Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2018

Geldend van 05-07-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2018

Intitulé

Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar en de burgemeester van Zevenaar, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

overwegende,

dat de stuurgroep herindeling Rijnwaarden/Zevenaar op 21 maart 2017 de besturingsfilosofie en de hoofdstructuur van de nieuwe gemeente Zevenaar heeft vastgesteld;

dat de stuurgroep vervolgens op 11 juli 2017 de detailstructuur heeft vastgesteld, waarin de taken van de verschillende organisatieonderdelen is vastgelegd;

dat in de plaatsingsfunctieboeken I en II de specifieke taken per functie zijn beschreven;

dat in deze mandaatregeling de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:3 Awb;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • c.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • d.

    mandaathouder: de functionaris die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent;

  • e.

    volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • g.

    CAR UWO: collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

  • h.

    functieboek 1: functieboek waarin de functies van de sleutelfunctionarissen zijn beschreven.

Artikel 2 Schakelbepaling volmacht en machtiging

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.

Artikel 3 Inhoud mandaat

De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 4 Algemene bepalingen

  • 1. Het college en de burgemeester van Zevenaar verlenen de functionaris die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2. Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 5.

  • 3. De mandaathouder heeft tevens de bevoegdheid het in het eerste lid bedoelde mandaatbesluit te ondertekenen.

Artikel 5 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening

  • 1. Het in het artikel 4, eerste lid, bedoelde mandaat komt de mandaathouder slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheid c.q. taakveld waarbinnen de functionaris werkzaam is.

  • 2. De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.

  • 3. De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

  • 4. De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de afdelingshoofden.

  • 5. Ondermandaat is niet toegestaan, tenzij het college of de burgemeester ten aanzien van een bepaalde bevoegdheid hebben aangegeven dat ondermandaat wel is toegestaan.

  • 6. De Budgethoudersregeling en het Treasurystatuut dienen in acht te worden genomen.

  • 7. In geval van strijdigheid tussen de Budgethoudersregeling en het Mandaatbesluit vervalt laatstgenoemd besluit.

  • 8. Naast de mandaten die op basis van deze algemene mandatenregeling worden verleend, kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

Artikel 6 Specifieke mandaten aan derden

  • 1. Verlening van mandaat aan een mandaathouder die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de instemming van de mandaathouder en in voorkomend geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid de gemandateerde werkt.

  • 2. Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een Gemeenschappelijke Regeling zijn opgedragen valt niet onder deze regeling.

  • 3. Mandaat tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die door middel van een overeenkomst aan een derde zijn overgedragen, valt niet onder deze regeling.

  • 4. Voor zover aan overige derden een specifiek mandaat wordt verleend, zijn deze opgenomen in bijlage 4.

  • 5. Het specifieke mandaat laat onverlet de werking van het algemeen mandaat.

  • 6. De algemene uitzonderingen zoals genoemd in bijlage 1 zijn onverkort van toepassing op specifieke mandaten.

Artikel 7 Plaatsvervanging

  • 1. Indien het mandaat, de volmacht of machtiging aan een bepaalde functionaris wordt verleend, wordt daarmee het mandaat, de volmacht of machtiging eveneens geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten, zoals de gemeentesecretaris en het afdelingshoofd van de betreffende afdeling.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van het afdelingshoofd als bedoeld in het eerste lid, kan deze worden vervangen door een ander afdelingshoofd.

Artikel 8 Ondertekeningswijze bij mandaat

  • 1. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, als volgt:

    “Namens het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar” of “Namens de burgemeester van Zevenaar”,

    Handtekening

    Naam mandaathouder

    Functie mandaathouder

  • 2. Een krachtens mandaat genomen besluit en bij vervanging genomen besluit vermeldt de naam en functie van degene die wordt vervangen met daarachter “bij afwezigheid” (b.a.) en de handtekening van de vervanger.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.

Artikel 10 Intrekking oude regelingen

De Mandatenregeling 2015 Zevenaar, zoals laatstelijk vastgesteld door het college en de burgemeester van Zevenaar op 7 juni 2016 en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijnwaarden, vastgesteld door het college en de burgemeester van Rijnwaarden op 6 maart 2012, worden per 1 januari 2018 ingetrokken. Daarnaast worden alle afzonderlijk intern verstrekte mandaten ingetrokken met het vaststellen van de Mandaatregeling Zevenaar 2018.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘1e wijziging Mandaatregeling Zevenaar 2018’.

