Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent VTH-beleid ‘milieu’ gemeente Zeist, 2020-2023

Geldend van 26-08-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent VTH-beleid ‘milieu’ gemeente Zeist, 2020-2023

1. INLEIDING

Leefbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en gezondheid raken ons allemaal en zijn van ons allemaal! Een leefbare, duurzame, veilige en gezonde leefomgeving kan niet alleen van het gemeentebestuur of veiligheidsdiensten komen, daar moeten we allemaal ons steentje aan bijdragen. Door onderlinge afstemming in beleid en uitvoering kunnen verbindingen worden gelegd en stappen gezet om te komen tot een integrale aanpak.

Deze Beleidsnota beperkt zich tot de milieutaken die de Omgevingsdienst Regio Utrecht uitvoert voor onze gemeente. Deze nota beschrijft wat het instrumentarium binnen vergunningen, toezicht en handhaving kan bijdragen aan de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid binnen de Gemeente Zeist. De visie in deze beleidsnota geeft aan hoe we met onze partners het gemeentelijk beleid op dit terrein vorm willen geven de komende jaren. In deze nota worden een aantal doelen en prioriteiten benoemd waar we de komende jaren extra op willen investeren en waar doelstellingen aan zijn gekoppeld.

De beleidsnota is een strategisch kader voor de VTH-milieutaken en wordt door het college vastgesteld. Via afzonderlijke door het college jaarlijks vast te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma’s (HUP) worden keuzes gemaakt met betrekking tot duurzaamheid, vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Waarom een VTH-beleid?

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn voor de overheid in relatie tot burgers en bedrijven belangrijke instrumenten. Initiatiefnemers willen graag hun initiatieven en ideeën kunnen realiseren, terwijl omwonenden en andere belanghebbenden willen dat hun belangen worden beschermd. Met dit beleidsplan willen wij transparant zijn over wat we doen, waarom we het doen, welke keuzes we maken bij het uitvoeren van onze VTH-taken en hoe we dit hebben georganiseerd

Over welke VTH-taken gaat dit beleidsplan?

Dit VTH-beleid ziet op de wettelijke taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving voor zover hieraan een Vergunningen-, Toezicht- en/of Handhavings-component vast zit.

Voor de volledige uiteenzetting van de reikwijdte, het wettelijk- en bestuurlijk kader verwijzen wij naar de Bijlagen 3, 4 en 5 in de Bijlagenbundel

Leeswijzer

Dit VTH-beleidsplan bestaat uit twee onderdelen. Het deel dat nu voor u ligt geeft op een visuele manier de hoofdlijnen wat voor onze gemeente de visie, uitgangspunten, doelen, prioriteiten en strategieën zijn op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH).

Het tweede deel is een bijlagenboek. Hier worden de onderwerpen uit dit eerste deel gedetailleerd uitgewerkt.

2. ONTWIKKELINGEN

De Omgevingswet

De Omgevingswet is een fundamentele herziening van het omgevingsrecht. Het is nog niet duidelijk wanneer de Omgevingswet in zal werking treden. In de Omgevingswet zullen alle wettelijke bepalingen, besluiten en regelingen opgaan die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

De wet heeft als maatschappelijke doelen:

het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit;

het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen binnen de Omgevingswet meer ruimte om hun eigen beleid te bepalen. Onze gemeente dient samen met haar partners een omgevingsvisie, omgevingsplan en programma’s vast te stellen. Dit alles vraagt om een zorgvuldig proces.

In samenwerking met de Utrechtse partners neemt onze gemeente deel aan pilots voor het model van de Omgevingstafel.

Duurzaamheid

Gemeenten hebben zij een regierol gekregen in het vertalen en uitvoeren van het klimaatakkoord. De thema’s zijn energietransitie, klimaatadaptatie, gebruik van grondstoffen en circulaire economie. Zeist ontwikkelt hiervoor duurzaamheidsbeleid en neemt deel aan regionale samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld voor het opstellen van een regionale energiestrategie. Met de duurzame ontwikkelingen die lokaal gaande zijn, krijgt het onderwerp duurzaamheid ook binnen de ODRU een versterkende impuls. De ODRU kan een rol spelen bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelen van onze gemeente.

