Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Geldend van 28-11-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    begraafplaats: de begraafplaats aan de Woudenbergseweg;

  • b

    n.v.t.

  • c

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • d

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • e

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene

  • f

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • g

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • h

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • j

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • k

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l

    n.v.t.

  • m

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • n

    n.v.t.

  • o

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a

    de verhoging als bedoeld in onderdeel 2.4 van de tarieventabel, indien dit geschiedt op last van de burgemeester in het belang van de openbare orde of gezondheid;

  • b

    het opgraven van een lijk en overblijfselen van een lijk indien dit geschiedt op rechtelijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 en 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de in het betreffende artikel genoemde periode.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalender jaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende aanslag of gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De rechten als in de tarieventabel genoemd zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag of schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening begraafrechten 2013’ van 6 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2014’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 oktober 2013.

mr. J. Janssen, griffier drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Verordening Lijkbezorgingsrechten 2014

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) wordt geheven:

1.1.1

in klasse A, voor een periode van 10 jaar

4.858,00

1.1.2

in klasse B, voor een periode van 10 jaar

2.186,00

1.1.3

in klasse C, voor een periode van 10 jaar

1.093,00

1.1.4

in klasse DI, voor een periode van 10 jaar

668,00

1.1.5

in klasse DII, voor een periode van 10 jaar

668,00

1.2

Voor een periode van langer dan 10 jaar, in eenheden van 5 jaar, tot een maximum periode van 100 jaar, wordt geheven:

1.2.1

in klasse A, voor een periode van 5 jaar

2.429,00

1.2.2

in klasse B, voor een periode van 5 jaar

1.093,00

1.2.3

in klasse C, voor een periode van 5 jaar

547,00

1.2.4

in klasse DI, voor een periode van 5 jaar

334,00

1.2.5

in klasse DII, voor een periode van 5 jaar

334,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven:

1.3.1

voor een urnengraf voor 4 urnen of asbussen, voor een periode van 10 jaar

243,00

1.3.2

voor een urnenkeldergraf voor 2 urnen of asbussen, voor een periode van 10 jaar

349,00

1.3.3

voor een urnenkeldergraf incl. opbouw voor 2 urnen of asbussen, voor een periode van 10 jaar

392,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:

1.4.1

voor een muurnis voor 4 urnen of asbussen (oude urnentuin) en voor 2 urnen of asbussen (nieuwe urnentuin), voor een periode van 10 jaar

361,00

1.4.2

voor een zuilnis (oude urnentuin) voor 1 urn of asbus, voor een periode van 10 jaar

361,00

1.4.3

voor een taludnis (oude en nieuwe urnentuin) voor 2 urnen of asbussen, voor een periode van 10 jaar

450,00

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de voorgaande onderdelen 1.1 t/m 1.4 wordt geheven:

1.5.1

voor een periode van 5 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar

1.5.2

voor een periode van 10, 15 of 20 jaar: een recht gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor die periode

1.6

Indien door het college van burgemeester en wethouders wordt toegestaan dat wordt afgeweken van de volgorde zoals die voor de uitgifte van grafruimte is bepaald, worden de rechten als bedoeld in onderdeel 1.1 verhoogd met vijftig procent.

1.7

Indien directe begraving niet aan de orde is, worden de rechten als bedoeld in onderdeel 1.1 verhoogd met vijftig procent.

1.8 Indien zowel artikel 1.6 als 1.7 aan de orde is, worden de rechten als

bedoeld in onderdeel 1.1 slechts eenmaal verhoogd met vijftig procent.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk in een particulier graf wordt geheven:

2.1.1

in klasse A

4.956,00

2.1.2

in klasse B

2.230,00

2.1.3

in klasse C

1.115,00

2.1.4

in klasse DI

681,00

2.1.5

In klasse DII

681,00

2.2

Voor het begraven van een lijk in een algemeen graf wordt geheven:

2.2.1

in klasse E

1.217,00

2.3

Voor het na ruimen van een graf begraven van de overblijfselen van een lijk in een particulier graf wordt geheven:

2.3.1

in klasse A

4.956,00

2.3.2

in klasse B

2.230,00

2.3.3

in klasse C

1.115,00

2.3.4

in klasse DI

681,00

2.3.5

In klasse DII

681,00

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in de onderdelen 2.1 t/m 2.3 verhoogd met:

