Regeling vervallen per 01-01-2010

nr 04.07 Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2009

Geldend van 13-11-2008 t/m 31-12-2009

Intitulé

nr 04.07 Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2009

Verordening toeristenbelasting 2009

De raad van de gemeente Zevenaar;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2008, nr. 08-099;

gelet op de artikelen 224 en 255 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2009

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.groepsgebouwen: gebouwen, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere

recreatieve doeleinden voor groepen van meer dan 10 personen;

b.vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde groepsgebouwen, mobiele kampeeronderkomens

of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en

andere recreatieve doeleinden;

c.mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke

onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf

voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

d.niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde

mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor

vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden

worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

e.vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een

jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 – Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, groepsgebouwen,

vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op

vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet in de gemeentelijke

basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam

“toeristenbelasting” een directe belasting geheven.

Artikel 3 – Belastingplicht

1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking

staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf

de belasting verschuldigd wordt.

3.Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene

die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 – Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen,

van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

b.verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter

beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

2.van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in

Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze

persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder

verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 – Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 – Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

1.Met betrekking tot vakantie-onderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen wordt voor de vaststelling van de heffingsgrondslag een forfaitaire berekeningswijze toegepast, gebaseerd op het hierna in de leden 2 en 3

bepaalde.

  • 2.

    Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot lid 1 bepaald op 3.

  • 3.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt bepaald op 60.

Artikel 7 – Opteren voor de niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane

aanvraag de heffingsgrondslag voor de in dat artikel genoemde onderkomens vastgesteld op het werkelijk

aantal overnachtingen, indien uit door hem over te leggen bescheiden blijkt dat dit aantal lager is dan het op

de voet van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 – Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,70.

Artikel 9 – Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 - Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 – Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is

gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal belopen of heeft belopen.

Artikel 12 – Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand

die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 13 – Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en

invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 – Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij de eerste maal na het in werking

treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door

het college van burgermeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231,

tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 16 – Nachtverblijfregister

1.De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar bij te houden een vanwege de gemeente kosteloos ter

beschikking gesteld nachtverblijfregister of een ander door het college van burgemeester en wethouders

goedgekeurd register.

2.Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt verschaft

gegevens tenminste betreffende:

  • a.

    naam en woonplaats;

  • b.

    datum van aankomst en datum van vertrek;

  • c.

    het aantal overnachtingen, ter zake waarvan belasting is verschuldigd.

    • 3.

      Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen

van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder

door bedoeld college te stellen voorwaarden.

Artikel 17 – Inwerkingtreding en citeerartikel

1.De “Verordening toeristenbelasting 2008”, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 november 2007, wordt

ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien

verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2009”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar,

gehouden op 29 oktober 2008.

De griffier, De voorzitter,