Subsidieverordening Stimuleringsregeling Zoeterwoude

Geldend van 18-08-2004 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Stimuleringsregeling Zoeterwoude

SUBSIDIEVERORDENING STIMULERINGSREGELING ZOETERWOUDE

Besluit van de Raad

Registernummer: LG-04-167-b

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 juni 2004, LG-04-167-a,

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

Besluit:

vast te stellen de Subsidieverordening Stimuleringsregeling Zoeterwoude

Hoofdstuk 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • b.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

  • c.

    activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren product, prestatie of dienst.

  • d.

    activiteitenplan: plan waarin staat welk product, welke prestatie of welke dienst men wil gaan leveren met gebruikmaking van de subsidie en hoe men dat wil realiseren.

  • e.

    verslag: een door de subsidieontvanger te maken overzicht van gerealiseerde activiteiten en de in verband daarmee gemaakte kosten en ontvangen inkomsten.

  • f.

    boekjaar: van 1 januari tot 31 december.

  • g.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

artikel 2: Reikwijdte

Bij een andere verordening kan worden afgeweken van het bepaalde in deze verordening.

artikel 3: Algemene eisen

  • 1. Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats indien deze naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan de voorwaarden voldoen zoals in artikel 4 worden beschreven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste lid afwijken.

  • 3. Alle aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 4. Er mogen geen subsidies gestapeld worden.

  • 5. Eigendommen van overheden of natuurbeherende organisaties komen niet in aanmerking.

  • 6. De natuur-, cultuurhistorische of landschappelijke waarden van de elementen worden beoordelen door de Gemeente Zoeterwoude.

  • 7. De aangelegde en/of herstelde elementen dienen duurzaam in stand gehouden te worden.

  • 8. Wanneer de aanvraag het herstel/aanplant van een volledige erfbeplanting of bedrijfsplan betref is een aanleg en beheersplan verplicht.

  • 9. Alleen volledig ingevulde aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 10. Er wordt 75% van de aanplantkosten vergoed, 100% van de arbeidskosten (van de werkelijk gemaakte uren) en, indien nodig, 100% van de plankosten.

  • 11. Indien noodzakelijk moet de beplanting beschermd zijn tegen veevraat.

  • 12. Indien een offerte voor het herstel van elementen bij de subsidieaanvraag is bijgevoegd heeft de Gemeente Zoeterwoude het recht om een tweede offerte aan te vragen.

  • 13. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het derde lid afwijken. Bij onvoorziene gevallen beslist het college van burgermeester en wethouders.

artikel 4: Beleidsterrein

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten welke zijn gelegen op een of meerdere van de volgende beleidsterreinen:

    • -

      versterken van het landschap door middel van aanleg van streekeigen elementen

    • -

      versterken van het landschap door middel van herstel van streekeigen elementen

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen per beleidsterrein, genoemd in het eerste lid, nadere regels vaststellen, welke betrekking kunnen hebben op:

    • -

      een nadere omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

    • -

      de criteria op grond waarvan subsidie kan worden verstrekt;

    • -

      de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;

    • -

      het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

    • -

      de wijze van verdeling van de krachtens een vastgesteld subsidieplafond beschikbare middelen;

    • -

      de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

    • -

      de verplichtingen van de subsidieontvanger;

    • -

      de vaststelling van de subsidie;

    • -

      de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

    • -

      het intrekken en wijzigen van de subsidieverlening en –vaststelling.

artikel 5: Subsidieplafond

  • 1. Vergoedingen worden toegekend binnen het hiervoor beschikbare budget, met een maximum van €3000,- per aanvraag.

  • 2. Het subsidieplafond, zoals staat beschreven in artikel 4.25 van de wet, is €15.000,- per boekjaar.

  • 3. Indien het jaarbudget niet volledig benut is, vloeien de resterende gelden terug naar het Landschapsfonds.

  • 4. Indien het budget volledig benut is schuift de aanvraag door naar het volgende jaar.

artikel 6: Bevoegd bestuursorgaan

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten over het al dan niet verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies als bedoeld in het eerste lid van artikel 4.

  • 2. Burgemeester en wethouders besluiten over de aan de verlening te verbinden voorschriften en voorwaarden, alsmede over het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de wet.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet en tot het afwijzen van aanvragen om subsidie waarvoor noch een wettelijke grondslag bestaat, noch het gestelde in artikel 4:23, derde lid, van de wet van toepassing is. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

artikel 7: Weigeringsgronden

  • 1. De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

  • a. de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate aan de in

    artikel 3 genoemde voorwaarden voldoet;

  • b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c. de aanvrager doelstellingen beoogt of naar alle waarschijnlijkheid activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

  • 2. In gevallen waarin het eerste lid van artikel 7 niet voorziet, beslist het college van burgermeester en wethouders.

artikel 8: Nadere verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen aan besluiten als bedoeld in het eerste en derde lid van artikel 6van deze verordening verplichtingen verbinden, die strekken tot verwezenlijking van het doel van desubsidie.

Hoofdstuk 2: AANVRAAG SUBSIDIE

artikel 9: De aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. De aanvraag tot subsidieverlening kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2. De subsidieaanvraag dient in ieder geval vergezeld te gaan van een activiteitenplan (activiteitenschets)en een begroting met toelichting.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen overlegging eisen van andere bescheiden dan bedoeld in bovenstaande leden, dan wel nadere informatie verlangen, indien zij dit noodzakelijk achten voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen voorschrijven dat een schriftelijke verklaring wordt overgelegd van een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de getrouwheid van de in lid 3 sub d. bedoelde bescheiden dan wel een mededeling dat van onjuistheden niet is gebleken.

artikel 10: Melding

Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ofmeer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de

stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

artikel 11: Ontvangstbevestiging

Burgemeester en wethouders zenden de aanvrager zo spoedig mogelijk na ontvangst van deaanvraag van de subsidie een ontvangstbevestiging, waarin de ontvangstdatum is vermeld.

Hoofdstuk 3: BESLISSING OP DE AANVRAAG

artikel 12: De beschikking tot subsidieverlening

  • 1. De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen acht weken na binnenkomst van de aanvraag, genomen.

  • 2. Voorschotten op de subsidievaststelling kunnen worden aangevraagd van ten hoogste 80%.

  • 3. Burgemeester en wethouders maken deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

artikel 13: Tussentijds verslag en mededelingsplicht van de subsidieontvanger

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in de beschikking tot subsidieverlening de verplichting opnemen dat de subsidieontvanger een tussentijds verslag moet indienen over de voortgang van de te verrichten activiteiten.

  • 2. Indien een verplichting zoals vermeld in het eerste lid is opgelegd, wordt in de beschikking tot subsidieverlening een termijn genoemd waarbinnen dit bij burgemeester en wethouders ingediend moet worden.

  • 3. Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van het tussentijds verslag treden burgemeester en wethouders in overleg met de subsidieontvanger omtrent de voortgang van de realisatie van de in de beschikking tot subsidieverlening en/of de subsidieovereenkomst vermelde activiteiten.

  • 4. Indien gedurende het subsidiejaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de voorgenomen activiteiten en de geraamde inkomsten en uitgaven enerzijds en de werkelijke activiteiten en de werkelijke inkomsten en uitgaven anderzijds, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Hoofdstuk 4: AANVRAAG TOT SUBSIDIEVASTSTELLING

artikel 14: De aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Voor zover door burgemeester en wethouders niet anders is bepaald, dient de subsidieontvanger binnen acht weken na het afronden van de werkzaamheden, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen bij burgemeester en wethouders.

  • 2. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een financieel verslag en een activiteitenverslag.

  • 3. Het activiteitenverslag geeft aan of de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de subsidieverlening en bevat een rapportage over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de subsidie.

  • 4. Het financieel verslag omvat tevens de balans en de exploitatierekening met een toelichting. De balans geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte en de samenstelling in actief- en passiefposten van het vermogen van de subsidieontvanger aan het einde van het jaar waarop de vast te stellen subsidie betrekking heeft, weer. De exploitatierekening geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het exploitatiesaldo van het jaar waarop vast te stellen subsidie betrekking heeft, weer.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het vorige lid ontheffing verlenen.

  • 6. Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn niet is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger een termijn stellen binnen welke de aanvraag moet zijn ingediend.

Hoofdstuk 5: BESCHIKKING TOT SUBSIDIEVASTSTELLING

artikel 15: De beschikking tot subsidievaststelling

  • 1. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig het in dit artikel en in artikel 4:52 van de wet bepaalde.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie uiterlijk 8 weken na binnenkomst van de aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 3. Burgemeester en wethouders maken deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

Hoofdstuk 6: UITBETALING SUBSIDIE

artikel 16: Betaling subsidie

  • 1. Tenzij het subsidiebedrag in gedeelten wordt betaald, vindt de betaling plaats binnen zes weken na de subsidievaststelling.

  • 2. Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaald. Bij de subsidieverlening dient te worden bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke tijdstippen zij worden betaald.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieontvanger voorschotten verlenen op basis van een verleende subsidie. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt berekend.

  • 4. Het voorschot wordt binnen vier weken na de voorschotverlening betaald.

  • 5. De voorschotten bedragen in totaal ten hoogste 80 % van de verleende subsidie. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders tot het volledige bedrag voorschotten verlenen.

artikel 17: Duur

Subsidie wordt voor één jaar verleend.

Hoofdstuk 7: AFHANDELING

artikel 18: Egalisatiereserve

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de subsidieontvanger een egalisatiereserve vormtals bedoeld in artikel 4:72 van de wet.

Hoofdstuk 8: OVERIGE BEPALINGEN

artikel 19: Afwijkingsmogelijkheid

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen afwijken van een of meerdere bepalingen uit deze verordening.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

artikel 20: Controle

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van het door de subsidieontvanger in te dienen bescheiden.

  • 2. De administratie van de subsidieontvanger dient zodanig inzichtelijk ingericht te zijn dat de in het eerste lid bedoelde controle op eenvoudige wijze mogelijk is.

  • 3. De subsidieontvanger is verplicht om de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren inzage te geven in zijn boeken en andere zakelijke bescheiden en toegang te verlenen tot zijn gebouwen voor zover de in het eerste lid genoemde controle dat vereist.

artikel 21: Toestemming

  • 1. De subsidieontvanger behoeft toestemming van burgemeester en wethouders voor het verrichten van de in artikel 4:71 eerste lid, van de wet genoemde handelingen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

artikel 22: Vergoeding vermogensvorming

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de wet, is de subsidieontvanger aan de gemeente een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd.

  • 2. De wijze waarop de hoogte van de vergoeding wordt bepaald, wordt vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 4. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.

artikel 23: Terugvordering

Indien blijkt dat de subsidieaanvragen zich niet committeert aan voor deze subsidie gestelde eisen, is artikel 4.57 van de algemene wet bestuursrecht van kracht.

artikel 24: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking ervan.

artikel 25: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening Stimuleringsregeling Zoeterwoude.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2004,
de griffier,
mr. C.A. van der Burg
de voorzitter,
mr. dr. A.J.E. Havermans