Verordening regelende de samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie

Geldend van 08-02-1995 t/m heden

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie 1994

Verordening regelende de samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie

Artikel 1

De monumentencommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of eigener beweging van voorlichting en advies te dienen omtrent de toepassing van de Monumentenverordening, de toepassing van de Monumentenwet en alle overige aangelegenheden op het terrein van de monumentenzorg.

Artikel 2

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, stedebouwkundig, architectonisch of cultuurhistorisch belang.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste 7 leden.

  • 2. Ten minste vier leden moeten kunnen worden beschouwd als specifiek deskundig op het gebied van:

    • -

      lokale historie;

    • -

      architectuurhistorie (...);

    • -

      architectuur en restauratie;

    • -

      historische parken, tuinen en groenstructuren.

  • 3. De leden worden door burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen, gehoord de raadscommissie Stadsontwikkeling. Burgemeester en wethouders wijzen een van de leden als voorzitter aan.

Artikel 4

  • 1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaren. Aftredende leden zijn terstond voor nog één zittingsperiode herbenoembaar.

    De leden worden benoemd en treden af volgens een door burgemeester en wethouders vast te stellen rooster, dat erin voorziet, dat per kalenderjaar niet meer dan twee leden aftredend zijn.

  • 2. Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij burgemeester en wethouders.

  • 3. Leden, die aftreden of ontslag nemen, blijven lid van de commissie totdat hun opvolgers de benoeming hebben aanvaard.

  • 4. Tussentijds benoemde leden treden af op het tijdstip, dat voor het aftreden van hun voorgangers was bepaald.

Artikel 5

  • 1. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat der commissie op. De secretaris heeft in de commissie een adviserende stem.

Artikel 6

  • 1. De commissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep van de voorzitter, ten minste zes maal per jaar;

    • b.

      op verzoek van ten minste twee van haar leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders.

    • d.

      In de gevallen, bedoelt onder b en c belegt de voorzitter de vergadering binnen veertien dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2. De commissie mag slechts besluiten nemen indien ten minste de meerderheid van de leden aanwezig is.

  • 3. Indien niet tenminste de meerderheid van de leden aanwezig is, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel worden afgeweken, mits daarvan mededeling wordt gedaan in het uit te brengen advies.

  • 5. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Op voorstel van een der leden kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

Artikel 7

  • 1. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

  • 2. Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen vindt herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. Indien in de eerstvolgende vergadering de stemmen opnieuw staken, wordt het betreffende voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 3. De minderheid kan vorderen, dat uit het advies ook haar afwijkende mening blijkt.

  • 4. Geen lid mag tegenwoordig zijn bij de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij als belanghebbende is betrokken.

  • 5. Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

  • 6. De adviezen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 8

  • 1. De commissie is bevoegd in zaken van minder gewicht of van spoedeisende aard haar bevoegdheden aan de secretaris of een of meer van haar leden te delegeren.

  • 2. Van de delegatie wordt in het advies melding gemaakt.

Artikel 9

De secretaris houdt een register bij van de door de commissie uitgebrachte adviezen.

Artikel 10

  • 1. Het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De commissie doet jaarlijks voor het einde der maand maart aan burgemeester en wethouders verslag van de gedurende het afgelopen jaar ver-richte werkzaamheden.

Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de raads-commissie Stadsontwikkeling.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de monumentencommissie 1994".