Gezondheidsbeleid

Gezondheidsbeleid is al een gemeentelijke taak maar wordt met de komst van de Omgevingswet belangrijker. Een van de hoofddoelen van de Omgevingswet is om gezondheid een plek te geven binnen de fysieke leefomgeving. De vraag is nog hoe dat precies gedaan moet worden.

Dit VTH-beleid ziet op de wettelijke taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving voor zover hieraan een VTH-component is verbonden. De volledige uiteenzetting van de reikwijdte, het wettelijk- en bestuurlijk kader vindt u in bijlagen 3, 4 en 5 van de Bijlagenbundel.

Veiligheid

De gemeenteraad dient een Integraal Veiligheidsplan (IVP) op te stellen . In dit IVP dient de gemeente tenminste een keer in de vier jaar doelen vast te stellen op het terrein van veiligheid. Het IVP is daarmee een goede basis voor de operationele inzet op lokale veiligheidsprioriteiten door de gemeente, politie en andere organisaties. Verder heeft de burgemeester op het terrein van het veiligheidsbeleid bijzondere wettelijke bevoegdheden. Hierover legt de burgemeester jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraad.

In relatie tot het veiligheidsbeleid is ook de afstemming met de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) aan de orde. De VRU stelt een regionaal risicoprofiel (RRP) op. Het RRP (2019) wordt in afstemming met de partners actueel gehouden. In het RRP is een overzicht van de risicovolle situaties opgenomen die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het RRP dient als basisinformatie voor het beleidsplan van de VRU. Relevante onderdelen uit het RRP en het VRU-beleidsplan en het IVP zijn integraal afgewogen in dit VTH-beleid.

3. MISSIE & VISIE

Missie

Met het uitvoeren van onze VTH-taken zorgen wij samen voor een schone, veilige, gezonde, leefbare en duurzame (fysieke) leefomgeving. Energiebesparing en duurzame opwek van energie zijn hier een integraal onderdeel van.

Visie

Vergunningen, Toezicht en Handhaving zijn onze instrumenten waarmee we:

  • Initiatieven en ontwikkelingen mogelijk maken ten gunste van onze fysieke leefomgeving

  • Doelen uit de Brede Milieuvisie Zeist en de routekaart Zeist realiseren

  • Eigen verantwoordelijkheid en naleefgedrag van inwoners en ondernemers stimuleren en bevorderen

  • In verbinding komen, zijn en blijven met onze inwoners en ondernemers

  • Goed in kunnen schatten waar welke risico’s zich voor kunnen doen

  • Effectief en efficiënt (‘slim’) handelen

  • Rechtszekerheid en -gelijkheid waarborgen en transparant zijn over ons gevoerde beleid

4. DOELEN: VAN VISIE NAAR UITVOERING

  • De kwaliteit en veiligheid van onze (fysieke) leefomgeving blijft op niveau of wordt verbeterd.

  • Door uitvoering van de VTH-milieutaken worden de bedrijven in Zeist zo veel mogelijk energieneutraal en wordt de mogelijkheid tot duurzame opwekking zoveel mogelijk benut.

  • We borgen en verbeteren de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid (participatie) van onze inwoners en ondernemers.

  • We borgen en verbeteren de samenwerking met onze partners.

  • Het naleefgedrag van onze inwoners/ondernemers blijft op niveau of wordt verbeterd.

  • We voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van de VTH-taken.

afbeelding binnen de regeling

5. UITGANGSPUNTEN

ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

  • We passen regels consequent toe en leveren maatwerk waar nodig.

  • We beoordelen en behandelen gelijke gevallen op gelijke wijze.

  • We kennen onze omgeving (inwoners, ondernemers, buurten, wijken, gebieden, gebouwen etc.) zo goed mogelijk.

  • We communiceren open, duidelijk en transparant over ons gevoerde beleid en we zijn duidelijk over de rol van de inwoner/ondernemer. Dit doen wij aan het eind de vierjarige beleidscyclus middels een evaluatie van deze beleidsnota.

