Regeling vervallen per 29-12-2011

Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen Algemene begraafplaats Zeist

Geldend van 01-01-2006 t/m 28-12-2011

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Algemene begraafplaats Zeist 2005

Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen Algemene Begraafplaats Zeist

Het college van de gemeente Zeist,

Gelet op de Beheersverordening Algemene Begraafplaats Zeist 2005 (Nr. 589),

besluiten vast te stellen de volgende

Nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • b.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • c.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    eigen urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

  • e.

    strooiveld: een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • f.

    gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een strooiveld of gedenkplaats.

Artikel 2 Indeling, afmeting en uitgifte der graven

  • 1. De algemene graven zijn graven met een afmeting van 225 cm. lengte en 100 cm. breedte, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van 10 jaren.

  • 2. De eigen graven worden onderverdeeld in:

    • Klasse A graven. Dit zijn graven met een afmeting van 10m2, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken, dan wel het plaatsen van 6 asbussen, of het verstrooien van de as.

    • Klasse B graven. Dit zijn graven met een afmeting van 300 cm. lengte en 150 cm. breedte, uitgegeven, voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken dan wel het plaatsen van 6 asbussen of het verstrooien van de as.

    • Klasse C graven. Dit zijn graven met een afmeting van 225 cm. lengte en 100 cm. breedte, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken, dan wel het plaatsen van 6 asbussen of het verstrooien van de as.

    • Klasse D1, kindergraven. Dit zijn graven met een afmeting van 125 cm. lengte en 100 cm. breedte, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 overledenen onder de 1 jaar dan wel het plaatsen van 3 asbussen of het verstrooien van de as.

    • Klasse D2, kindergraven. Dit zijn graven met een afmeting van 150 cm. lengte en 100 cm. breedte uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 overledenen tussen de 1 en 12 jaar dan wel het plaatsen van 3 asbussen of het verstrooien van de as.

    • Eigen urnennis, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor de bijzetting van één asbus.

    • Eigen urnengraf, uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee asbussen.

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning tot het maken van een grafkelder, het plaatsen van een gedenkteken of het bevestigen van een naamplaat voor een nis in de urnenmuur moet schriftelijk worden aangevraagd.

  • 2. Bij een schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a.

      een boven, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengte maten;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het gebruikte materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuraties;

    • e.

      het materiaalsoort van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • 4. Op de aanvraag als bedoeld in lid 1, moet zijn vermeld de naam van de rechthebbende van het graf of urnennis, de plaats van het graf (vak en nummer), de naam van de ontwerper en de leverancier, de klasse van het graf of urnennis.

Artikel 4 Gedenktekens

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

  • 3. De breedte en lengte en hoogte van het gedenkteken zijn voor de verschillende categorieën graven als volgt vastgesteld:

    • Klasse A: 300 cm. breed, 300 cm. lang, maximaal 120 cm. hoog met in begrip van rand of band.

    • Klasse B: 125 cm. breed, 225 cm. lang, maximaal 100 cm. hoog met in begrip van rand of band.

    • Klasse C: 100 cm. breed, 200 cm. lang, maximaal 100 cm. hoog met in begrip van rand of band.

    • Klasse D1: 80 cm. breed, 125 cm. lang, maximaal 100 cm. hoog met in begrip van rand of band.

    • Klasse D2: 80 cm. breed, 150 cm. lang, maximaal 100 cm. hoog met in begrip van rand of band.

    • Klasse E: 60 cm. breed en 50 cm. lang.

  • 4. Op klasse E graven mogen alleen liggende gedenktekens worden geplaatst.

  • 5. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 6. Geen vergunning wordt verleend voor het aanbrengen of plaatsen van hekwerken, kettingen en wat daarmede tegelijk te stellen is.

  • 7. Op het gedenkteken of enig deel van de grafomranding mag een firmanaam of enige andere reclame niet worden aangebracht.

  • 8. Liggende en staande gedenktekens, welke met banden worden gelegd, dienen te steunen op platen of randen van gewapend beton van tenminste 5 cm. dikte.

