Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling Vervoermanagement

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling Vervoermanagement

Uitvoeringsregeling Vervoermanagement

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a

    Deelnemer:de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO;

  • b

    Werkgever:het college van burgemeester en wethouders.

  • c

    Bevoegd gezag:de gemeentesecretaris / algemeen directeur, alle directeuren van de hoofdafdelingen, het hoofd van de concernstaf en de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris of het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • d

    Vervoermanagement:arbeidsvoorwaardenregeling die onafhankelijk van de uitvoeringsregeling reiskosten woon-werkverkeer functioneert en tot doel heeft medewerkers tegemoet te komen in de hinder die zij ondervinden van het gebied betaald parkeren in het stadscentrum of medewerkers tegemoet te komen die met het openbaar vervoer reizen.

  • e

    Plaats van tewerkstelling:een gebouw, gebouwencomplex, terrein of een ander door het college of de directeur bij wie de medewerker werkzaam is, aan te wijzen plaats, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

  • f

    Openbaar vervoer:voor een ieder openstaand personenvervoer per trein, metro, tram, bus, pont of (veer)boot, volgens een dienstregeling, dan wel de treintaxi.

  • g

    Parkeervergunning:een vergunning om vrij te parkeren in het gebied betaald parkeren in het stadscentrum van de gemeente Zoetermeer. Deze vergunning is geldig op werkdagen en wordt uitgegeven op kenteken.

Artikel 2 Aanvraag

De deelnemer kan een keuze maken uit één van de opties uit vervoermanagement genoemd in de artikelen 3 tot en met 7.

De deelnemer dient een aanvraagformulier in vóór 15 november om in het daaropvolgende kalenderjaar gebruik te gaan maken van een optie uit vervoermanagement dan wel de keuze van een optie uit vervoermanagement te wijzigen.

De keuze voor een optie uit vervoermanagement wordt per jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een wijziging als bedoeld in het tweede lid is aangevraagd.

Artikel 3 Optie 1: Bijdrage in OV reizen

De deelnemer die kiest voor de optie ‘bijdrage in OV reizen’ ontvangt een financiële bijdrage indien hij met het openbaar vervoer reist.

De hoogte van de bijdrage is 100 % van het bedrag genoemd in de bijlage, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a

    het gebruik van openbaar vervoer óf een reistijd van meer dan 45 minuten bedraagt óf de frequentie van het openbaar vervoer minder dan éénmaal in het half uur bedraagt, én in beide situaties de reistijd met het openbaar vervoer meer dan 30 minuten langer duurt dan met gebruikmaking van ander vervoer én:

  • b

    de originele vervoer- en betaalbewijzen worden overgelegd bij de salaris- en personeelsadministratie.

De hoogte van de bijdrage is 50% van het bedrag genoemd in de bijlage, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a

    de woning van de deelnemer is tenminste 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling gelegen én;

  • b

    de originele vervoer- en betaalbewijzen worden overgelegd bij de salaris- en personeelsadministratie.

De bijdrage genoemd in lid 2 en 3 van dit artikel wordt uitgekeerd bij de salarisbetaling in de maand nadat de originele vervoer- en betaalbewijzen zijn overgelegd bij de salaris- en personeelsadministratie. Van een jaarkaart wordt vooraf een kopie ingeleverd waarna maandelijks de bijdrage wordt uitgekeerd. Na het verstrijken van de geldigheid van de jaarkaart dient het origineel te worden ingeleverd.

Artikel 4 Optie 2: Parkeervergunning woon-werkverkeer

De deelnemer die kiest voor de optie ‘parkeervergunning woon-werkverkeer’ moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a

    de woning van de deelnemer is tenminste 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling gelegen;

  • b

    de plaats van tewerkstelling van de deelnemer is gelegen binnen het gebied betaald parkeren in het stadscentrum;

  • c

    de deelnemer maakt geen gebruik van de uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer.

Als de deelnemer voldoet aan de voorwaarden gesteld in het eerste lid kan hij zijn parkeervergunning ophalen bij het parkeerservicebureau op vertoning van zijn brief ‘toekenning vervoermanagement’, een geldig legitimatiebewijs en een kentekenbewijs.

