Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent materiële financiële gelijkstelling voor het onderwijs (Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zoetermeer 2020)

Geldend van 30-10-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-10-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent materiële financiële gelijkstelling voor het onderwijs (Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zoetermeer 2020)

De raad van de gemeente Zoetermeer;

gelet op artikel 96g /96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelet op de artikelen XIII , XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de “Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zoetermeer”.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school:

    • -

      school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

  • d.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • m.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • n.

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening.

Artikel 2. Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3. Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat deze verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4. Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5. Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6. Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens in de aanvraag deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7. Beslissingstermijn

  • 1. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag of binnen twaalf weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één of meer van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2. Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9. Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10. Beslissingstermijn

Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan één of meer van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3. Toekenning, intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12. Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidieverlening; of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • c.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college;

    • d.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft;

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen;

  • 3. Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 14. Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis;

  • 2. Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15. Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

Artikel 16. Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • a.

      het bepaalde in artikel 13, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

    • b.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • c.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 17. Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de feitelijke afgegeven beschikkingstelling dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de Algemene Wet Bestuur van toepassing.

Artikel 18. Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur of van een bestuursoverdracht aan een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 19. Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 20. Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 21. Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. De verordening wordt aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Zoetermeer 2020.

  • 2. Deze verordening treedt in werking de dag na de bekendmaking, en werkt terug tot en met 15 oktober 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 oktober 2020.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage I Extra personele en materiële voorzieningen voortgezet onderwijs

I Aanduiding van de voorziening.

Vergoeding extra personele en materiële voorzieningen voortgezet onderwijs.

De voorziening betreft een eenmalige financiële bijdrage aan schoolbesturen voor het in stand kunnen houden van reguliere onderwijsinstellingen voortgezet onderwijs, waarbij het voortbestaan van de betreffende school/scholen door financiële omstandigheden wordt bedreigd, onder voorwaarde dat het aanvragend schoolbestuur een ander schoolbestuur als fusiepartner heeft gevonden om de continuïteit van deze scholen op langere termijn te borgen.

II Indieningsdatum.

De aanvraag voor het bekostigen van onderhavige voorziening kan tot uiterlijk 15 december 2020 bij het college worden ingediend.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend.

De voorziening wordt uitsluitend toegekend voor periode van 15 oktober 2020 t/m 31 december 2021.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening.

De voorziening staat open voor:

IVa. Scholen voor het voortgezet onderwijs gevestigd in Zoetermeer

IVb. Voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

IVc. Overige criteria (gezien als een geheel) op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:

  • -

    Er moet sprake zijn van een schoolbestuur met aantoonbaar dreigende liquiditeitsproblemen en financiële nood waardoor de continuïteit van haar scholen binnen afzienbare termijn in het geding is. Zonder onderhavige voorziening kan het onderwijs financieel, op korte en middellange termijn, niet in stand worden gehouden.

  • -

    De beoogde fusiepartner van de aanvragende partij draagt vanuit haar eigen middelen, in gelijke delen, bij aan de bijzondere kosten die deze transitie met zich meebrengt. M.a.w. de hoogte van de aanvraag aan de gemeente is bepalend voor de financiële bijdrage die de beoogde fusiepartner levert.

  • -

    De aanvrager en de beoogde fusiepartner onderbouwen de gevraagde bijdrage. Zij leveren een strategisch toekomstplan aan, opgesteld op basis van een haalbaarheidsonderzoek, waarin onder meer een financieel plan aan bod komt, gericht op een toekomstbestendig en kwalitatief goed onderwijs.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid.

  • 1.

    De hoogte van de voorziening en de vorm is afhankelijk van het liquiditeitstekort van de school en/of de kosten van de maatregelen die in dit kader nodig worden geacht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.

  • 2.

    Bij de aanvraag van de voorziening dient gemotiveerd en onderbouwd te worden hoe hoog de financiële bijdrage dient te zijn.

  • 3.

    Naast een financiële bijdrage kan de voorziening tevens deels of geheel bestaan uit een toekenning van een voorziening in de huisvesting.

  • 4.

    De verantwoording en vaststelling van onderhavige voorziening dienen plaats te vinden volgens de vereisten uit de Verordening materiele financiële gelijkstelling onderwijs Zoetermeer.

  • 5.

    De aanvraag dient voorzien te zijn van de volgende bijlagen:

    • -

      Jaarstukken en controleverklaringen van de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag

    • -

      Haalbaarheidsonderzoek

    • -

      Fusie-effectrapportage

    • -

      Strategisch toekomstplan voor de scholen

VI Subsidieplafond.

De geldelijke bijdrage voor deze aanvullende voorziening is maximaal € 2.750.000,-.

VII Verdelingsregels.

De aanvragen worden in volgorde van ontvangst in behandeling genomen en afgehandeld. Wanneer er voor 15 december 2020 meer dan één aanvraag gedaan wordt, die voldoen aan alle criteria genoemd onder IV, dan besluit het college over de verdeling van de geldelijke bijdrage of legt het college de raad een nieuw besluit voor over het gewenste subsidieplafond.