Regeling vervallen per 01-01-2019

Herziene verordening marktgelden 2017

Geldend van 30-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Herziene verordening marktgelden 2017

De raad van de gemeente Zevenaar;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2017, Z/17/287495/319;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 255 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de:

Herziene verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2017

Artikel 1 – Belastbaar feit

Onder de naam “marktgeld” wordt op grond van het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet een recht geheven voor het uitstallen van goederen of koopwaren tijdens de wekelijkse markt op de daarvoor aangewezen openbare plaatsen.

Artikel 2 – Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene, die de goederen of koopwaren uitstalt of de in artikel 3 bedoelde ruimte gebruikt.

Artikel 3 – Maatstaf van heffing

  • 1. Het marktgeld wordt bepaald aan de hand van de ingenomen ruimte.

  • 2. Onder ingenomen ruimte wordt mede begrepen de ruimte, welke wordt ingenomen door voertuigen waarmede koopwaren worden aan- c.q. afgevoerd, alsmede de ruimte welke wordt ingenomen voor opslag van een reservevoorraad van koopwaren, al dan niet op of in voertuigen, tafels, e.d. geplaatst.

  • 3. Het aantal strekkende meters wordt berekend over de grootste lengte van de ingenomen ruimte.

Artikel 4 – Belastingtarieven

  • 1. Het marktgeld bedraagt voor een dagstandplaats, als bedoeld in de Marktverordening Zevenaar, per dag:

    • a.

      € 2,85 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een maximale diepte van de ingenomen ruimte van 2½ meter, met dien verstande dat het minimum marktgeld € 11,35 per standplaats bedraagt;

    • b.

      indien de diepte van de ingenomen ruimte op enig punt meer bedraagt dan 2½ meter wordt het tweevoud van het onder a genoemde marktgeld geheven.

  • 2. Het marktgeld voor een vaste standplaats, als bedoeld in de Marktverordening Zevenaar, bedraagt per kalenderkwartaal:

    • a.

      € 29,40 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een maximale diepte van de ingenomen ruimte van 2½ meter, met dien verstande dat het minimum marktgeld € 117,60 per standplaats bedraagt;

    • b.

      indien de diepte van de ingenomen ruimte op enig punt meer bedraagt dan 2½ meter wordt het tweevoud van het onder a genoemde marktgeld geheven.

Artikel 5 – Belastingkwartaal

Met betrekking tot de rechten die per kwartaal worden geheven is het belastingkwartaal gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 6 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per kwartaal verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingkwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingkwartaal aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel dertiende gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde rechten als er in dat kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingkwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel dertiende gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde rechten als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

Artikel 7 – Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in artikel 4, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het in gebruik nemen van de ruimte.

Artikel 8 – Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven bij wege van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 9 – Termijnen van betaling

  • 1. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, eerste lid, dient te worden voldaan op het tijdstip van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient te worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 – Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 12 – Overgangsbepaling

De “Verordening marktgelden 2017”, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 – Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 31 december 2017.

Artikel 14 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Herziene verordening marktgelden 2017”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar, gehouden op 29 november 2017.

De griffier,

De voorzitter,