Regeling vervallen per 11-11-2010

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Geldend van 10-12-2009 t/m 10-11-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Woudenbergseweg;

b eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: – het doen begraven en begraven houden van lijken; – het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; – het doen verstrooien van as;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot: – het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; – het doen verstrooien van as;

e algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

f urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

g asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

h urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

i verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a de verhoging als bedoeld in onderdeel 2.2 van de tarieventabel, indien dit geschiedt op last van de burgemeester in het belang van de openbare orde of gezondheid;

b het opgraven van een lijk en overblijfselen van een lijk indien dit geschiedt op rechtelijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1, 4.2 en 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de in het betreffende artikel genoemde periode.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalender jaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als in de tarieventabel genoemd zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, of bij

de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van dit recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1De ‘Verordening begraafrechten 2009’ van 11 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4 Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begraafrechten 2010’.

Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafrechten 2010

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1.1 in klasse A, voor een periode van twintig jaar € 8.905,00

1.1.1.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.1.1 met tien jaar € 4.453,00

1.1.2.1 in klasse B, voor een periode van twintig jaar € 4.007,00

1.1.2.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.2.1 met tien jaar € 2.004,00

1.1.3.1 in klasse C, voor een periode van twintig jaar € 2.004,00

1.1.3.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.3.1 met tien jaar € 1.002,00

1.1.4.1 in klasse D, voor een periode van twintig jaar € 1.225,00

1.1.4.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.4.1 met tien jaar €  612,00

1.2 Voor het verlenen van het recht op een graf wordt geheven:

1.2.1 in klasse E, voor een periode van tien jaar €  668,00

1.3 Voor het verlenen van het recht tot en het maken van een grafkelder wordt geheven:

1.3.1 in klasse A, boven het recht bedoeld in 1.1.1.1, per uur €  49,00

1.3.2 in klasse B, boven het recht bedoeld in 1.1.2.1, per uur €  49,00

1.4 Voor het verlenen van het recht tot het bijzetten van een asbus of urn in een:

1.4.1.1 a. urnengraf voor 4 urnen of asbussen voor een periode van twintig jaar €  575,00

  • b.

    muurnis voor 4 urnen of asbussen voor een periode van twintig jaar €  445,00

  • c.

    zuilnis voor 1 urn of asbus voor een periode van 20 jaar €  445,00

  • d.

    taludnis voor 2 urnen of asbussen voor een periode van 20 jaar €  825,00

1.4.1.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.4.1.1 met tien jaar

  • a.

    urnengraf €  223,00

  • b.

    muurnis €  223,00

  • c.

    zuilnis €  223,00

  • d.

    taludnis €  223,00

    • 1.

      5 Indien door het college van burgemeester en wethouders wordt toegestaan,dat wordt afgeweken van de volgorde, zoals die voor de uitgifte van grafruimteis bepaald worden de rechten als bedoeld in 1.1.2.1, 1.1.3.1, 1.1.4.1, of1.2.1 verhoogd met vijftig procent.

    • 1.

      6 Indien directe begraving niet aan de orde is, worden de rechten bedoeld in 1.1.1.1tot en met 1.1.4.1 verhoogd met vijftig procent.

1.7In afwijking van de punten 1.1.1.2, 1.1.2.2, 1.1.3.2 of 1.1.4.2 wordt, indien de periode voor het verlenen van het uitsluitend recht binnen de wettelijke minimumgrafrusttermijn afloopt, geheven per jaar:

1.7.1 in klasse A €  445,00

1.7.2 in klasse B €  200,00

1.7.3 in klasse C €  100,00

1.7.4 in klasse D €  61,00

1.7.5 Het recht wordt verlengd met een zodanige periode dat de als dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1Voor het begraven van een lijk wordt geheven:

2.1.1 in klasse A € 4.541,00

2.1.2 in klasse B € 2.044,00

2.1.3 in klasse C € 1.022,00

2.1.4 in klasse D €  624,00

2.1.5 in klasse E €  341,00

2.2 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 2.1

verhoogd met €  303,00

2.3 Onder buitengewone uren wordt verstaan:

voor 10.00 uur en na 15.00 uur, alsmede op zaterdag na 10.00 uur.

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven in een:

3.1.1 a. urnengraf €  227,00

  • b.

    muurnis €  227,00

  • c.

    zuilnis €  227,00

  • d.

    taludnis €  227,00

3.1.2 in een eigen graf €  227,00

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1.Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwenvan voorwerpen wordt geheven:

4.1.1 voor een gedenkteken of andere voorwerpen op een graf €  74,00

4.1.2 voor een naamplaat voor een urnengraf, muurnis, zuilnis, taludnis €  74,00

  • 4.

    2 Voor het verwijderen en terugplaatsen van een gedenkteken of andere voorwerpenbij bijzetting €  82,00

  • 4.

    3 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven verstrekt na1 januari 2006, daaronder begrepen de op die graven voorkomende gedenktekens wordt geheven, per periode van het grafrecht, zoals genoemd in hoofdstuk 1 van deze tarieventabel:

4.3.1.1 in klasse A, voor een periode van twintig jaar € 2.141,00

4.3.1.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.1.1 met tien jaar € 1.207,00

4.3.2.1 in klasse B voor een periode van twintig jaar €  973,00

4.3.2.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.2.1 met tien jaar €  552,00

4.3.3.1 in klasse C voor een periode van twintig jaar €  495,00

4.3.3.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.3.1 met tien jaar €  284,00

4.3.4.1 in klasse D voor een periode van twintig jaar €  309,00

4.3.4.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.1.4.1 met tien jaar €  180,00

4.3.5 in klasse E voor een periode van tien jaar €  106,00

4.4 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnen daaronderbegrepen de op het urnengraf, muurnis, zuilnis en taludnis voorkomende gedenktekens wordt geheven, per periode van het grafrecht, zoals genoemd in hoofdstuk 1 van deze tarieventabel:

4.4.1.1 voor een periode van twintig jaar €  123,00

4.4.1.2 voor het verlengen van de periode als bedoeld in 1.4.1.1 met tien jaar €  76,00

4.5 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven verstrekt voor1 januari 2006, daaronder begrepen de op die graven voorkomende gedenktekens wordt geheven, per jaar:

4.5.1.1 in klasse A, €  149,00

4.5.1.2 voor elke vierkante meter boven de tien vierkante meter €  11,00

4.5.2 in klasse B €  76,00

4.5.3 in klasse C €  46,00

4.5.4 in klasse D €  35,00

4.5.5 in klasse E €  15,00

4.6 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnen verstrekt voor1 januari 2006, daaronder begrepen de op de urnennis of urnengraf voorkomende gedenktekens wordt geheven, per jaar: €  23,00

4.7 De rechten als bedoeld in 4.5 en 4.6 kunnen worden afgekocht door betaling ineensvan een som, gelijk aan de contante waarde van de rechten over het tijdvak, waarop de afkoop betrekking heeft. Voor de berekening van de bedoeldecontante waarde wordt uitgegaan van een rentevoet van 4,5 % en een inflatiepercentage van 2% per jaar en een betaling op uiterlijk het tijdstip waarop de afkoop ingaat.

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

5.1Voor het schouwen van een stoffelijk overschot, danwel het sluiten en

verzegelen van een kist door een gemeentelijke lijkschouwer worden de

tarieven gehanteerd conform de vastgestelde tarieven voor verrichtingen in

dit kader door de schouwer.

Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt van de kosten melding gemaakt

aan de aanvrager door middel van overlegging van de genoemde vastgestelde tarieven.

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

6.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven of urnengraven, muurnissen, zuilnissen en taludnissen in een daartoe bestemd register wordt geheven: €  17,00

Hoofdstuk 7 Opgraven, verstrooien

  • 7.

    1 Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van een lijk wordt geheven: €  681,00

  • 7.

    2 Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

7.2.1 op het daartoe aangewezen terrein €  66,00

Hoofdstuk 8 Overige heffingen

8.1 Voor het bespelen van het orgel en/of het afspelen van mechanische muziek,wordt geheven €  65,00

  • 8.

    2 Voor het gebruik van de audioinstallatie buiten wordt geheven €  33,00

  • 8.

    3 Voor het gebruik van de koffiekamer langer dan vijfenveertig minutenwordt geheven voor elk volgend halfuur €  47,00

8.3.1 Voor grafrecht gerelateerd gebruik van de koffiekamer per half uur €  47,00

8.4 Voor het gebruik van de aula langer dan vijfenveertig minuten, wordt

geheven voor elk volgend halfuur €  47,00

8.4.1 Voor grafrecht gerelateerd gebruik van de aula per half uur €  47,00

  • 8.

    5 Voor het groen maken van een graf (het vóór de begraving bekledenvan het graf met dennentakken) €  66,00

  • 8.

    6 Voor het verwijderen bij het graf van de aarde afkomstig uit graf, wordt geheven €  209,00

  • 8.

    7 Voor de toepassing van de artikelen 8.3 en 8.4 wordt een gedeelte van een halfuur aangemerkt als een half uur.