Beleidsregel Ontheffing Carbidschieten Gemeente Zevenaar

Geldend van 13-10-2011 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL ONTHEFFING CARBIDSCHIETEN GEMEENTE ZEVENAAR 2011

Geamendeerd gewijzigd

De burgemeester van de gemeente Zevenaar;

Overwegende dat hij op grond van artikel 2:73a van de Algemene Plaatselijke

Verordening 2010 gemeente Zevenaar ontheffing kan verlenen van het in voornoemd artikel gestelde verbod om carbid te schieten;

Gelet op het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 gemeente

Zevenaar, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende beleidsregel omtrent het verlenen van ontheffingen op grondvan artikel 2:73a, vijfde lid, Algemene Plaatselijke Verordening 2010 gemeenteZevenaar.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet;

  • b.

    carbidschieten: het in een (melk)bus dan wel een container dan wel een opslagvat op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water af gasmengsel met vergelijkbare eigenschappen;

  • c.

    gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de

    Woningwet;

  • d.

    ontheffing: ontheffing, als bedoeld in artikel 2:73a, vijfde lid, Algemene Plaatselijke Verordening 2010 gemeente Zevenaar;

  • e.

    weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

Artikel 2. Maximum aantal bussen

De burgemeester verleent geen ontheffing voor het schieten met meer dan 30

bussen op een perceel.

Artikel 3. Voorschriften

1.De burgemeester verbindt voorschriften aan de ontheffing die noodzakelijk

zijn in het kader van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

    • 2.

      Aan de ontheffing worden in ieder geval de volgende voorschriften

verbonden:

a.de in artikel 2:73a, derde lid onder b, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 gemeente Zevenaar, genoemde voorschriften,

tenzij de ontheffing uitdrukkelijk voorziet in een ander voorschrift;

  • b.

    het aantal bussen per schietopstelling bedraagt maximaal 10;

  • c.

    de onderlinge afstanden tussen de schietopstellingen bedraagtminimaal 5 meter;

d.de minimale afstand tussen de schietopstellingen en het aanwezige

publiek;

e.de minimale afstand tussen de schietopstellingen en gebouwen van

derden.

3.De ontheffing wordt verleend voor bepaalde tijd en heeft betrekking op

maximaal één jaarwisseling.

Artikel 4. Weigeringsgronden

De burgemeester kan de vergunning weigeren als door middel van

voorschriften onvoldoende tegemoet kan worden gekomen aan de belangen

van: de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de

bescherming van het milieu.

Artikel 5. Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan de burgemeester gemotiveerd van deze

beleidsregel afwijken, indien toepassing ervan niet in verhouding staat tot de

met deze beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 6. Evaluatiebepaling

De burgemeester evalueert deze beleidsregel binnen 28 maanden na

inwerkingtreding daarvan.

Artikel 7. Citeertitel en inwerkingtreding

1.Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Ontheffing

Carbidschieten Zevenaar”.

2.Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking

daarvan in een huis-aan-huisblad.

Aldus besloten op: 28 september 2011

De burgemeester,

Drs. J.A. de Ruiter

TOELICHTING BELEIDSREGEL ONTHEFFING CARBIDSCHIETEN ZEVENAAR

Algemeen

In de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 van de gemeente Zevenaar (verder: APV)is een verbod opgenomen op het schieten van carbid.

Het verbod geldt niet tijdens dezelfde uren als wanneer vuurwerk mag worden

afgestoken, mits men voldoet aan de voorwaarden. De tijden staan vermeld in hetVuurwerkbesluit.

Er zijn drie categorieën van gevallen:

  • 1.

    carbidschieten met bussen kleiner dan 1 liter;

  • 2.

    carbidschieten met maximaal 10 bussen van maximaal 60 liter groot;

  • 3.

    carbidschieten met maximaal 30 bussen van maximaal 60 liter groot.

Bussen tot 1 liter

Voor bussen tot 1 liter gelden twee regels. Ten eerste mag alleen geschoten wordentijdens die uren die staan in het Vuurwerkbesluit. Ten tweede mogen geen gevaarlijkehandelingen worden gepleegd.

Maximaal 10 bussen tot 60 liter

Voor het schieten met maximaal 10 bussen van maximaal 60 liter groot gelden de regelsdie in de APV staan. Wie aan de onderstaande regels voldoet, hoeft geen ontheffing aante vragen:

  • 1.

    Carbidschieten plaatsvindt op een perceel buiten de bebouwde kom.

  • 2.

    De bussen zijn maximaal 60 liter groot

  • 3.

    Er worden in totaal niet meer dan tien bussen gebruikt.

  • 4.

    Het carbidschieten gebeurt onder het toezicht van een meerderjarig persoon dieervoor zorg draagt dat deze voorwaarden worden nageleefd.

