Verordening gemeentelijke antidiscriminatievoorziening 2010

Geldend van 21-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening gemeentelijke antidiscriminatievoorziening 2010

Besluit van de Raad

Registernummer: SvE/09-

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009,

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en de bepalingen van de Gemeentewet,

Besluit

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING GEMEENTELIJKE ANTIDISCRIMINATIEVOORZIENING 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • b.

    besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • c.

    antidiscriminatievoorziening: een voorziening als bedoeld in artikel1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • d.

    klacht: klachten betreffende onderscheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a van de wet;

  • e.

    klachtbehandelaar: persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een antidiscriminatievoorziening die onafhankelijke bijstand verleent bij de afwikkeling van klachten;

  • f.

    klager: persoon die een klacht wil indienen of heeft ingediend;

  • g.

    ingezetene: persoon als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt zijn ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening (artikel 1 van de wet).

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1. Conform artikel 3 van het besluit worden bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening voor de ingezetenen van Zoeterwoude gewaarborgd;

  • 2. De antidiscriminatievoorziening zorgt ervoor dat de klachtbehandelaar in het bezit is van de voor de klachtbehandeling vereiste deskundigheid en biedt hem de mogelijkheid zijn deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen;

  • 3. Conform artikel 7 van het besluit heeft klager de mogelijkheid een klacht op verschillende manieren te melden: per post, e-mail, telefonisch of op de door de antidiscriminatievoorziening beschikbaar gestelde locatie.

Artikel 4 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

Artikel 5

Het college zorgt ervoor dat klager adequaat wordt doorverwezen naar de antidiscriminatie-voorziening, als hij zich wendt tot een ambtenaar op het gemeentehuis.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening antidiscriminatievoorziening 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 december 2009,
de griffier,
A.J. Niesthoven
de voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen

Toelichting

Algemene toelichting

Op 28 juli 2009 is de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen van kracht geworden. Uiterlijk zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van de wet moet het college van burgemeester en wethouders zijn burgers toegang bieden tot een antidiscriminatievoorziening, dus vóór 28 januari 2010.In artikel 2, tweede lid van de wet wordt de gemeenteraad opgedragen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast te stellen omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1 van de wet, en de uitvoering door die voorziening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a van artikel 2.De wet is nader uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Aangezien de wet grotendeels verder is uitgewerkt in het besluit, kan de verordening beknopt blijven. Er is gebruikgemaakt van de modelverordening van de VNG. De handreiking “Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie” zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

In wetstechnische zin is het niet noodzakelijk om de in artikel 1 van de wet opgedragen zogenaamde zorgplicht in de verordening op te nemen. Omdat deze zorgplicht de kern is van de nieuwe wetgeving, is er echter voor gekozen dit wel te doen.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Met het opnemen van artikel 3 en 7 van het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen in artikel 3, eerste respectievelijk derde lid van de verordening wordt het belang van een deskundige en voor iedereen toegankelijke klachtbehandeling nogmaals benadrukt. In het tweede lid wordt het waarborgen van de deskundigheid van de klachtbehandelaar toegelicht.Voorts zorgt de gemeente er conform artikel 7 van het besluit voor dat klager een klacht op verschillende manieren kan melden.Het inrichten van een antidiscriminatievoorziening brengt met zich mee dat de gemeente ervoor zorgt dat klager redelijkerwijs op de hoogte kan zijn van de wijze waarop en locatie waar hij zijn klacht kan melden.

Artikel 4 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Tevens heeft de wetgever gewild dat de antidiscriminatievoorziening zich in de directe leefomgeving van klager bevindt. De memorie van toelichting geeft aan dat het de gemeente vrijstaat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Het college zal invulling geven aan zijn zorgplicht door het Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden en Haaglanden dat onder andere spreekuur houdt aan de Oude Rijn in Leiden, aan te wijzen als antidiscriminatievoorziening.

Artikel 5

Een zorgvuldige doorverwijzing naar de antidiscriminatievoorziening is van groot belang.

Artikel 6 en 7 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting