid Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: nihil omdat er een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen wordt verstrekt.

De vergoeding op grond van artikel 21, vierde lid Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 20,-- bruto per maand.

Toelichting bij hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Welke commissies?

Het gaat om commissies, zoals bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet.

Dit zijn de volgende commissies:

  • ·

    commissies, die door de raad zijn ingesteld om de besluitvorming van de raad voor te bereiden en met het college of de burgemeester te overleggen (raadscommissies);

  • ·

    door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissies, die bevoegdheden uitoefenen, die hun door de raad, het college, onderscheidenlijk de burgemeester zijn overgedragen (bestuurscommissies);

  • ·

    andere commissies, die door de raad, het college of de burgemeester zijn ingesteld. Dit kunnen commissies zijn, die adviseren over te nemen besluiten of over klachten.

Naar de stand van zaken per de datum van 01-07-2010 kent de gemeente Zeist de navolgende commissies, waarop de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 van toepassing is:

Naam commissie Afdeling Contactpersoon

Adviescommissie Beeldende Kunst MAZA Marijke Badings

Adviescommissie Milieukwaliteit en Leefomgeving BOR Michiel Beek

Adviescommissie bezwaarschriften Algemeen JuZa Anita Beenen

Bezwarenadviescommissie Personeelsaangelegenheden JuZa Jan Willem van den Berg

Straatnaamcommissie P&D Peter van der Zwan

Monumentencommissie BOR Peter de Wit

WMO Raad MAZA Robert Moorman