Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende belastingregels markt Marktgeldverordening 2017

Geldend van 26-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2017

De raad der gemeente Zoetermeer;

gelezen het voorstel van het college van 25 november 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t

 

vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de wekelijkse warenmarkt welke krachtens besluit van het college op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b

    marktterrein: de gehele oppervlakte van de voor de openbare dienst bestemde grond of, welke bij besluit van het college voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • c.

    standplaats: de op en voor de duur van een markt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld;

  • e.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • f.

    kwartaal: de periode van 1 januari tot en met 31 maart;

    de periode van 1 april tot en met 30 juni;

    de periode van 1 juli tot en met 30 september;

    de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgelden' wordt een recht geheven voor het hebben of innemen van een standplaats op de daarvoor aangewezen dagen op de voor de openbare dienst bestemde als marktterrein aangewezen plaatsen, en voor de diensten die met de markt verband houden.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats is toegewezen of die een standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het marktgeld wordt geheven naar het aantal vierkante meters dat de standplaats inneemt.

Artikel 5 Belastingtarief

Het marktgeld bedraagt:

  • 1

    op dinsdag en vrijdag:

    • a.

      voor de eerste 12 m2, met een minimum van 12 m2:

      • 1

        per m2, per dag of een gedeelte daarvan € 1,40;

      • 2

        per m2, per kwartaal € 14,80;

    • b.

      voor het meerdere:

      • 1

        per m2 per dag of een gedeelte daarvan € 1,15;

      • 2

        per m2, per kwartaal € 11,40;

  • 2

    op zaterdag:

    • a.

      voor de eerste 12 m2, met een minimum van 12 m2:

      • 1

        per m2, per dag of een gedeelte daarvan € 1,55;

      • 2

        per m2, per kwartaal € 16,25;

    • b.

      voor het meerdere:

      • 1

        per m2 per dag of een gedeelte daarvan € 1,30;

      • 2

        per m2, per kwartaal € 12,85.

  • 3

    Het belastingtarief per dag of een gedeelte daarvan, wordt geheven over dagplaatsen.

  • 4

    Het belastingtarief per kwartaal wordt geheven over vaste plaatsen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1 Met betrekking tot de heffing van marktgelden die per dag worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een dag.

  • 2 Voor de marktgelden die per kwartaal worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een kwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffen

  • 1 Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, letter a en b, onderdeel 1, wordt geheven door middel van een mondelinge kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling aan belastingplichtige bekendgemaakt.

  • 2 Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, letter a en b, onderdeel 2, wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor het per dag geheven marktgeld

Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, letter a en b, onderdeel 1 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de dagplaats.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor het per kwartaal verschuldigde marktgeld

Het marktgeld als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, letter a en b, onderdeel 2 is verschuldigd bij het begin van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld dat:

    • a.

      bij wege van een mondelinge kennisgeving wordt geheven, worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      bij wege van aanslag wordt geheven, binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Marktgeldverordening 2016’ van 14 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 In afwijking van het in het eerste bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van marktgelden in die periode plaatsvindt.

  • 3 De op artikel 12 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 12 van deze verordening.

  • 4 Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 5 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 6 Deze verordening kan worden aangehaald als de Marktgeldverordening 2017.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2016,
de griffier, de voorzitter,
R. Blokland  Ch.B. Aptroot