Regeling vervallen per 22-11-2010

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2007

Geldend van 21-12-2006 t/m 21-11-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2007

besluit van de raad

Registernummer: MD/06-1438-7b

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersvan 12 oktober 2006,

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

Besluit:

vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2007”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

  • b.

    onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;

  • c.

    onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam 'rioolrechten' worden geheven, een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 3 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per eigendom € 270,--.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrechten of andere heffingen meer bedraagt dan € 2.500,-- dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt en zolang de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de verenigde aanslagen moeten worden betaald in maximaal negen gelijke termijnen.

    De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. Lid 3 is niet van toepassing op aanslagen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrechten of andere heffingen meer bedraagt dan€ 2.500,--.

  • 5. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het bepaalde in lid een, twee, drie en vier van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 6. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van rioolrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van rioolrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2006” vastgesteld door de raad op 10 november 2005, nr. MD/05-1905-b, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolrechten 2007”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 9 november 2006,
de griffier,
U.S. Cengiz
de voorzitter,
mr. E.G.E.M. Bloemen