De deelnemer kan een wijziging van zijn keuze voor het vervoermanagement aanvragen vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor de parkeervergunning wordt afgegeven.Indien hij voor deze datum geen wijziging heeft aangevraagd, kan hij in december op een nader te omschrijven wijze zijn parkeervergunning ophalen bij de stafafdeling P&O op vertoning van een geldig legitimatiebewijs en een kentekenbewijs.

Het is de deelnemer niet toegestaan zijn parkeervergunning tussentijds in te leveren bij het parkeerservicebureau om zo restitutie van de waarde van de parkeervergunning te krijgen.

Indien de situatie van de deelnemer binnen een lopend kalenderjaar wijzigt waardoor geen recht meer bestaat op de parkeervergunning wordt de waarde van de parkeervergunning over de nog resterende maanden van het kalenderjaar op het salaris van de deelnemer ingehouden. De deelnemer kan zich voor restitutie van de waarde van zijn parkeervergunning wenden tot het parkeerservicebureau op vertoning van een officiële brief ‘restitutie vervoermanagement’.

Artikel 5 Optie 3: Dagparkeerkaarten

Voorwaarde voor de optie ‘bijdrage in dagparkeerkaarten’ is dat de plaats van tewerkstelling van de deelnemer is gelegen binnen het gebied betaald parkeren in het stadscentrum.

De deelnemer ontvangt, indien hij aan de voorwaarde gesteld in het eerste lid voldoet, een brief ‘toekenning vervoermanagement’ die recht geeft op 22 dagparkeerkaarten voor werkdagen per kalenderjaar. Het aantal dagparkeerkaarten wordt naar rato van de kalendermaanden dat de deelnemer dat kalenderjaar in dienst is, afgegeven. De deelnemer kan zijn dagparkeerkaarten afhalen bij het parkeerservicebureau op vertoning van zijn brief ‘toekenning vervoermanagement’.

De deelnemer kan een wijziging van zijn keuze voor het vervoermanagement aanvragen vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor de dagparkeerkaarten worden afgegeven. Indien hij voor deze datum geen wijziging doorgeeft kan hij op een nader te omschrijven wijze voor het daaropvolgende jaar opnieuw de 22 dagparkeerkaarten ophalen bij het parkeerservicebureau.

Het is de deelnemer niet toegestaan zijn dagparkeerkaarten tussentijds in te leveren bij het parkeerservicebureau om zo restitutie van de waarde van de dagparkeerkaarten te krijgen.

Indien de situatie van de deelnemer binnen een lopend kalenderjaar wijzigt waardoor geen recht meer bestaat op de dagparkeerkaarten wordt de waarde van de dagparkeerkaarten over de nog resterende maanden van het kalenderjaar op het salaris van de deelnemer ingehouden. De deelnemer kan zich voor restitutie van de waarde van zijn dagparkeerkaarten wenden tot het parkeerservicebureau op vertoning van een officiële brief ‘restitutie vervoermanagement’.

Artikel 6 Optie 4: Bijdrage in parkeervergunning

De deelnemer die kiest voor de optie ‘bijdrage in parkeervergunning’ moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a

    de plaats van tewerkstelling van de deelnemer is gelegen binnen het gebied betaald parkeren in het stadscentrum;

  • b

    de gekochte parkeervergunning wordt overgelegd bij de salaris- en personeelsadministratie;

  • c

    de deelnemer maakt geen gebruik van de uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer.

De deelnemer ontvangt een bijdrage in de aanschaf van een parkeervergunning ter grootte van het bedrag zoals vermeld in de bijlage waarbij de loonbelasting voor rekening van de gemeente is.

De bijdrage wordt uitbetaald bij de salarisbetaling in de maand nadat de originele parkeervergunning is getoond bij de salaris- en personeelsadministratie. De salaris- en personeelsadministratie maakt een kopie van de parkeervergunning.