Ondertekening

Zevenaar, 26 juni 2018

Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Zevenaar,

Secretaris,

Burgemeester

Burgemeester

Bijlage 1 Niet gemandateerde bevoegdheden van het college en de burgemeester

Algemeen

  • 1.

    Indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften.

  • 2.

    In geval van een bevoegdheid die in een wettelijke regeling expliciet wordt uitgezonderd van mandaat en derhalve geacht wordt voorbehouden te zijn aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld.

  • 3.

    Het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt.

  • 4.

    Als een lid van het college of de leidinggevende van de mandaathouder heeft aangegeven dat hij het voorstel aan de mandaatgever wenst voor te leggen.

  • 5.

    Als de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten.

  • 6.

    Aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben; hiervan is sprake als:

    • -

      de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • -

      de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen of belangengroepen.

  • 7.

    Indien de mandaathouder een persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, dan vindt besluitvorming plaats door de hiërarchisch hoger geplaatste persoon op de afdeling.

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het afleggen van verantwoording, het informeren en raadplegen van de raad.

  • 3.

    Het vaststellen van een formulier voor het indienen van een aanvraag.

  • 4.

    Het beslissen om een besluit met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor te bereiden.

  • 5.

    Het nemen van een besluit dat is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en waarbij zienswijzen zijn ingediend.

  • 6.

    Voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift betreft anders dan het aangaan van een dienstverband.

  • 7.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels.

  • 8.

    Het weigeren van subsidies.

  • 9.

    Het beslissen op bezwaar wanneer het primaire besluit niet in mandaat is genomen.

  • 10.

    Het beslissen op bezwaar waarbij wordt afgeweken van het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften en als het gaat om personeelsaangelegenheden.

  • 11.

    Het beslissen op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.

  • 12.

    Het beslissen ten aanzien van een ingediende klacht op grond van hoofdstuk 9 Awb.

  • 13.

    Het instellen van commissies als bedoeld in artikel 83 en 84 Gemeentewet.

  • 14.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 15.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 16.

    Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 17.

    Het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam.

  • 18.

    Het nemen van een aanwijzingsbesluit op grond van de APV.

  • 19.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van seksinrichtingen.

Privaatrecht

  • 1.

    Het besluit tot oprichting van of deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het afgeven van borgstellingen.

  • 3.

    Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van een schenking, erfstelling of legaat.

  • 5.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 6.

    Besluiten tot het aangaan van civiele procedures voor vorderingen boven de € 25.000,-.

  • 7.

    Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 8.

    Besluiten tot het treffen van een schikking.

  • 9.

    Het beslissen inzake verzekeringsaangelegenheden, waaronder aansprakelijkheid van de gemeente, boven de € 10.000,- per geval.

  • 10.

    Het oninbaar verklaren van vorderingen boven de € 25.000,-.

  • 11.

    Besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

  • 12.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om van tevoren te worden ingelicht.

  • 13.

    Het aangaan van verplichtingen voor:

    • a.

      werken met een opdrachtwaarde van meer dan € 1.000.000,- en

    • b.

      leveringen en diensten die de drempelwaarde voor verplichte Europese aanbesteding overschrijden, tenzij het aangaan van een verplichting past binnen de vastgestelde Grondexploitatie (GREX).

  • 14.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Het vaststellen van de definitieve functiebeschrijvingen/functiewaarderingen.

  • 3.

    Het benoemen en ontslaan van de gemeentesecretaris.

  • 4.

    Het verlenen van strafontslag.

  • 5.

    De uitoefening van alle overige bevoegdheden op grond van de CAR UWO en de daarop gebaseerde regelingen ten aanzien van de gemeentesecretaris.

Bevoegdheden burgemeester

  • 1.

    Het opleggen van een huisverbod.

  • 2.

    Het sluiten van een woning (artikel 13b Opiumwet).

  • 3.

    Het verlenen van een evenementenvergunning, risicocategorie C.

  • 4.

    Het instellen van cameratoezicht op openbare plaatsen.

  • 5.

    Noodverordening/noodbevel.

  • 6.

    Het intrekken of verlengen van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 7.

    De lastgeving tot inbewaringstelling krachtens de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 8.

    Alle overige in de Gemeentewet, Hoofdstuk XI, aan de burgemeester toegekende bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid, tenzij uitdrukkelijk gemandateerd.

  • 9.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 10.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV.

  • 11.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van het toezicht op horecabedrijven.

  • 12.

    Het opleggen van een verblijfsontheffing op grond van de APV.

  • 13.

    Het (onder)tekenen van notariële aktes.

Bijlage 2 mandaat voorbehouden aan algemeen directeur/secretaris

Bevoegdheden die gelden ten aanzien van alle (hiërarchisch ondergeschikte) medewerkers tenzij anders is vermeld.

  • 1.

    Het ontzeggen van de toegang tot het gemeentehuis of gemeentedienst.

  • 2.

    Het verlenen van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid.

  • 3.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie of verminderde behoefte aan arbeidskrachten.

  • 4.

    Het verlenen van ontslag wegens overige gronden.

  • 5.

    Het benoemen van de functionarissen van functieboek 1.

  • 6.

    Het opleggen van een disciplinaire maatregel.

  • 7.

    Het toepassen van de hardheidsclausule in de CAR UWO of daarop gebaseerde regelingen.

  • 8.

    Het vaststellen van de beoordeling van medewerkers op grond van de CAR UWO.

  • 9.

    Het vaststellen van de voorlopige functiebeschrijvingen.

  • 10.

    Het indelen van een nieuwe functie in een HR21 normfunctie welke reeds in het huidige functieboek is vastgesteld.

Overige bevoegdheden

  • 1.

    Het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van tijdelijk personeel.

  • 2.

    Het voeren van het georganiseerd overleg met de vakbonden.

  • 3.

    De bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

  • 4.

    Het nemen van besluiten indien bij betrokkenheid van meerdere afdelingen er geen overeenstemming is over het te nemen besluit.

Bijlage 3 mandaat voorbehouden aan afdelingshoofd(en)

  • 1.

    Alle bevoegdheden op grond van de CAR UWO en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover niet opgenomen in bijlage 1 en bijlage 2.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie, waarbij de toekenning meer dan € 10.000,- bedraagt.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot het verlenen en vaststellen van subsidies die in overeenstemming zijn met het vastgestelde beleid en die passen binnen de begroting en/of het subsidieplafond vanaf € 5.000,-.

  • 4.

    Het wijzigen en intrekken van subsidies.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wmo of de Jeugdwet, waarmee een bedrag is gemoeid van meer dan € 30.000,-.

  • 6.

    Het toepassing geven aan de hardheidsclausule.

  • 7.

    Het aangaan van verplichtingen voor:

    • a.

      werken met een opdrachtwaarde tussen € 250.000,- en € 1.000.000,- en;

    • b.

      leveringen en diensten met een opdrachtwaarde tussen € 100.000,- en de drempelwaarde voor verplichte Europese aanbesteding, tenzij het aangaan van een verplichting past binnen de vastgestelde Grondexploitatie (GREX).

  • 8.

    Besluiten tot de aan- en verkoop van onroerende zaken tot een bedrag van € 500.000, tenzij het besluit past binnen de vastgestelde GREX en de grondprijsbrief.

  • 9.

    Besluiten tot het aangaan van civiele procedures voor vorderingen tot € 25.000,-.

  • 10.

    Het aanvragen van vergunningen/ontheffingen en het doen van meldingen ten behoeve van de eigen afdeling.

  • 11.

    Het benoemen van de ambtenaren van de burgerlijke stand.

  • 12.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie t.b.v. de gemeente.

  • 13.

    Het indienen van een zienswijze, het maken van bezwaar, het indienen van beroep of hoger beroep of het verzoeken om een voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke procedure.

  • 14.

    Het verlenen van een machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente in een bestuursrechtelijke-, strafrechtelijke- of privaatrechtelijke procedure.

  • 15.

    Het beslissen op bezwaar indien conform het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften wordt besloten, personeelsaangelegenheden uitgezonderd.

  • 16.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens c.q. de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 17.

    Het aanwijzen van toezichthouders.

  • 18.

    Het oninbaar verklaren van vorderingen tussen de € 5.000,- en de € 25.000,-.

Bijlage 4 mandaat aan derden

  • 1.

    Ondertekeningsmandaat ten aanzien van het nemen van het besluit tot het opleggen van een huisverbod (Wet tijdelijk huisverbod). De Hulpofficier overlegt met de burgemeester voordat een huisverbod wordt opgelegd.

  • 2.

    Bevoegdheden o.g.v. de Huisvestingsverordening aan de woningbouwcoöperaties, de Urgentiecommissie woonruimteverdeling gemeente Arnhem en de hoofden van de afdeling Sociale Zekerheid en Omgevingsrecht en Juridisch Advies en Control van de gemeente Arnhem.

  • 3.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wegsleepregeling aan bergingsbedrijf van Amerongen BV te Arnhem.

  • 4.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet kinderopvang aan de inspecteur GGD.

  • 5.

    Bevoegdheden o.g.v. de Jeugdwet aan de geregistreerde instellingen.

  • 6.

    Bevoegdheden o.g.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning t.b.v. het beschermd wonen aan de centrumgemeente Arnhem.

  • 7.

    Bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen o.g.v. het Burgerlijk Wetboek aan de Officier van Dienst en de Algemeen Commandant Bevolkingszorg in geval van incidenten, rampen en crises.

  • 8.

    Het aanwijzen van bijzondere opsporingsambtenaren voor het gebied Rhederlaag aan de directie van RGV Holding BV, thans Leisurelands (17-2-2011).

Toelichting op het Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Zevenaar 2018

Voor u ligt het mandaatbesluit van de gemeente Zevenaar. In artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde orgaan. De mandaathouder kan namens de mandaatgever besluiten nemen. Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen. Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de ambtenaar die het besluit feitelijk heeft genomen. Voor de gemeente Zevenaar is behoefte aan een nieuwe mandaatregeling, die aansluit op de nieuwe organisatiestructuur.

Methodiek

De methodiek die in deze mandaatregeling wordt toegepast wijkt af van de methodiek die tot nu toe in de gemeente werd gehanteerd. Tot nu toe is het in de gemeente gebruikelijk om in de mandaatregeling alle gemandateerde bevoegdheden expliciet te benoemen, vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd. Deze methode heeft vanzelfsprekend voor- en nadelen. Voordeel van deze methode is dat er vrij nauwkeurig kan worden nagegaan aan welke functionaris welke bevoegdheid is gemandateerd. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatregeling dan is uitsluitend het college of de burgemeester bevoegd om de besluiten te nemen. Nadeel van deze methode is dat dergelijke mandaatbesluiten snel “verouderen” en daardoor erg onderhoudsgevoelig zijn. Wetten worden voortdurend gewijzigd, er komen steeds nieuwe wetten of wetten worden juist ingetrokken. Dit alles maakt dat de mandaatregeling vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig is.

De gemeente Zevenaar kent een besturingsfilosofie, waarbij op basis van integraliteit wordt gewerkt. Volgens dit organisatiebeginsel worden de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. De afdelingshoofden, maar ook de onder hen ressorterende functionarissen, moeten over die bevoegdheden beschikken om de hen toegekende taken adequaat en efficiënt uit te voeren.

Dat impliceert tevens dat het bestuur haar medewerkers het vertrouwen schenkt dat zij op gepaste en verstandige wijze gebruik maken van en omgaan met hun bevoegdheden. Derhalve wordt een zeker inschattingsvermogen en politieke sensitiviteit verlangd van de betrokken functionaris. Waar dat in een incidenteel geval verkeerd wordt ingeschat, heeft dat naar derden geen gevolgen. Immers, de betreffende functionaris was formeel bevoegd. Intern kan de functionaris echter aangesproken worden op een onjuist of onterecht gebruik van zijn bevoegdheden. Belangrijk is ook dat van een mandaat gebruik kan worden gemaakt; het is geen verplichting. Dit dient van geval tot geval bekeken te worden door de functionaris.

De nieuwe, omgekeerde methodiek is minder onderhoudsgevoelig en komt beter tegemoet aan de uitgangspunten van integraliteit. Alle collegebevoegdheden worden gemandateerd tot op medewerkers-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander (leidinggevend) niveau. Bovendien wordt in de mandaatregeling zo min mogelijk verwezen naar wetsartikelen e.d. Het directe gevolg van deze methode is natuurlijk dat alle bevoegdheden die niet zijn uitgezonderd van het mandaat, zijn gemandateerd tot op medewerkers-niveau en dus zo laag mogelijk in de organisatie komen te liggen.

Ondertekening- en beslissingsmandaat

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten zijn. Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Spreekt voor zich.

Artikel 2

Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb. Door dit artikel wordt duidelijk dat de mandaatregeling niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente maar op al het handelen, dus ook privaatrechtelijk en feitelijk handelen.

