Beleidsregels voor het aanwijzen van parkeerplaatsen uitsluitend ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen

Aanvragen vanuit de concessiehouder (Allego) of vanuit een derde partij voor het plaatsen van een E-laadpaal met twee aansluitingen met daarbij behorende parkeerplaatsen ten behoeve van het opladen elektrische voertuigen zijn/worden de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen aangewezen volgens de volgende beleidsregels, welke aan de hand van de reeds toegepaste methode zijn opgesteld:

• 1.

  De aanvrager, met uitzondering van de gemeente Zevenaar en de concessiehouder, is/komt in het bezit van, of least, een elektrisch voertuig.

• 2a.

  Indien de aanvrager parkeergelegenheid heeft op eigen terrein zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen.

• 2b.

  Voor zover de aanvrager de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij de woning, in een parkeergarage onder of nabij de woning of een binnenterrein e.d., wordt eveneens geen medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadlocatie in de openbare ruimte.

• 3.

  Indien in de directe omgeving van het woonadres van de aanvrager voldoende beschikbare openbare parkeerplaats(en) aanwezig is (zijn), zal direct nabij het adres parkeerplaats(en) worden aangewezen; conform de in de aanvraag gewenste parkeerplaatsen.

• 4.

  Indien, naar oordeel van de gemeente, de locatie van de gevraagde laadpaal niet geschikt is omdat bijvoorbeeld er een te smal trottoir overblijft achter de laadpaal, zal in de directe nabijheid worden gekeken naar alternatieve openbare parkeerplaats(en), binnen een loopafstand van maximaal 250m, via de kortste route, vanaf het woonadres van de aanvrager.

• 5.

  De parkeerdruk is niet leidend voor het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen. Er kan in sommige gevallen worden besloten om het duurzaamheidsbelang te laten prevaleren boven de parkeerdruk.

• 6.

  Indien een aanvraag wordt gehonoreerd zal nabij de E-laadpaal twee parkeerplaatsen worden aangewezen ten behoeve van het opladen elektrische voertuigen, in een verkeersbesluit wordt dit kenbaar gemaakt.

• 7.

  Indien een aanvraag wordt ingediend voor een E-laadpaal met de daarbij horende parkeerplaats(en) en het adres van de aanvrager ligt binnen loopafstand van 250m van een bestaande E-laadpaal, wat getoetst wordt aan de hand van de bij deze beleidsregels horende kaart, dan wordt de aanvraag niet gehonoreerd en geen E-laadpaal geplaatst.

• 8.

  Bij deze beleidsregels hoort de kaart ‘aangewezen parkeerplaatsen opladen elektrische voertuigen’ welke wordt bijgehouden/ bijgewerkt naar de actuele stand.

• 9.

  In gebieden waar betaald parkeren, de verplichting van een parkeervergunning, maximale parkeerduur of enige andere restrictie geldt, blijft deze restrictie onverminderd van kracht.

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.