Indien de situatie van de deelnemer binnen een lopend kalenderjaar wijzigt waardoor geen recht meer bestaat op de uitgekeerde bijdrage wordt de waarde van reeds uitgekeerde bijdrage over de nog resterende maanden van het kalenderjaar op het salaris van de deelnemer ingehouden. De deelnemer kan zich voor restitutie van de waarde van zijn parkeervergunning wenden tot het parkeerservicebureau.

Artikel 7 Optie 5: Parkeervergunning op medische gronden

De deelnemer kan voor de optie ‘parkeervergunning op medische gronden’, kiezen indien de bedrijfsarts heeft verklaard dat de deelnemer een parkeervergunning op medische gronden nodig heeft.

De deelnemer kan zijn parkeervergunning voor de periode waarvoor de bedrijfsarts heeft verklaard dat de parkeervergunning noodzakelijk is afhalen bij het parkeerservicebureau op vertoning van zijn brief ‘toekenning vervoermanagement’, een geldig legitimatiebewijs en een kentekenbewijs.

Indien de parkeervergunning voor een nieuw kalenderjaar nog steeds noodzakelijk is, kan de deelnemer bij de stafafdeling P&O op een nader te omschrijven wijze zijn parkeervergunning ophalen op vertoning van een geldig legitimatiebewijs en een kentekenbewijs.

Het is de deelnemer niet toegestaan zijn parkeervergunning tussentijds in te leveren bij het parkeerservicebureau om zo restitutie van de waarde van de parkeervergunning te krijgen.

Indien de situatie van de deelnemer binnen een lopend kalenderjaar wijzigt waardoor geen recht meer bestaat op de parkeervergunning wordt de waarde van de parkeervergunning over de nog resterende maanden van het kalenderjaar op het salaris van de deelnemer ingehouden. De deelnemer kan zich voor restitutie van de waarde van zijn parkeervergunning wenden tot het parkeerservicebureau op vertoning van een officiële brief ‘restitutie vervoermanagement’.

Artikel 8 Verplichting

De deelnemer is verplicht elke wijziging door te geven die van invloed kan zijn op de toekenning van een gekozen optie uit vervoermanagement.

Artikel 9 Berekening criteria

Het criterium genoemd in artikel 3 lid 2 sub a wordt bepaald op basis van de routeplanner van de ANWB en de routeplanner OV9292, waarbij gerekend wordt met de fictieve aanvangstijd van 8.30 uur.

Het aantal kilometers genoemd in artikel 3 lid 3 sub a en artikel 4 lid 1 sub a wordt berekend van de postcode van de plaats van tewerkstelling naar de postcode van de woning van de deelnemer op basis van de routeplanner van de ANWB waarbij decimalen naar boven worden afgerond.

Artikel 10 Indexatie

Het genoemde bedrag in de bijlage voor wat betreft artikel 3 wordt verhoogd per 1 januari met hetzelfde percentage als de salarissen in de CAO gemeenten van het voorafgaande kalenderjaar zijn verhoogd.

Het genoemde bedrag in de bijlage voor wat betreft artikel 5 is gelijk aan de kosten van een dagparkeerkaart bij het Parkeerservicebureau Zoetermeer.

Het genoemde bedrag in de bijlage voor wat betreft artikel 6 is gelijk aan 22 maal de kosten van één dagparkeerkaart bij het Parkeerservice bureau Zoetermeer.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 12 Slotbepaling

De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Vervoermanagement’ en treedt in werking op 1 januari 2010.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Vervoermanagement’ van 1 januari 2005 alsmede de bijbehorende bijlage.

Bijlage bij de uitvoeringsregeling Vervoermanagement

Artikel

Optie

Tegemoetkoming (2013)

Artikel 3

Bijdrage in OV reizen

100% 50%

€ 61,94 per maand € 30,37 per maand

Artikel 4

Parkeervergunning woon-werk

1 vergunning à €  612,56 + éénmalig legeskosten à € 15,62

Artikel 5

Dagparkeerkaarten

22 dagparkeerkaarten à € 6,00 per jaar

Artikel 6

Bijdrage in parkeervergunning

€ 132 (= 22 * bedrag dagparkeerkaarten per jaar)