5.Er worden geen handelingen verricht of nagelaten waarvan degene die het

carbidschieten verricht, weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat

daardoor gevaren kunnen optreden voor mens, dier goed of milieu, in ieder

geval:

I.wordt uitsluitend geschoten met een bal (geen deksel);

II. dienen de bussen zodanig stevig in de bodem, in een frame of op

andere wijze te zijn verankerd, dat terugslag wordt voorkomen;

III. wordt geschoten met een schiethoek die niet meer bedraagt dan 45

graden;

IV. vindt het beheer en de uitgifte van carbid alsmede het cabidschieten zelf uitsluitend plaats door personen ouder dan 16 jaar, die niet verkeren onder invloed van alcohol en/of drugs;

V.dient het carbid zodanig bewaard te worden dat deze niet in contact kan komen met water;

VI. zijn op het schietterrein voldoende blusmiddelen aanwezig in de vorm van droog zand en

VII. bevindt het aanwezige publiek zich op een minimale afstand van 25 meter van de schietopstelling;

6.De afstand vanaf de plek waar het carbidschieten plaatsvindt tot gebouwen van

derden bedraagt ten minste 75 meter, tenzij deze derden schriftelijk toestemminghebben gegeven voor een kortere afstand.

7.Het vrijschootsveld bedraagt ten minste 75 meter, dit terrein is in eigendom vanof wordt gehuurd of gepacht door degene onder wiens verantwoordelijkheid hetcarbidschieten gebeurt; hierin liggen geen openbare paden of wegen.

8.De minimale afstand tot het stiltegebied Oude Weide Rijnstrangen bedraagt

500 meter.

9.Indien het carbidschieten plaatsvindt na zonsondergang dient het schietterreingoed te worden verlicht.

Maximaal 30 bussen tot 60 liter

Wie wil schieten met meer dan 30 bussen moet een ontheffing aanvragen. De

burgemeester verbindt aan de ontheffing dezelfde voorschriften als hierboven opgesomd(m.u.v. punt 3). Daarnaast verbindt de burgemeester specifieke voorschriften voor debetreffende locatie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zijn ontleend aan artikel 1 van de APV.

Artikel 2 Maximaal aantal bussen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 3 Voorschriften

De burgemeester verbindt slechts voorwaarden aan de ontheffing die in het belang zijnvan: de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de beschermingvan het milieu. In het tweede lid staan vier type voorwaarden die altijd aan de ontheffingworden verbonden. De burgemeester kan die aanvullen met andere voorschriften.

Lid 2, onder a

In de ontheffing staan dezelfde voorschriften zoals die ook zijn opgenomen in de APVvoor het schieten met maximaal 10 bussen. In de ontheffing kan worden afgeweken vande voorschriften in de APV.

Lid 2, onder b

Bussen, waarmee carbid wordt geschoten, worden meestel in een metalen stelling aanelkaar gelast. Het maximaal aantal bussen in een stelling (of op andere wijzegegroepeerd) mag maximaal 10 zijn. Wat betekent dat bij een ontheffing voor 30 bussener minimaal 3 groepjes of stellingen van tien moeten zijn. Het is natuurlijk ook mogelijkom te schieten met meer groepjes of stellingen van een kleinere omvang.

Lid 2, onder c

Tussen groepjes of stellingen van bussen zit een minimale afstand van 5 meter.

Lid 2, onder d en e

In de ontheffingen worden voorschriften opgenomen over de afstand tot het publiek engebouwen. De afstanden worden afgestemd op de concrete situatie.

Lid 3

Het uitgangspunt van de APV is dat ontheffingen voor onbepaalde tijd zijn (zie artikel 1:7APV). In de beleidsregel wordt afgeweken van dit uitgangspunt:

De aard van de carbidontheffing is dusdanig dat elk jaar beoordeeld zal moeten wordenof ontheffing kan worden verleend. Om die reden wordt een ontheffing slechts voor éénoudjaarsdag/-nacht verleend. Omdat het carbidschieten slechts is toegestaan van 10:00uur op 31 december tot 2:00 uur op 1 januari, kan een ontheffing voor maximaal 16 uurworden verleend.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5 Hardheidclausule

Onder bijzondere omstandigheden is de burgemeester niet alleen bevoegd maar zelfsverplicht van de beleidsregel af te wijken. Dat geldt als de strikte toepassing van debeleidsregel onder bijzondere omstandigheden leidt tot nadelige of voordelige gevolgenvoor één of meer belanghebbenden die onevenredig zijn in verhouding tot de met debeleidregel te dienen doelen. Het moet dan gaan om omstandigheden waarin debeleidsregel niet voorziet.1

Dat heeft tegelijkertijd tot gevolg dat onder normale omstandigheden niet afgeweken magworden en de beleidslijn moet worden gevolgd. Het is de aanvrager die de bijzondereomstandigheden moet aanvoeren en zo nodig bewijzen. Alleen als de bijzondereomstandigheden overduidelijk aanwezig zijn, kan van de burgemeester worden verwachtdat hij daar uit eigen beweging rekening mee houdt bij de besluitvorming.

Strikt genomen hoeft de hardheidsclausule niet in het beleid opgenomen te worden. Dewet voorziet in een algemene formulering van deze clausule.2

1 ABRS 16 februari 2005, 200403595/1.

2 Artikel 4:84 van de ‘Algemene wet bestuursrecht’.

Artikelen 6 Evaluatiebepaling en 7 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze artikelen spreken voor zich.