Regeling vervallen per 01-01-2017

Uitvoeringsregeling Toelage Reiniging

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling Toelage Reiniging

Uitvoeringsregeling Toelage Reiniging

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a

    Medewerker:de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO voor zover die werkzaam is in de functie van reiniger.

  • b

    Reinigingstoelage:toeslag ter compensatie van bezwarende werkomstandigheden die onderdeel uit maakt van de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1 lid 2 sub c van de CAR/UWO.

Artikel 2 Reinigingstoelage

De medewerker ontvangt een reinigingstoelage voor zijn werkzaamheden, voor zover en zolang zijn functie volgens het in de gemeente gehanteerde systeem van functiewaardering is ingedeeld in de salarisschalen 4 en 5, vermeld in de bijlagen II en IIa van de CAR/UWO.

Artikel 3 Hoogte toelage

De reinigingstoelage is een bruto vastgesteld bedrag als genoemd in de ‘bijlage uitvoeringsregeling toelage reiniging’ en wordt per maand uitbetaald.

Artikel 4 Behoud en afbouw toelage

De reinigingstoelage vervalt indien de medewerker een andere functie gaat bekleden.

Na overplaatsing van de medewerker anders dan op eigen verzoek, vindt, afbouw van de genoten reinigingstoelage plaats:

  • a

    indien de medewerker op het ogenblik van overplaatsing gedurende drie jaar onafgebroken in het genot was van de reinigingstoelage, zal doorbetaling ervan gedurende zes maanden voor 100% en vervolgens gedurende zes maanden voor 50% plaatsvinden;

  • b

    voor de medewerker die langer dan drie jaar in het genot is geweest van de reinigingstoelage, zal de doorbetaling worden verlengd met twee maanden voor ieder vol jaar dat het onafgebroken genot langer heeft geduurd dan drie jaar; de doorbetaling van de reinigingstoelage zal na het moment van overplaatsing gedurende de helft van de periode voor 100% en voor het overige deel voor 50% plaatsvinden;

  • c

    voor de medewerker die op het moment van overplaatsing ten minste 10 jaar onafgebroken in het genot is geweest van de reinigingstoelage en reeds 60 jaar of ouder is, zal de doorbetaling van de reinigingstoelage plaatsvinden voor de verdere duur van het dienstverband.

De in het vorige lid genoemde afbouw van de reinigingstoelage wordt -onverminderd het bepaalde in het eerste lid- niet toegepast indien en wanneer aan de ambtenaar een salaris wordt toegekend dat gelijk is aan het gezamenlijke bedrag van het oude salaris en de reinigingstoelage dan wel dit te boven gaat.

Bij een salarisverhoging, welke lager is dan het gezamenlijk bedrag van het oude salaris en de reinigingstoelage, wordt de afbouw berekend over het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris met inbegrip van de reinigingstoelage.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 6 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling toelage reiniging’ en treedt in werking op 1-1-2004.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Verordening Reinigingstoelage’ (C2) uit 1981.

Bijlage Uitvoeringsregeling Toelage Reiniging

Vanaf 1 april 2003 is de hoogte van de reinigingstoelage: € 70,78 bruto per maand.