Mandaatbesluit invordering gemeentelijke belastingen

Geldend van 31-05-2018 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit invordering gemeentelijke belastingen

De gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in artikel 231, lid 2 sub c van de Gemeentewet

Gelet op artikel 231 van de Gemeentewet en de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid en klantgerichtheid wenselijk is dat haar werkzaamheden door andere functionarissen kunnen worden uitgevoerd,

besluit:

Artikel 1 Definitie

Onder mandaat wordt in dit besluit verstaan de bevoegdheid om in naam en onder verantwoordelijkheid van de invorderingsambtenaar te besluiten, zulks met inbegrip van de ondertekeningbevoegdheid.

Artikel 2 Bevoegde functionarissen

De heffingsambtenaar te mandateren om namens haar de kwijtscheldingsbeschikkingen te vermelden op de aanslagbiljetten ingevolge onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting met inachtneming van het ter zake geldende recht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregeling.

Artikel 3 Voorwaarden

Aan de mandatering worden de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1.

    De heffingsambtenaar stemt in met de mandaatverlening.

  • 2.

    Ondermandaat is niet toegestaan.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Dit besluit wordt bekend gemaakt door publicatie op www.overheid.nl

Ondertekening

Zevenaar, 23 mei 2018

De invorderingsambtenaar,

M.G.H. Soeter – van Schip