Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling Dienstkleding

Geldend van 23-12-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling Dienstkleding

Regeling ter uitvoering van artikel 15:1:16 van de CAR/UWO

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 19 september 2016 besloten:

  • 1.

    De Uitvoeringsregeling Dienstkleding aan de terminologie van de Belastingdienst aan te passen en ter instemming aan het Georganiseerd Overleg (GO) voor te leggen.

  • 2.

    De uitvoeringsregeling treedt, indien het GO zonder het aanbrengen van wijzigingen instemt, in met ingang van de dag na de vaststelling van dit besluit en werkt terug tot 1 januari 2016.

  • 3.

    De Uitvoeringsregeling Dienstkleding van 1 januari 2010 te laten vervallen.

 

Het GO heeft op 12 december 2016 instemming verleend.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Medewerker:

    de ambtenaar ingevolge art. 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO

  • 2. Werkgever:

    het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Bevoegd gezag:

    de burgemeester, de werkgeverscommissie van de raad, de algemeen directeur /gemeentesecretaris, de directeuren, de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris of het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • 4. Dienstkleding: kleding, schoeisel en overige beschermingsmiddelen die, in verband met de eisen van de dienst, door en voor rekening van de werkgever aan de medewerker ter beschikking worden gesteld.

Artikel 2 Vaststelling, ter beschikking stellen, administreren

  • 1. Het bevoegd gezag stelt, indien van toepassing, jaarlijks vast welke functies in aanmerking komen voor het ter beschikking stellen van dienstkleding.

  • 2. Het bevoegd gezag bepaalt op welke wijze de dienstkleding aan de medewerker ter beschikking wordt gesteld.

  • 3. Het bevoegd gezag bepaalt bij welke werkzaamheden de dienstkleding dient te worden gedragen.

  • 4. Het bevoegd gezag bepaalt op welke plek binnen een gebouw,gebouwencomplex of bij welk terrein, de medewerker kleding dient achter te laten, wanneer het kleding betreft die:

    • a.

      niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de uitoefening van de werkzaamheden te dragen of,

    • b.

      geen of geen duidelijk zichtbaar beeldmerk van de dienstter grootte van ten minste 70 cm² bevat.

  • 5. Het bevoegd gezag bepaalt door wie, op welke wijze en wanneer de dienstkleding gereinigd, onderhouden c.q. vervangen wordt.

  • 6. Het bevoegd gezag draagt zorg voor het administreren van de ter beschikking gestelde en geretourneerde dienstkleding.

Artikel 3 Gebruik

  • 1. De medewerker, aan wie dienstkleding ter beschikking is gesteld, is verplicht deze tijdens de uitoefening van zijn functie te dragen.

  • 2. Het is de medewerker niet toegestaan de dienstkleding buiten de dienst, anders dan op weg naar en van het werk, te gebruiken dan wel door anderen te laten gebruiken, te vervreemden of daarin aangebrachte beeldmerken en merktekens te verwijderen.

  • 3. Wanneer schade aan dienstkleding of het zoekraken van dienstkleding te wijten is aan schuld of nalatigheid van de medewerker, kan deze verplicht worden gesteld de aanschafprijs van de kleding dan wel de schade te vergoeden.

Artikel 4 Veiligheid

De werkgever draagt er zorg voor dat de ter beschikking gestelde dienstkleding voldoet aan de veiligheidsnormen die vanuit arbeidsomstandighedenwetgeving of Europese wetgeving worden voorgeschreven.

Artikel 5 Beëindiging functie

Bij beëindiging van de functie waarvoor de dienstkleding ter beschikking is gesteld, wordt deze in goede staat geretourneerd.

Artikel 6 Uitsluitingclausule

De werkgever is niet aansprakelijk voor schade in diensttijd geleden als gevolg van het opzettelijk niet dragen van de door het bevoegd gezag voorgeschreven dienstkleding.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Dienstkleding’ en treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Dienstkleding’ van 1 januari 2010.

Ondertekening

Ondertekening, Zoetermeer
De secretaris, de burgemeester,
Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot