Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling inconveniëntentoelage

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling inconveniëntentoelage

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 19 september 2016 besloten:

  • Vaststelling regeling per 1 januari 2017

    De geactualiseerde Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage vast te stellen en deze, indien het GO zonder het aanbrengen van wijzigingen instemt, met ingang van 1 januari 2017 in werking te laten treden.

  • Intrekking regelingen per 1 januari 2017

    De Uitvoeringsregeling Reinigingstoelage per 1 januari 2017 in te trekken.

Het GO heeft op 12 december 2016 instemming verleend.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Medewerker: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO voor zover werkzaam in een functie genoemd in de ‘Bijlage Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage’.

  • 2. Inconveniënt: een omstandigheid, voortvloeiende uit het werk, werkmethode en/of werkomgeving, die – afhankelijk van algemeen maatschappelijke factoren – als extra bezwarend wordt ervaren en die in redelijkheid niet vermijdbaar is.

  • 3. Inconveniëntentoelage: toeslag ter compensatie van bezwarende werkomstandigheden in de zin van artikel 3:14 van de CAR/UWO.

  • 4. Salarisschaal: de schaal als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub qq van de CAR/UWO, zoals opgenomen in bijlage IIa van die regeling.

Artikel 2 Inconveniënten

  • 1. Onder bezwarende omstandigheden in de zin van deze regeling worden verstaan:

    • a.

      Zwaar werk:

      alle vormen van spierbelasting als gevolg van zwaarte van de materialen, onderdelen, werktuigen, gereedschappen e.d. waarmee wordt gewerkt in samenhang met het vereiste werktempo;

    • b.

      Vies en vuil werk:

      werken in situaties, die stank (onaangename geur) geven of lichamelijke reacties (huidprikkelingen, irritaties) teweeg brengen, zoals rook, damp, nevel, stof, onaangename materialen.

    • c.

      Invloed van weersgesteldheid:

      werken in (klimatologische) weeromstandigheden die bezwarend zijn bij de werkuitvoering door het onaangename karakter, zoals regen, sneeuw, mist, koude, hitte, wind, relatieve vochtigheid. Werken bij grote hitte of koude of bij sterkte temperatuurwisselingen (ook tocht en onbehaaglijke atmosfeer);

    • d.

      Invloed van geluid:

      werken in een omgeving waarbij lawaai hinderlijk is, dan wel onaangenaam is in fysieke zin. Werken met hulpmiddelen/apparatuur die trillingen veroorzaakt;

  • 2. Niet als bezwarende omstandigheden in de zin van deze regeling worden aangemerkt:

    • a.

      Psychische factoren;

    • b.

      Agressie en geweld.

Artikel 3 Recht op inconveniëntentoelage

  • 1. De medewerker die zijn functie structureel in aanmerkelijke mate onder bezwarende omstandigheden verricht, en die één in de ‘Bijlage Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage’ vermelde functie vervult, heeft recht op een inconveniëntentoelage zoals bedoeld in artikel 3:14 van de CAR/UWO.

  • 2. De medewerker ontvangt de inconveniëntentoelage maandelijks met de salarisuitbetaling.

Artikel 4 Hoogte inconveniëntentoelage

  • 1. De grondslag voor de berekening van de inconveniententoelage is het verschil tussen het bruto salarisbedrag behorende bij het maximum van salarisschaal 4 en het bruto salarisbedrag behorende bij het maximum van salarisschaal 5.

  • 2. De medewerker die één in de ‘Bijlage Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage’ vermelde functie vervult, ontvangt het achter deze functie vermelde percentage van het in het eerste lid bedoelde bedrag.

  • 3. Afhankelijk van de werkomstandigheden ontvangen medewerkers 25%, 50% of 67% van het in het eerste lid bedoelde bedrag.

  • 4. De medewerker die in deeltijd werkt, ontvangt de inconveniententoelage naar rato.

Artikel 5 Beëindiging en afbouw inconveniëntentoelage

  • 1. De inconveniëntentoelage wordt beëindigd indien en wanneer de medewerker een andere functie dan die vermeld in de ‘Bijlage Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage’ gaat vervullen.

  • 2. Afbouw van de genoten inconveniëntentoelage vindt plaats op grond van artikel 3:16 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling inconveniëntentoelage’ en treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2. Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling toelage inconveniënten’ van 14 juni 2010 en de ‘Uitvoeringsregeling Toelage Reiniging’ van 1 januari 2004.

Ondertekening

Ondertekening, Zoetermeer
De secretaris, de burgemeester,
Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot

Bijlage 1 Uitvoeringsregeling Inconveniëntentoelage

Afdeling

Functie

functieschaal

%

Afdeling Afvalinzameling

Reiniger

4

67%

Automonteur

6

50%

Leerling automonteur

 

50%

Specialist autowerkplaats

7

50%

Afdeling Stadsbeheer

Landmeter

7

25%

 

 

 

Afdeling Samenleving

 

 

 

Beheerder stadsboerderij

7

25%

Assistent-beheerder

6

25%

Assistent-beheerder stadsboerderij

5

50%

Allround uitvoerend medewerker

4

50%

Medewerker vrijetijdscentra

5

50%

Leerling dierverzorger stadsboerderij

Min. loon

50%

Vastgoedbedrijf

Servicedienstmedewerker bouwkunde

5

50%

Servicedienstmedewerker installaties

6

50%

Medewerker algemene dienst (zwembaden)

4

50%

Beheerder sport en sociaal culturele accommodaties

5

50%