  • 9. Randen van natuursteen dienen een dikte van tenminste 0,05 meter te hebben.

  • 10. Het gedenkteken dient onlosmakelijk te zijn verbonden aan de fundering van gewapend beton als bedoeld in lid 8.

  • 11. Staande gedenktekens dienen goed verankerd te zijn op een voetstuk, grondplaat of rand en van doken te zijn voorzien.

  • 12. De dikte van staande gedenktekens moet tenminste 6 cm. bedragen. Indien een staand gedenkteken groter is dan één vierkante meter, dan dient de dikte tenminste 10 cm. te bedragen.

  • 13. Afdekplaten van (natuur)steen dienen tenminste 3 cm. dik te zijn.

  • 14. Zerken dienen tenminste 10 cm. dik te zijn.

  • 15. De lengte, breedte en dikte van de naamplaten voor de nissen in de urnenmuur zijn als volgt vastgesteld: 5 cm. breed, 30 cm. lang, 0,5 cm. dik.

  • 16. Alleen brons is toegestaan als materiaal voor de naamplaten voor de nissen in de urnenmuur.

  • 17. De naamplaten als bedoeld in lid 14 worden door de beheerder aangebracht en verwijderd.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

  • 1. Op een graf mogen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2. Op een graf mogen éénjarige gewassen worden geplant.

  • 3. Op het strooiveld mogen losse bloemen worden geplaatst. Het is op het strooiveld toegestaan om bloemen in een door de beheerder ter beschikking gestelde steekvaas te plaatsen.

  • 4. Het is de beheerder toegestaan om de in dit artikel genoemde voorwerpen te verwijderen die niet conform de in dit besluit beschreven wijze zijn geplaatst of geplant.

Artikel 6 Versiering en opschriften

  • 1. Behalve het gedenkteken mogen op alle soorten graven bloemen, kransen of kleine versieringen worden geplaatst of neergelegd mits:

    • a.

      deze binnen de afmetingen van het graf blijven;

    • b.

      deze niet kwetsend of aanstootgevend kunnen worden aangemerkt, dit ter beoordeling van het college;

    • c.

      deze het onderhoud van de begraafplaats niet bemoeilijken;

    • d.

      deze geen reclame-uitingen bevatten.

  • 2. Kleine versieringen of elementen van grafbedekking kunnen, indien zij een efficiënt onderhoud bemoeilijken, zonder voorafgaande waarschuwing door de beheerder tijdelijk ter zijde worden gelegd.

Artikel 7 Grafbeplanting

  • 1. Voor het aanleggen van winterharde gewassen is toestemming van de beheerder vereist.

  • 2. Toestemming van de beheerder kan alleen worden verkregen onder overlegging van een duidelijke tekening en een beschrijving van het gebruikte materiaal.

  • 3. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte worden gehouden.

  • 4. Hagen boven een hoogte van 50 cm. zijn alleen bij klasse A graven toegestaan.

  • 5. De aanleg van de grafbeplanting moet harmoniëren met de omgeving hetgeen ter beoordeling van de beheerder is.

Artikel 8 Openings-, begraaf- en asbezorgingstijden

  • 1. Openingstijden van de Algemene begraafplaats te Zeist zijn als volgt vastgesteld:

    Maandag tot en met vrijdag:

    08.00 – 17.00 uur (oktober tot en met maart)

    08.00 – 20.00 uur (april tot en met september)

    Zaterdag en zondag:

    08.00 – 17.00 uur (oktober tot en met maart)

    08.00 – 20.00 uur (april tot en met september)

  • 2. Tijden voor begraven en asbezorging zijn als volgt vastgesteld:

    Maandag tot en met vrijdag:

    10.00 – 15.00 uur

    Zaterdag:

    10.00 – 13.00 uur

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2006.

  • 2. Op 1 januari 2006 komt het Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen Algemene begraafplaats Zeist van 3 april 2000 (Nr. 164) te vervallen.

  • 3. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit Algemene begraafplaats Zeist 2005’.