Een voorbeeld van volmacht is de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten en een voorbeeld van een machtiging is de bevoegdheid om een betaling te verrichten of om tarieven vast te stellen voor commerciële dienstverlening door de gemeente.

Volmacht is de privaatrechtelijke evenknie van mandaat. Volmacht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 3 art. 60 e.v. en wordt via de schakelbepaling in de Awb (art. 10:12) gelijkgesteld met mandaat. Volmacht is niet als zodanig in het mandaatbesluit te onderscheiden. Toch is het van belang even bij deze rechtsfiguur stil te staan. Volmacht speelt een rol bij het optreden van de gemeente als rechtspersoon naar burgerlijk recht. Een voorbeeld kan hierbij wellicht duidelijkheid verschaffen. Als de gemeente (als rechtspersoon) een koopovereenkomst sluit, is het college op grond van de Gemeentewet het bevoegde orgaan om tot koop te beslissen. De ondertekening van de koopovereenkomst wordt echter door de burgemeester (ingevolge art. 171 Gemeentewet) gedaan. Het college kan een ambtenaar een volmacht verlenen om besluiten te nemen tot het aangaan van een overeenkomst. Toch zal de burgemeester nog steeds de overeenkomst moeten ondertekenen, tenzij deze aan een ambtenaar volmacht verleent om de gemeente namens hem te vertegenwoordigen.

Artikel 3

Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, bijvoorbeeld ondertekening van de stukken, door de mandaathouder worden verricht. In plaats van per gemandateerde bevoegdheid ook de bijbehorende handelingen te mandateren, is deze algemene bepaling in het mandaatbesluit opgenomen.

Artikel 4

In het eerste artikellid worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de medewerkers van de gemeente Zevenaar en aan ingehuurde medewerkers die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

In het tweede lid is opgenomen dat de voorwaarden en uitzonderingen die in artikel 5 zijn opgenomen in acht dienen te worden genomen bij de uitoefening van het mandaat.

In het derde lid is opgenomen dat er geen onderscheid bestaat tussen een beslis- en ondertekeningsmandaat.

Artikel 5

In het eerste lid is de voorwaarde opgenomen dat pas gebruik kan worden gemaakt van een mandaat als de uitoefening van een bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de desbetreffende organisatie-eenheid danwel taakveld. In de hoofd- en detailstructuur, vastgesteld door de stuurgroep Rijnwaarden/Zevenaar, zijn de verschillende organisatie-eenheden beschreven. Daarnaast zijn in de functieplaatsingsboeken de taken beschreven op medewerkers-niveau.

Het uitgangspunt van de regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdhedenniveau. Dit past ook bij de uitgangspunten van de besturingsfilosofie die door de stuurgroep is vastgesteld.

In het tweede lid wordt verwezen naar bijlage 1, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn uitgezonderd van mandaat.

In het derde lid wordt verwezen naar bijlage 2, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

In het vierde lid wordt verwezen naar bijlage 3, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de afdelingshoofden.

In het vijfde lid is opgenomen dat ondermandaat niet is toegestaan, tenzij dit expliciet is aangegeven.

In het zesde lid is opgenomen dat hetgeen is bepaald in de Budgethoudersregeling en het Treasurystatuut in acht wordt genomen bij de uitoefening van een mandaat.

In het zevende lid is geregeld dat de Budgethoudersregeling voorgaat op het Mandaatbesluit in geval van strijdigheid.

In het achtste lid is opgenomen dat het college en de burgemeester ook nog individuele mandaten kunnen verlenen. Een overzicht van deze mandaten wordt achter deze mandatenregeling gevoegd.

Artikel 6

In dit artikel zijn de mandaten aan derden geregeld. Het betreft derden die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. In bijlage 4 is een lijst van mandaten opgesomd.

In het tweede lid is opgenomen dat de mandaten die aan een gemeenschappelijke regeling zijn verleend buiten de reikwijdte van het Mandaatbesluit vallen.

Artikel 7

Spreekt voor zich.

Artikel 8

Spreekt voor zich.

Artikel 9

Spreekt voor zich.