  • De snelheid waarmee aanvragen en verzoeken worden afgehandeld is direct afhankelijk van de mate waarin inwoners en ondernemers hun aanvragen en verzoeken conform de indieningsvereisten indienen.

  • We blijven op een constructieve manier (persoonlijk) in contact met inwoners/ondernemers.

VERGUNNINGVERLENING

  • We beoordelen initiatieven vanuit mogelijkheden en oplossingen. (“Ja, mits..” i.p.v. “Nee, tenzij..”)

  • We beoordelen en behandelen gelijke gevallen op gelijke wijze.

  • We handelen aanvragen zo snel mogelijk af en in ieder geval binnen de beslistermijnen.

  • De diepgang van de beoordeling van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de activiteit. (Risicogestuurd).

  • We kennen onze omgeving (burgers, bedrijven, gebieden) goed

  • Vergunningverlening gebeurt volgens de Vergunningenstrategie.

Zie bijlage 15

TOEZICHT

  • Het toezicht voeren we ‘slim’ uit. Dat wil zeggen: doelmatig, efficiënt en effectief. De wijze en diepgang van het toezicht is afhankelijk van de risico’s van de activiteit (risicogestuurd), het naleefgedrag en externe factoren.

  • Bij constateringen van overtredingen met acuut gevaar wordt direct opgetreden.

  • We houden buurt-, wijk- en gebiedsgericht toezicht.

  • Toezicht gebeurt volgens de Toezicht- en handhavingsstrategie.

Zie bijlage 16 en 17

HANDHAVING

  • We hebben oog voor de situatie ‘achter’ de overtreding/overtreder.

  • Bij constateringen van overtredingen met acuut gevaar wordt direct opgetreden.

  • Behoudens spoedeisende omstandigheden is bestuursrechtelijke handhaving het sluitstuk van een voortraject waarbij mogelijke oplossingen zijn bekeken en afgewogen.

  • Handhaving vindt plaats volgens de Handhavingsstrategie.

Zie bijlage 16 en 17

6. OMGEVINGSANALYSE

Gemeente Zeist

De gemeente Zeist bestaat uit verschillende wijken en dorpen met elk hun eigen karakter-eigenschappen. Wij vinden burgerparticipatie belangrijk. Ondernemers, bewoners, organisaties, beheerders van natuurgebieden en het Waterschap zijn medeverantwoordelijk en bepalen met de gemeente de leefbaarheid, kwaliteit van de leefomgeving en veiligheid.

Zeist Centrum

Het centrum van Zeist staat bekend om o.a. het Slot, de markt, evenementen, horeca, jeugd en cultuur.

Aandachtspunten

  • Overlast

  • Horeca

  • activiteiten zonder vergunning

  • milieuklachten

  • geluidoverlast

  • drugspanden

Kernen

Naast de hoofdplaats Zeist telt de gemeente vier kernen: Austerlitz, Bosch en Duin, Den Dolder en Huis ter Heide.

Aandachtspunten

  • overlast

  • asbest

  • overbewoning

  • drugspanden

Wateren

Zeist kent binnen de gemeentegrenzen

grondwaterbeschermingsgebieden en waterwingebieden.

Dit zijn in feite ecologische ‘schatten’ waar Zeist ook

vanuit de kernwaarden duurzaamheid en groen trots op kan zijn.

Aandachtspunten

  • lozingen

  • dempingen (zonder compensatie)

Bedrijfsterreinen

Zeist heeft verschillende bedrijventerreinen met hun eigen karakter, zoals Dijnselburg – Handelscentrum, Fornhese, Zeist West, Bedrijvenpark Seyst, en rondom het nieuwe Station Driebergen-Zeist.

Aandachtspunten

  • Circulaire economie

  • Energiegebruik

  • Duurzame opwek

  • ondermijning

  • ketentoezicht

Landelijk gebied / Zeister bossen

Het groen in Zeist is op te delen in drie delen: Utrechtse Heuvelrug, de

flanken Utrechtse Heuvelrug / Stichtse Lustwarande, en het Kromme Rijngebied.

Aandachtspunten

  • strijdig gebruik bestemmingsplan

  • dumpen afval

  • asbest

  • activiteiten zonder vergunning

7. PRIORITEITEN: de Brede Milieuvisie Zeist en de Routekaart

De gemeente Zeist heeft een Brede Milieuvisie en Routekaart vastgesteld die steunt op vier pijlers:

  • 1.

    Klimaat en Energie (we gaan op weg naar een klimaatneutraal Zeist in 2050 of eerder)

  • 2.

    Circulaire Economie (we handelen vanuit kringlopen en hergebruik)

  • 3.

    Levend netwerk van natuur, landschap en cultuurhistorie (we zorgen voor een groen Zeist)

  • 4.

    Gezonde leefomgeving en kwaliteit van leven (we zetten ons in voor een goede lucht- en waterkwaliteit, minder geluidshinder en een duurzame voedselvoorziening).

De Routekaart zet een aantal actielijnen uit. De pijlers Klimaat en Energie en Circulaire Economie zullen samen met twee actielijnen Groene Bedrijven en Duurzame Energie als rode draad gelden tijdens de VTH-taakuitvoering van de ODRU.

Met onze VTH-taken en -instrumenten zien wij de volgende kansen en doelen:

Vergunningverlening

  • Een inventarisatie van milieuvergunningen voor bedrijven met een energieverbruik boven de drempelwaarden actualisatie van vergunningen voor zover deze nog niet actueel zijn op het aspect energiebesparing.

  • Een aanpak waarbij ondernemers worden gestimuleerd verdergaande energiemaatregelen (b.v. duurzame opwekking) te treffen dan wettelijk vereist.

Toezicht en Handhaving

  • Toezichthouders zullen bij controles meer aandacht en nadruk leggen op energiebesparende maatregelen

    • Bij controles zullen de aspecten duurzaamheid en energie structurele nadruk krijgen

    • In overleg met de gemeente controleert de ODRU de energielabelplicht van kantoorgebouwen

  • Tijdens controles meer aandacht voor duurzame opwek van energie en verwijzing naar Mijn Groene Bedrijf

  • Inzetten op controles informatieplicht door middel van:

    • aanschrijven achterblijvers op meldingsplicht en melding laten indienen

    • beoordelen van alle meldingen en rubriceringscodes

    • Aan de hand van de ingekomen informatie effectief en efficiënt toezicht houden op energiebesparende maatregelen en eventueel verplichte maatregelen structureel uit laten voeren

  • Ingekomen informatie met betrekking tot de informatieplicht energiebesparing zal worden gemonitord. Aan de hand van deze informatie zal toezicht effectief worden ingezet

8. PRIORITEITEN Toezicht en Handhaving

Landelijke prioriteiten uit de WABO

  • Asbest

  • Toepassing van verontreinigde grond

  • Brandveiligheid opslag gevaarlijke stoffen

  • Risicovolle inrichtingen

Prioriteiten risicoanalyse

  • Afvalstoffen

  • Chemische industrie

  • Garagebedrijven

  • Tankstations

  • Schadeherstelbedrijven

  • Vuurwerkverkooppunten

9. STRATEGIEEN

Hieronder staan de strategieën die wij toepassen om een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving te borgen en bevorderen.

In de hierna volgende pagina’s zijn deze strategieën nader uitgewerkt.

Preventiestrategie

(voorkomen)

  • -

    Communicatieplan.

  • -

    (Voor-)overleg.

  • -

    Buurtbemiddeling

  • -

    Mediation.

Zie ook bijlage 13 in de Bijlagenbundel

Gedoogstrategie

(gemotiveerd accepteren)

  • -

    Landelijk beleid

(Grenzen aan gedogen)

Zie ook bijlage 20 in de Bijlagenbundel

Toezichtstrategie

(controleren)

  • -

    Risicogericht toezicht.

  • -

    Gebied- en objectgebonden toezicht.

  • -

    Repressief toezicht.

  • -

    Integraal toezicht.

Zie ook de bijlage 17 en 26 in de Bijlagenbundel

Vergunningenstrategie

(reguleren)

  • -

    Risicogericht toetsen.

  • -

    Vaste toetsingskaders.

Zie ook bijlage 15 in de Bijlagenbundel

Handhavingsstrategie

(optreden)

  • -

    Landelijke Handhavingsstrategie (LHS).

