Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling BHV en EHBO

Geldend van 23-12-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling BHV en EHBO

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 6 december 2016 besloten:

  • 1.

    De Uitvoeringsregeling BHV en EHBO vast te stellen en ter instemming aan het Georganiseerd Overleg (GO) voor te leggen;

  • 2.

    De uitvoeringsregeling treedt, indien het GO zonder het aanbrengen van wijzigingen instemt, in met ingang van de dag na de vaststelling van dit besluit en werkt terug tot 1 december 2016.

  • 3.

    Door inwerkingtreding vervalt de Uitvoeringsregeling BHV van 1 januari 2014.

 

Het GO heeft op 12 december 2016 instemming verleend.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • 2. Bevoegd gezag: de burgemeester, de werkgeverscommissie van de raad, de algemeen directeur /gemeentesecretaris, de directeuren, de griffier, indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris van het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • 3. Bedrijfshulpverlener (BHV-er): de medewerker die door het bevoegd gezag is aangewezen als bedrijfshulpverlener bedoeld in artikel 15 lid 1 van de Arbowet.

  • 4. Bedrijfshulpverlenings(BHV-)taken: de taken als bedoeld in artikel 15 lid 2 van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).

  • 5. Hoofd BHV: de door het bevoegd gezag aangewezen medewerker die de leiding heeft over de BHV-organisatie.

  • 6. Coördinator BHV: de door het bevoegd gezag aangewezen medewerker die de coördinatie van de BHV-organisatie verzorgt.

  • 7. Ploegleider: een BHV-er die is aangewezen om tijdens een operationele inzet in ploegverband leiding te geven aan de BHV organisatie in opdracht van het hoofd BHV.

  • 8. Operationele inzet: het in ploegverband onder leiding van ploegleiders en/of hoofd BHV verrichten van hulpverleningstaken.

  • 9. Inzetbaarheid: het gedurende de bedrijfstijd voortdurend bereikbaar en oproepbaar zijn en zich in geval van oproep of alarm terstond beschikbaar stellen voor het verrichten van operationele inzet.

  • 10. BHV-opleidingscursus: een speciaal voor de BHV samengestelde basisopleiding, waarmee de als BHV-er aangewezen medewerker kennis en vaardigheden opdoet, teneinde de hem of haar toebedeelde BHV-taken naar behoren te kunnen vervullen.

  • 11. EHBO’er: de medewerker die door het bevoegd gezag is aangewezen om eerste hulp bij ongevallen te verlenen.

  • 12. EHBO-opleidingscursus: een speciaal voor EHBO samengestelde basisopleiding, waarmee de als EHBO-er aangewezen medewerker kennis en vaardigheden opdoet, teneinde de hem of haar toebedeelde EHBO-taken naar behoren te kunnen vervullen.

  • 13. Herhalingscursussen: jaarlijks terugkerende bijeenkomsten voor BHV-ers en EHBO-ers waarmee het peil van de opgedane kennis en vaardigheden op een verantwoord niveau wordt gehouden en eventueel verhoogd.

  • 14. Vergoeding: de in artikel 3:17 van de CAR/UWO genoemde vergoeding voor het in voldoende omvang verrichten van BHV en/of EHBO-taken.

  • 15. Plaats van tewerkstelling:een gebouw, gebouwencomplex, terrein of een andere door het bevoegd gezag aangewezen plaats, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2 BHV en EHBO taken

  • 1. De EHBO-er is beschikbaar voor het verrichten van EHBO-taken. Hieronder wordt in ieder geval verstaan het verlenen van eerste hulp bij ongevallen en het beperken van de gevolgen van ongevallen.

  • 2. De BHV-er is beschikbaar voor het verrichten van BHV-taken. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen en het beperken van de gevolgen van ongevallen;

    • b.

      Het beperken en bestrijden van brand;

    • c.

      Alarmeren en evacueren van werknemers en andere aanwezige personen in het gebouw;

    • d.

      Het alarmeren van externe hulpdiensten zoals ambulancedienst en brandweer.

  • 3. Het bevoegd gezag draagt ervoor zorg dat de EHBO-er en de BHV-er zijn taken met voldoende deskundigheid en middelen kan uitvoeren.

Artikel 3 Optreden bij een incident

Wanneer zich binnen het aan de BHV-er of EHBO-er toegewezen gebied een incident voordoet, geldt daartoe dat hij/zij:

  • 1.

    verplicht is op te treden indien hij kennis neemt van het incident;

  • 2.

    bevoegd is zijn werkzaamheden onmiddellijk te stoppen om zijn hulpverlenerstaak uit te voeren;

  • 3.

    ook optreedt indien zich elders dan binnen het bedrijf op het terrein of in de omgeving daarvan een incident voordoet en een beroep op zijn kennis en kunde wordt gedaan.

Artikel 4 Deelname cursussen, oefeningen en overleggen

  • 1. De BHV-er en EHBO-er zijn verplicht tenminste 80% deel te nemen aan de opleidings- en herhalingscursussen, oefeningen en overleggen die in verband met de BHV of EHBO worden georganiseerd.

