Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende belastingregels leges Legesverordening 2017

Geldend van 25-09-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2017

De raad der gemeente Zoetermeer;

gelezen het voorstel van het college van 25 november 2016;

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

besluit

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent het inkomen en het vermogen;

  • 2.

    stukken en inlichtingen bestemd voor een filantropisch of cultureel doel;

  • 3.

    de in paragraaf 1.2.2 en 1.2.3 te verlenen diensten, voor ten hoogste een abonnement, ten behoeve van:

    • a.

      de plaatselijke in de raad vertegenwoordigde politieke partijen;

    • b.

      de ter plaatse gevestigde openbare bibliotheken;

    • c.

      de op het grondgebied van de gemeente werkzame hoogheemraadschappen,

    • d.

      waterschappen en polders;

    • e.

      de Zoetermeerse persmedia.

  • 4.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 5.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Artikel 5 Maatstaf heffing en tarieven

  • 1 De leges worden geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende tarieventabel.

  • 2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • 1

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de

      kennisgeving.

    • c.

      In afwijking van de onderdelen a en b moet, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, de belasting onder 1.10.6.1 en 1.10.6.2 van de legestabel betaald worden binnen een termijn van 30 dagen voor aanvang van de vergunningsperiode.

  • 2

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of artikelen van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 9 (reisdocumenten en rijbewijzen) van titel 1;

    • 2.

      artikelen 1.12.4 en 1.12.5 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 3.

      artikel 1.4.7 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 4.

      hoofdstuk 11 (kansspelen) van titel 1;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1 De ‘Legesverordening 2016’ van 14 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van het vijfde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2 Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3 Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbond is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4 De op artikel 11 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

  • 5 Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 6 De bekendmaking van het in artikel 1.5.1.1 van de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende tarieventabel genoemde normblad vindt plaats door ter inzagelegging.

  • 7 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 8 In afwijking van het zesde lid is de datum van ingang van de heffing van het derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

  • 9 Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2017.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2016,
de griffier, de voorzitter,
drs. R. Blokland Ch.B. Aptroot

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de Legesverordening 2017 vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2016