Zie ook de bijlagen 16, 18, 19, 21, 22 en 26 in de Bijlagenbundel

Uitwerking strategieën

Preventiestrategie

(gericht op het voorkomen van overtredingen)

Communicatieplan – Het communicatieplan (onderdeel van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma) beschrijft over welke activiteiten en op welke wijze wij wanneer (actief) communiceren naar inwoners, ondernemers en partners.

(Voor-)overleg – Onze (voor-)overleggen gebruiken wij om duidelijkheid te geven over hoe wij invulling en uitvoering geven aan ons beleid. Wij gaan in (persoonlijk) overleg met inwoners/ondernemers om tot (een) oplossing(en) te komen. Ook voeren we evaluatiegesprekken na belangrijke activiteiten.

Buurtbemiddeling/Mediation – Buurtbemiddeling en/of mediation kunnen we inzetten tussen inwoners/ondernemers onderling en/of inwoners/ondernemers en ons of onze partners.

Zie ook de bijlagen 13 en 14 in de Bijlagenbundel

Vergunningenstrategie

(gericht op het reguleren van activiteiten)

Risicogericht toetsen – De diepgang van de toetsing van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de gevraagde activiteit. Hierin onderscheiden we 4 toetsniveaus.

Vaste toetsingskaders – Voor het behandelen en beoordelen van aanvragen hanteren wij vaste toetsingskaders. Deze kaders komen voort uit de wet en/of ons vastgestelde beleid. Datzelfde is ook van toepassing op het intrekken van begunstigende beschikkingen.

Zie ook de bijlagen 14, 15 en 23 in de Bijlagenbundel

Toezichtstrategie

(gericht op het controleren van activiteiten)

Risicogericht toezicht – De mate en diepgang van ons toezicht is gericht op (onderdelen van) risicovolle activiteiten. Hierin onderscheiden we 4 toezichtniveaus.

Gebieds-/of Objectgebonden toezicht – Ons toezicht voeren we afhankelijk van de activiteit gebieds- en/of objectgebonden uit.

Repressief toezicht – We voeren toezicht uit naar aanleiding van klachten/meldingen, verzoeken om handhaving etc.

Integraal toezicht - We voeren waar mogelijk integraal toezicht uit. Dit betekent dat onze toezichthouders zoveel mogelijk signaleren met elkaar (ook met partners), voor elkaar (ook voor partners) of na elkaar.

zie ook bijlage 17 in de Bijlagenbundel

Handhavingsstrategie

(gericht op het optreden tegen overtredingen)

Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) – Wij hanteren de (interventiematrix van de) LHS als richtlijn voor ons handhavend optreden.

Handhaving tegen bestuursorganen

Conform beleid en gelijk aan handhaving tegen burgers/ondernemers.

zie ook de bijlage 16, 18, 19 en 26 in de Bijlagenbundel

Gedoogstrategie

(gericht op het gemotiveerd accepteren van overtredingen)

Landelijk beleid ‘Grenzen aan gedogen’

Voorwaarden van gedogen:

  • -

    Gedogen is verantwoord (ter bescherming fysieke leefomgeving).

  • -

    Gedogen is altijd tijdelijk.

  • -

    Gedogen gebeurt altijd in de vorm van een beschikking.

zie ook bijlage 20 in de Bijlagenbundel

10. VTH-ORGANISATIE

10.1 Algemeen

Besluitvorming op (vergunnings)aanvragen, toezicht en handhaving zijn een kerntaak van de gemeente, die hierin duidelijk haar verantwoordelijkheden heeft en neemt. Bestuur, directie, leidinggevenden en de medewerkers van het team (de teams) hebben ieder hun eigen rol en verantwoordelijkheid. In bijlage 6 van de Bijlagenbundel wordt dit nader uitgewerkt. Hieronder een korte beschrijving van de organisatie en kwaliteitscriteria die van toepassing zijn.

