Regeling vervallen per 27-01-2017

Uitvoeringsregeling Verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via het cafetariamodel

Geldend van 01-01-2014 t/m 26-01-2017

Intitulé

Uitvoeringsregeling Verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via het cafetariamodel

Uitvoeringsregeling Verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via het cafetariamodel

Uitvoeringsregeling Verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via het cafetariamodel

  • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Artikel 2 Vaststellen van de hoogte van de verrekening

  • Artikel 3 Aanvraag verrekening reiskostenvergoeding

  • Artikel 4 Ontslag

  • Artikel 5 Fiscale voorwaarden

  • Artikel 6 Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen

  • Artikel 7 Slotbepaling

  • 1

    Medewerker: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, uitgezonderd artikel 2:5 van de CAR/UWO.

  • 2

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer

  • 3

    Salaris: salaris zoals omschreven in artikel 3:1 lid 2 sub b van de CAR/UWO.

  • 4

    Eindejaarsuitkering: eindejaarsuitkering zoals omschreven in artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 5

    Reiskostenvergoeding: de kosten die gemaakt worden om van de eigen woning naar de plaats van tewerkstelling te reizen, berekend conform het gestelde in de Uitvoeringsregeling Vergoeding Reiskosten woon-werkverkeer.

  • 6

    Fiscale ruimte:het verschil tussen de in een kalenderjaar door de wetgever vastgestelde hoogte van de onbelaste vergoeding voor reiskosten woon- werkverkeer en de door de werknemer reeds ontvangen vergoedingen voor woon- werkverkeer, gemaakte dienstreizen en de tegemoetkoming in het kader van de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement.

  • 7

    Plaats van tewerkstelling: een gebouw, gebouwencomplex, terrein of een ander door de werkgever, de algemeen directeur/gemeentesecretaris, de directeur van een directie of de griffier, al naar gelang waar de medewerker werkzaam is, aan te wijzen plaats, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

  • 8

    Bron: de aanwending van (een deel van) de eindejaarsuitkering of (een deel van) het salaris van de maand december waartegen de verrekening van de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer plaatsvindt.

De werkgever stelt vast of een medewerker voor verrekening van de fiscale ruimte in aanmerking komt.

Op grond van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer wordt het aantal kilometers woon- werkverkeer per jaar vastgesteld. Dit aantal is de basis voor het bepalen van de fiscale ruimte.

De fiscale ruimte wordt bepaald door het in lid 2 berekende aantal kilometers te vermenigvuldigen met door de wetgever bepaalde, fiscaal onbelaste reiskostenvergoeding per kilometer.

Bij de door de medewerker in een kalenderjaar daadwerkelijk ontvangen vergoedingen op grond van de Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon- werkverkeer worden behalve de eventuele eveneens in hetzelfde kalenderjaar verstrekte vergoedingen op grond van de Uitvoeringsregeling Vergoeding dienstreizen, ook de ontvangen vergoeding Bijdrage in OV reizen, opgenomen in de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement, opgeteld.

Indien de fiscale ruimte minus de uitkomst van de som van het gestelde in lid 4 een positief resultaat oplevert, wordt dit bedrag in de maand december fiscaal onbelast verrekend met de eindejaarsuitkering dan wel het salaris van de maand december.

Mocht, indien de medewerker heeft gekozen voor verrekening met de eindejaarsuitkering, deze niet toereikend zijn voor totale verrekening, dan zal een deel van het salaris van de maand december voor verdere verrekening worden aangewend.

De medewerker verzoekt, door inlevering van een volledig ingevuld en ondertekend ‘Aanvraagformulier verrekening reiskostenvergoeding woon- werkverkeer via het cafetariamodel’ bij de Salaris- en Personeelsadministratie, om verrekening van de fiscale ruimte en geldt tot wederopzegging.

Verrekening vindt, ongeacht de gekozen bron, plaats in de maand december.

Indien een medewerker voor verrekening van de fiscale ruimte in aanmerking komt, wordt deze verrekening middels verwerking op de salarisstrook aan de medewerker kenbaar gemaakt, waarbij over dat bedrag geen loonbelasting wordt ingehouden.

Indien een medewerker niet voor verrekening van de fiscale ruimte in aanmerking komt, ontvangt deze een afwijzingsbeslissing.

Indien de medewerker ontslag wordt verleend, vindt verrekening met betrekking tot het lopende kalenderjaar tot de datum van ontslag plaats.

Per jaar mag er maximaal 30% van de bezoldiging fiscaal vriendelijk worden ingezet ten behoeve van alle onderdelen van het cafetariamodel met deze regeling als onderdeel van daarvan.

De medewerker is zich bewust van de gevolgen die de tijdelijke verlaging van zijn bezoldiging, eindejaarsuitkering of een combinatie hiervan heeft of kan hebben voor diverse inkomensafhankelijke regelingen, zoals vakantietoelage, eindejaarsuitkering, sociale verzekeringsuitkeringen, jubileumuitkeringen en dergelijke en deze te aanvaarden. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen die deze tijdelijke verlaging heeft voor welke inkomensafhankelijke regeling dan ook en de medewerker verklaart zich akkoord met die uitsluiting van elke aansprakelijkheid.

De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Verrekening reiskostenvergoeding woon- werkverkeer via het cafetariamodel’ en treedt per 1 januari 2014 in werking.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via cafetariamodel” van 1 januari 2007.