331,00

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan: ma t/m vr voor 10.00 uur en vanaf 15.00 uur, en zaterdag de hele dag

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

in een urnennis (zie onderdeel 1.4)

248,00

3.1.2

in of op een urnengraf (zie onderdeel 1.3)

248,00

3.1.3

in of op een particulier graf

248,00

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as op het daartoe aangewezen terrein, wordt per asbus geheven:

72,00

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

5.1

Voor het afgeven van een vergunning tot het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld in artikel 16 van de Beheersverordening Gemeentelijke begraafplaats Zeist (2012), wordt geheven:

53,00

5.2

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 21 van de Beheersverordening Gemeentelijke begraafplaats Zeist 2012, wordt geheven:

5.2.1

voor gedenktekens of andere voorwerpen, per gedenkteken of voorwerp

81,00

5.2.2

voor een gedenkteken voor een urnengraf, muurnis, zuilnis of taludnis, per gedenkteken

81,00

5.3

Voor het verwijderen en terugplaatsen van een gedenkteken of andere voorwerpen bij bijzetten, wordt geheven:

89,00

5.4

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte of plaats verstrekt voor 1 januari 2006, daaronder begrepen het onderhoud van grafbedekking als bedoeld in 5.2, wordt geheven per grafruimte per jaar:

5.4.1.1

in klasse A

163,00

5.4.1.2

voor elke vierkante meter boven de 10 vierkante meter

12,00

5.4.2

in klasse B

83,00

5.4.3

in klasse C

50,00

5.4.4

in klasse DI

38,00

5.4.5

in klasse DII

38,00

5.4.6

voor een urnengraf of -nis

25,00

5.5

De rechten als bedoeld in onderdeel 5.4 kunnen worden afgekocht door betaling ineens van een som, gelijk aan de contante waarde van de rechten over het tijdvak waarop de afkoop betrekking heeft. Voor de berekening van de bedoelde contante waarde wordt uitgegaan van een rentevoet van 4,5% en een inflatiepercentage van 2% per jaar, en een betaling op uiterlijk het tijdstip waarop de afkoop ingaat.

5.6

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte of plaats verstrekt na 1 januari 2006, daaronder begrepen het onderhoud van grafbedekking als bedoeld in 5.2, wordt geheven per periode van grafrecht zoals genoemd in hoofdstuk 1 van deze tarieventabel:

5.6.1.1

in klasse A, voor een periode van 10 jaar

1.317,00

5.6.1.2

in klasse A, voor een periode van 5 jaar

659,00

5.6.2.1

in klasse B, voor een periode van 10 jaar

602,00

5.6.2.2

in klasse B, voor een periode van 5 jaar

301,00

5.6.3.1

in klasse C, voor een periode van 10 jaar

310,00

5.6.3.2

in klasse C, voor een periode van 5 jaar

155,00

5.6.4.1

in klasse DI, voor een periode van 10 jaar

196,00

5.6.4.2

in klasse DI, voor een periode van 5 jaar

98,00

5.6.5.1

in klasse DII, voor een periode van 10 jaar

196,00

5.6.5.2

in klasse DII, voor een periode van 5 jaar

98,00

5.7

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van urnengraven (zie onderdeel 1.3) en urnennissen (zie onderdeel 1.4), daaronder begrepen de op het urnengraf of urnennis voorkomende gedenktekens wordt geheven, per periode van het grafrecht zoals genoemd in hoofdstuk 1 van deze tarieventabel:

5.7.1.1

voor een periode van 10 jaar

93,00

5.7.1.2

voor een periode van 5 jaar

58,00

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

6.1

Voor het schouwen van een stoffelijk overschot, dan wel het sluiten en verzegelen van een kist, door een gemeentelijke lijkschouwer worden de tarieven gehanteerd conform de vastgestelde tarieven voor verrichtingen in dit kader door de schouwer. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt van de kosten melding gemaakt aan de aanvrager door middel van overlegging van de genoemde vastgestelde tarieven.

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particulier graf, urnengraf of urnennis

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf, een urnengraf (zie onderdeel 1.3) of een urnennis (zie onderdeel 1.4) in een daartoe bestemd register wordt geheven:

19,00

Hoofdstuk 8 Opgraven of ruimen

8.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van een lijk wordt geheven:

743,00

Hoofdstuk 9

Vervallen.

Behoort bij raadsbesluit van 29 oktober 2013.

De griffier,