10.2 Organisatie en financiën

De uitvoering van de VTH-milieutaken op het gebied van de Wabo, APV en bijzondere wetten, is ondergebracht bij het team Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Regio Utrecht. In het uitvoeringsprogramma en het jaarverslag wordt de formatie die zich met de uitvoering van deze taken bezighoudt beschreven. De in de beleidsnota beschreven doelen en prioriteiten worden in beginsel uitgevoerd worden binnen het beschikbare budget. Indien blijkt dat de formatie bijstelling behoeft dan zal dit via de reguliere begrotingscyclus worden aangekaart.

10.3 Kwaliteit en kwaliteitscriteria

Dit beleidsplan maakt onderdeel uit van de beleidscyclus zoals wettelijk vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Door het volgen van deze beleidscyclus wordt een adequaat niveau van uitvoering van de VTH-taken in de organisatie geborgd. De kwaliteit van de uitvoering van deze taken wordt bovendien geborgd door de op DATUM door de raad vastgestelde ‘Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Gemeente Zeist. In deze verordening is aangegeven dat de gemeente bij de uitvoering van de VTH-taken als uitgangspunt de kwaliteitscriteria 2.1 hanteert. Zowel de toezichthouders, als de Boa’s zijn aangewezen en aangesteld door het college van B&W voor de uitvoering van hun taken waarbij er op persoons- en functieniveau een scheiding is tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bij de activiteiten met betrekking tot milieu is bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht. sprake van een roulatiesysteem waardoor niet jaren achterheen dezelfde ambtenaren bij dezelfde inrichtingen betrokken zijn. Ook bepalen de kwaliteitscriteria 2.1 op welke wijze de gemeentelijke organisatie borgt dat de uitvoering van de VTH-taken structureel op een adequaat niveau plaatsvindt. Instrumenten om deze kwaliteit te borgen, zijn bijvoorbeeld het VTH-beleid, jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s, werkprocessen, protocollen en monitoring en verslaglegging. Vanuit haar taak tot Interbestuurlijk toezicht (IBT) ziet de Provincie hier op toe en de rapportages worden ter informatie aan de gemeenteraad gezonden.

11. MONITORING EN EVALUATIE

Sluitstuk van de toepassing en uitvoering van het beleid en de diverse processen is de verantwoording over de inspanningen en -resultaten. Daarin staat de vraag centraal of de geleverde inspanningen hebben bijgedragen aan het realiseren van de gestelde doelen. Daarmee wordt de beleidscyclus gesloten. Het is dus belangrijk te weten of de ingezette maatregelen succesvol zijn geweest. Daarom moet beleid periodiek geëvalueerd en gemonitord worden.

De evaluatie bestaat uit het beoordelen van jaarresultaten en het effect van de jaarresultaten op de uitgangspunten en doelstellingen uit het beleid. Ten aanzien van het beleid wordt periodiek monitoring toegepast om de tussenresultaten te beoordelen, wordt jaarlijks verslag gelegd over het jaarprogramma en tussentijds het beleid geëvalueerd. Hieronder worden monitoring, verantwoording en evaluatie van het beleid verder toegelicht.

Monitoring

Een goede registratie van handhavingszaken vergemakkelijkt het vervolgtraject (repressief toezicht en sancties) en verschaft inzicht in de hele keten vanaf een geconstateerde overtreding tot en met de naleving. Het voordeel hiervan is dat alle handhavingspartners profiteren van de informatie. Het registreren van kwantitatieve en kwalitatieve handhavingsgegevens is met name van belang voor het te voeren beleid, de in te zetten capaciteit en de verantwoording naar het bestuur en management.

De voortgang van toezicht en handhaving wordt periodiek gemonitord. De monitoring geschiedt op basis van het uitvoeringsprogramma. Deze monitoring wordt gebruikt om te beoordelen of er voldoende voortgang wordt behaald in het HUP. De ODRU en VRU rapporteren periodiek aan de gemeente over de behaalde resultaten.

Verantwoording

Na afloop van het kalenderjaar wordt een jaarverslag opgesteld voor het college, waarin tenminste over de volgende onderwerpen wordt gerapporteerd:

  • de toepassing van het VTH-beleid en het Uitvoeringsprogramma;

  • het aantal geplande en bestede uren.

De verantwoording vindt plaats aan de hand van het VTH-uitvoeringsprogramma. Het college maakt het jaarverslag bekend aan de gemeenteraad.

Evaluatie

Het college heeft op DATUM VASTSTELLING de nota Integraal Handhavingsbeleid GEMEENTE Zeist 2012-2016 vastgesteld. Op 28 juni 2016 is dit beleid, na verwerking van de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS), geactualiseerd vastgesteld. In het kader van dit nieuwe VTH-beleid heeft er een evaluatie plaatsgevonden waarbij de leerpunten van de beleidsperiode 2012-2016 zijn meegenomen. De in deze periode doorgevoerde wetswijzigingen en de naar verwachting komende wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid hebben ook hun plek gekregen in het nieuwe VTH-beleid. De evaluatie is als bijlage 8 van de Bijlagenbundel toegevoegd.

12. SAMENWERKINGSPARTNERS

Voor de realisatie van haar doelstellingen is de gemeente mede afhankelijk van andere partijen. Dit hoofdstuk beschrijft welke samenwerkingspartners en overlegvormen er zijn en hoe de samenwerking wordt gestructureerd.

Omgevingsdienst Regio Utrecht

De Omgevingsdienst voert voor de gemeente Zeist milieutaken uit. De samenwerkingsafspraken tussen de ODRU en de gemeente Zeist liggen vast in een dienstverleningsovereenkomst (hierna: DVO). De ODRU rapporteert ieder kwartaal en ook jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van haar taken. Ook stelt de ODRU jaarlijks een jaarplan/jaarprogramma op.

Veiligheidsregio Utrecht

De Veiligheidsregio Utrecht (hierna: VRU) adviseert de gemeente Zeist in het kader van de vergunningverlening op het gebied van brandveilig gebruik. Ook voert de VRU op dit gebied het toezicht uit. De samenwerkingsafspraken tussen de VRU en de gemeente Zeist liggen vast in een DVO. De VRU rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde werkzaamheden en stelt jaarlijks in overleg met de gemeente Zeist een jaarplan/jaarprogramma op.

Provincie Utrecht

De provincie Utrecht heeft de (wettelijke) taak gekregen om de samenwerking tussen bestuursorganen op het gebied van de VTH-taken te coördineren.

A. Samenwerkingsprogramma

Het provincie-brede Samenwerkingsprogramma komt tot stand in overleg met de leden van het ambtelijk Provinciaal Milieuoverleg (hierna: PMO) en de onderliggende werkgroepen.

B. Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT)

Hiernaast ziet de Provincie Utrecht toe op, of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen, onder andere op het gebied van het omgevingsrecht. Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten.

In de provinciale verordening systematische toezichtinformatie is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. Hierbij kan het oordeel uitkomen op ‘adequaat’, ‘redelijk adequaat’ of ‘niet adequaat’.

Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden

De samenwerking tussen de waterschappen en gemeenten heeft betrekking op het toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen.

Openbaar Ministerie

In het geval strafrechtelijk optreden is vereist, bijvoorbeeld bij de vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, vindt afstemming plaats met het functioneel parket te Amsterdam. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het OM Midden-Nederland.

Politie

Het Milieuteam van de politie Midden Nederland valt voor wat betreft aansturing onder het functioneel parket Amsterdam. Op het gebied van strafrechtelijke milieuzaken zijn de milieu-agenten het eerste aanspreekpunt voor de gemeente. Daarnaast is de local office het vaste aanspreekpunt voor de gemeente, de Boa’s en de omgevingsdienst. Afhankelijk van de positionering van de overtreding in de matrix van de Landelijke Handhavingsstrategie komt het Milieuteam vroeg of op een later moment in beeld.

Regionaal overleg

De leden van de projectgroep VTH (18 gemeenten, ODRU, RUD, VRU en de Provincie Utrecht) komen al vanaf 2010 jaarlijks enkele keren bij elkaar om ervaringen te delen, kennis uit te wisselen en projecten af te stemmen. Het doel is om in gezamenlijkheid de kwaliteit en uniformiteit van VTH-beleid, VTH jaarprogramma’s en VTH evaluaties te vergroten. Tevens zet dit samenwerkingsverband zich in om de VTH-uitvoeringsstrategie ‘omgevingswet-proof’ te maken.

Ondertekening