Artikel 10

De mandaten aan externe partijen worden niet ingetrokken en blijven dus ook na in werking treden van dit mandaatbesluit gelden. Dit sluit aan bij art. 10:4 Awb. Mandaat aan ondergeschikten is steeds een eenzijdige (publiekrechtelijke) rechtshandeling. Externe partijen zijn geen ondergeschikten. Mandaat aan niet- ondergeschikten is – met uitzondering van de situatie waarin bij wettelijk voorschrift in mandaat is voorzien – alleen mogelijk indien de ander het mandaat ook aanvaardt: wilsovereenstemming is vereist en dat impliceert een afspraak of in de terminologie van het BW een overeenkomst. De omgekeerde methodiek is niet geschikt voor het vastleggen van mandaten aan niet-ondergeschikten.

Artikel 11

Spreekt voor zich.

Bijlage 1

In deze bijlage staan de bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd.

Dit houdt in dat de bestuursorganen zelf deze bevoegdheden blijven uitoefenen. Een portefeuillehouder alleen komen geen bevoegdheden toe op grond van de wet. Deze lijn is doorgetrokken in dit Mandaatbesluit.

Er is een onderverdeling gemaakt in algemeen, publiekrechtelijke bevoegdheden, privaatrechtelijke bevoegdheden, personeelsaangelegenheden en specifieke bevoegdheden van de burgemeester.

Veel van de bevoegdheden spreken voor zich. Een enkele bevoegdheid wordt hieronder nog toegelicht.

Publiekrecht

Onder 2; de portefeuillehouder kan zelfstandig ook de raad informeren.

Privaatrecht

Onder 10; het mandaat kan worden uitgeoefend per vordering; er kunnen meerdere vorderingen bestaan op één wederpartij.

Onder 13; onderstaande drempelwaarden dienen in acht te worden genomen bij het aangaan van een verplichting.

Werken

Diensten en Leveringen

Tot € 250.000

medewerker

Tot € 100.000

medewerker

Tussen € 250.000 en € 1.000.000

Afdelingshoofd

Tussen € 100.000 en drempelwaarde Europese aanbesteding

Afdelingshoofd

> € 1.000.000

Geen mandaat

> drempelwaarde Europese aanbesteding

Geen mandaat

  • -

    bovenstaande bedragen betreffen de gecalculeerde opdrachtwaarde.

  • -

    de aanbesteding dient te geschieden volgens het Liemerse Inkoop- en aanbestedingsbeleid;

  • -

    het aangaan van verplichtingen is inclusief beslissing over meer- en minderwerk, mits dit binnen het beschikbare budget of krediet blijft;

  • -

    er ligt altijd een bestuurlijk besluit en voldoende budget/krediet ten grondslag aan het aangaan van verplichtingen;

  • -

    de afwegingen die in Bijlage 1 onder Algemeen zijn opgesomd dienen in acht te worden genomen.

  • -

    als het aangaan van een verplichting past binnen de financiële kaders van de Grondexploitatie (GREX) dan ligt het mandaat op medewerkers-niveau, ongeacht de waarde die met de verplichting is gemoeid.

Bevoegdheden burgemeester

Onder 1; het betreft een beslismandaat. Het ondertekeningsmandaat is gemandateerd aan de Hulpofficier van Justitie (zie bijlage 4, onder 1).

Onder 3; het weigeren van evenementenvergunning risicocategorie C is wel gemandateerd. Ook het verlenen/weigeren van een evenementenvergunning risicocategorie 0, A en B is gemandateerd (zie afdeling 7 van de APV).

Onder 4; het betreft een bevoegdheid op grond van de APV.

Onder 5; dit is geregeld in Hoofdstuk XI van de Gemeentewet.

Bijlage 2

In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris. De mandaten spreken voor zich.

Bijlage 3

In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de afdelingshoofden.

Onder 2; bij bedragen boven de € 50.000,- dient eerst te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

Onder 6: zie toelichting bij punt 13 van bijlage 1.

Onder 7: als het besluit past binnen de financiële kaders van de Grondexploitatie (GREX) en de grondprijsbrief dan ligt het mandaat op medewerkers-niveau, ongeacht de waarde die met de verplichting is gemoeid.

Onder 13; de bevoegdheid ziet ook op het machtigen van derden (zoals advocaten en adviseurs).

Bijlage 4

In deze bijlage staan de bevoegdheden die aan externen zijn verleend. Het betreft een opsomming van de verleende mandaten. De mandaten zijn niet gedetailleerd beschreven. Hiervoor dienen de afzonderlijke mandaatbesluiten te worden geraadpleegd.

Niet tot de categorie externen behoren de gemeenschappelijke regelingen. Dit is bepaald in artikel 6, tweede lid.