  • 2. Cursussen, oefeningen en overleggenvinden zoveel mogelijk plaats binnen werktijd. Uren buiten werktijd die door de BHV-er of EHBO-ers aan de cursussen worden besteed, worden vergoed conform artikel 6 van deze regeling.

  • 3. Indien de BHV-er of EHBO-er niet in staat is cursussen, oefeningen en overleggen te volgen, dient dit te worden gemeld bij de coördinator BHV. De BHV-er of EHBO-er is dan (tijdelijk) niet meer inzetbaar.

Artikel 5 Vergoeding BHV en EHBO

  • 1. De BHV-er en EHBO-er heeft conform artikel 3:17 van de CAR/UWO recht op een vergoeding indien de taken zoals bedoeld in artikel 2 in voldoende omvang zijn verricht.

  • 2. De taken worden in voldoende omvang verricht indien de BHV-er of EHBO-er er gedurende het kalenderjaar inzetbaar is geweest voor de uitoefening van bovengenoemde taken en de opleidingsverplichting zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling nakomt.

  • 3. Kunnen de taken wegens ziekte of fysieke/geestelijke beperkingen gedurende het kalenderjaar niet in voldoende omvang worden verricht zoals in het vorige lid bedoeld, dan ontvangt de BHV-er of EHBO-er een vergoeding naar rato.

  • 4. De toekenning van de -vergoeding geschiedt jaarlijks in de maand december met betrekking tot het lopende kalenderjaar.

  • 5. Bij beëindiging van deelname, zoals bedoeld in artikel 9, in het lopende kalenderjaar ontvangt de BHV-er of EHBO-er een vergoeding naar rato.

Artikel 6 Vergoeding voor uren buiten formele werktijd

  • 1. Aan de medewerker met een salarisschaal lager dan 11 die valt onder de bijzondere werktijdenregeling (artikel 4 §2 van de CAR/UWO) en die taken zoals bedoeld in artikel 2 verricht buiten zijn formele werktijd, wordt voor de gewerkte uren een vergoeding toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:18 van de CAR/UWO (Overwerkvergoeding).

  • 2. Aan de medewerker die valt onder de standaard werktijdenregeling (artikel 4 §1 van de CAR/UWO) en die daadwerkelijk, buiten zijn formele werktijd maar binnen het dagvenster als bedoeld in artikel 4:2 lid 2 van de CAR/UWO, taken zoals bedoeld in artikel 2 verricht, worden de gewerkte uren in tijd gecompenseerd als variabele uren. Er bestaat in dat geval geen recht op een geldelijke vergoeding.

  • 3. Aan de medewerker met een salarisschaal lager dan 11 die valt onder de standaard werktijdenregeling (artikel 4 §1 van de CAR/UWO) en die daadwerkelijk, buiten zijn formele werktijd en buiten het dagvenster als bedoeld in artikel 4:2 lid 2 van de CAR/UWO, taken zoals bedoeld in artikel 2 verricht, wordt voor de gewerkte uren een vergoeding toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:12 van de CAR/UWO (Buitendagvenstertoelage).

  • 4. Vergoeding vindt slechts plaats na declaratie van de medewerker in het EHRM-systeem Profit.

Artikel 7 Schadeclaims

Het bevoegd gezag vrijwaart de BHV-er en EHBO-er van schadeclaims waarmee hij/zij geconfronteerd zou kunnen worden als uitvloeisel van zijn handelen of nalaten te handelen als BHV-er of EHBO-er, tenzij blijkt dat er sprake is van ernstige verwijtbaarheid of opzet van zijn/haar kant.

Artikel 8 Informatieplicht BHV-er en EHBO-er

De BHV-er en EHBO-er zijn verplicht de coördinator BHV tijdig te informeren indien hij/zij

  • a.

    niet inzetbaar is;

  • b.

    (na verwachting) langer dan 6 weken arbeidsongeschikt is.

  • c.

    niet aan cursussen, oefeningen en overleggen kan deelnemen zoals bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

  • d.

    er wijzigingen in de plaats van tewerkstelling zijn.

Artikel 9 Beëindiging deelname BHV en EHBO

De deelname aan de BHV of EHBO eindigt:

  • 1.

    Bij schriftelijke opzegging door de BHV-er of EHBO-er;

  • 2.

    Bij schriftelijke opzegging door het bevoegd gezag in het belang van de dienst;

  • 3.

    Indien de BHV-er of EHBO-er niet (meer) in het bezit is van een geldig diploma;

  • 4.

    Indien het bevoegd gezag de medewerker niet meer geschikt acht voor het vervullen van de in artikel 2 bedoelde taken;

  • 5.

    Indien de BHV-er of EHBO-er zijn informatieverplichtingen zoals bedoeld in artikel 8 niet nakomt;

  • 6.

    Om gezondheidsredenen of op advies van de bedrijfsarts;

  • 7.

    Door beëindiging van het dienstverband.

Artikel 10 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling BHV en EHBO’ en treedt in werking op 1 december 2016. Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling BHV’ van 1 januari 2014.

Ondertekening

Zoetermeer
De secretaris, de burgemeester,
Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot