Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling beloningsbeleid gemeente Zevenaar 2018

Geldend van 12-05-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Regeling beloningsbeleid gemeente Zevenaar 2018

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zevenaar

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet, artikel 160 van de Gemeentewet en hoofdstuk 3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

Na overeenstemming in de commissie Bijzonder Georganiseerd Overleg;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende;

REGELING BELONINGSBELEID GEMEENTE ZEVENAAR 2018

Artikel 1 Algemeen

De Regeling beloningsbeleid gemeente Zevenaar beschrijft de wijze waarop de gemeente Zevenaar invulling geeft aan hoofdstuk 3 CAR-UWO.

Artikel 2 Begripsomschrijving

De begripsomschrijvingen zijn opgenomen in artikel 1:1 van de CAR-UWO.

I. Salaris

Artikel 3 Salaris bij aanstelling

  • 1. De medewerker die nieuw in dienst treedt wordt ingeschaald in de functieschaal. Het toekennen van het aantal periodieken binnen die salarisschaal is afhankelijk van de mate van het voldoen aan de gestelde eisen (aantoonbare relevante kennis, competenties en ervaring) voor de functie en de verwachting dat hij de functie naar voldoening zal vervullen.

  • 2. Wanneer de medewerker niet aan de gestelde eisen voor de functie voldoet op het gebied van kennis, competenties, ervaring of er nog geen juist beeld is van zijn wijze van functioneren, kan de medewerker worden ingeschaald in de aanloopschaal. Dit is altijd de eerst lagere schaal dan de functieschaal.

Artikel 4 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de medewerker die het maximum van zijn schaal nog niet heeft bereikt wordt bij voldoende functioneren een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend.

  • 2. Voor de medewerker die vóór 1 januari 2018 in dienst was bij de gemeente Rijnwaarden of (oud) Zevenaar wordt de periodiekdatum toegepast zoals die voor hen gold op basis van de toen geldende regelingen.

  • 3. Voor de medewerker die na 1 januari 2018 in dienst treedt vindt de eerste periodieke verhoging plaats met ingang van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien 12 maanden na de laatste verhoging.

Artikel 5 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging worden toegekend op grond van een uitstekende vervulling van de functie, blijkend uit een vastgestelde beoordeling.

  • 2. Bij de toepassing van de extra periodieke verhoging van het salaris blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 4 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 6 Inpassing bij hogere functieschaal

  • 1. Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal. Hierbij geldt dat het verschil tussen het nieuwe en het oude salaris van de medewerker tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker laatstelijk genoot en het naasthogere in die schaal, dan wel het naastlagere bedrag in de oude schaal indien het maximum van de oude schaal al was bereikt*.

  • 2. De bevordering van de aanloopschaal naar de functieschaal vindt plaats indien de medewerker voldoet aan de gestelde functie-eisen en de functie volledig en naar voldoening uitoefent. Het besluit tot inschaling in de functieschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken medewerker.*

  • 3. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 3:4, lid 1, sub c, CAR-UWO een salarisverhoging wordt toegekend, ongewijzigd.

Artikel 7 Bevordering naar de uitloopschaal

  • 1. De medewerker die gedurende drie jaar het maximum van de functieschaal heeft genoten, kan indien hij voor wat betreft de functievervulling is uitgegaan boven de hieraan gestelde eisen, in aanmerking komen voor plaatsing in de uitloopschaal. Het besluit tot inschaling in de uitloopschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken medewerker.

  • 2. Op grond van uitzonderlijke prestaties kan de in het eerste lid genoemde termijn van drie jaar aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken medewerker worden verkort.

  • 3. Bij de toepassing van lid 1 blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 3:4, lid 1, sub c, CAR-UWO een salarisverhoging wordt toegekend, ongewijzigd.

II. Salaristoelagen

Artikel 8 Functioneringstoelage

Het college kan aan een medewerker een functioneringstoelage toekennen conform artikel 3:8 CAR-UWO.

Artikel 9 Arbeidsmarkttoelage

Het college kan aan een medewerker een arbeidsmarkttoelage toekennen conform artikel 3:9 CAR-UWO.

Artikel 10 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform artikel 3.10 CAR-UWO.

Artikel 11 Garantietoelage

Het college kan aan de medewerker die wordt geconfronteerd met een lager salaris en/of toelagen, een garantietoelage toekennen conform artikel 3:15 CAR-UWO.

III. Overige vergoedingen en uitkeringen

Artikel 12 Toelage beschikbaarheidsvergoeding eigen motorvoertuig

  • 1. Aan de medewerker die voor de uitoefening van de functie nagenoeg dagelijks zijn motorvoertuig nodig heeft, wordt een vaste beschikbaarheidsvergoeding toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend conform de “Regeling beschikbaarheidsvergoeding eigen motorvoertuig”.

Artikel 13 Kledingtoelage

De medewerker die bij de vervulling van zijn betrekking verplicht is door het college aangegeven kleding of uniform te dragen, ontvangt daarvoor een vergoeding conform de Kleding en Uniformregeling 2018.

Artikel 14 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

De medewerker die de fiets gebruikt voor woon- werkverkeer ontvangt daarvoor een vergoeding conform de “Regeling fietsvergoeding woon-werkverkeer gemeente Zevenaar 2018”

IV. Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 15 Het schouderklopje

  • 1. Als blijk van waardering voor de wijze waarop een medewerker in een bepaalde periode of in een bepaalde situatie is opgetreden, kan aan hem een schouderklopje worden toegekend.

  • 2. Het schouderklopje heeft een waarde van ten hoogste € 100,- netto en wordt uitgekeerd in de vorm van een cadeau of tegoedbon.

Artikel 16 Gratificatie wegens bijzondere beloning

  • 1. Aan de medewerker die een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd kan een gratificatie als bedoeld in artikel 3.20 van de CAR/UWO worden toegekend.

  • 2. De hoogte van deze gratificatie bedraagt, afhankelijk van de prestatie, € 250,-, € 500,- of € 750,- netto.

Artikel 17 Groepsgratificatie

  • 1. Aan een groep medewerkers, die als team een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2. De hoogte van deze gratificatie bedraagt, afhankelijk van de prestatie, € 100,- of € 200,- netto per persoon.

V. Overige bepalingen

Artikel 18 Slotbepalingen

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2018.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling beloningsbeleid gemeente Zevenaar 2018”.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar,

Michel Tromp

secretaris

Ella Schadd-de Boer

burgemeester

Toelichtingen

*Bij artikel 4 tot en met 8.

Bij de beoordeling of er sprake is van voldoende of zeer goed functioneren geldt voor de medewerkers afkomstig uit Rijnwaarden het Reglement beoordelen en belonen en voor de medewerkers afkomstig van de gemeente Zevenaar de Regeling gesprekkencyclus gemeente Zevenaar. Voor nieuwe medewerkers geldt de Regeling gesprekkencyclus gemeente Zevenaar

*Bij artikel 6

Indien de medewerker in zijn oude schaal nog een periodieke verhoging zou hebben ontvangen vóór hij wordt ingepast in de nieuwe schaal of op moment dat hij wordt ingepast in de nieuwe schaal, dan wordt voor toepassing van dit artikel de nieuwe periodiek als uitgangspunt genomen voor de inschaling in de nieuwe schaal.

Wanneer de medewerker van aanloopschaal naar functieschaal gaat, wordt het salaris in de functieschaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de medewerker in de aanloopschaal heeft.