Gedragscode integriteit raads- en commissieleden zoeterwoude 2013

Geldend van 20-12-2013 t/m heden

Intitulé

Gedragscode integriteit raads- en commissieleden zoeterwoude 2013

Artikel I Inleiding

Op grond van artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet dient de raad een gedragscode vast te stellen voor zijn leden. Hiermee heeft de wetgever willen onderstrepen dat integriteit een essentiële voorwaarde is voor het goed functioneren van ons (lokaal) openbaar bestuur. Deze gedragscode is van overeenkomstige toepassing op steunfractieleden zijnde lid van een van de commissies.

Raadsleden en commissieleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode en zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Toelichting:

De wetgever heeft in artikel 15, lid 3 Gemeentewet de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de gedragscode voor de raadsleden uitdrukkelijk bij de raad zèlf gelegd en niet bij enig ander orgaan. Deze vaststelling door de raad draagt tevens bij aan de noodzakelijk te achten transparantie van het openbaar bestuur, zowel voor de burgers als voor de direct betrokkenen, te weten de raadsleden.

Artikel II Algemene gedragsregels

In deze gedragscode wordt – in aanvulling op hetgeen daaromtrent reeds bij wet is bepaald- een aantal richtlijnen gegeven, waaraan raadsleden zich in de uitoefening van hun functie dienen te houden.

Het raadslid gedraagt zich zodanig, dat hij ten opzichte van iedere burger, organisatie of instelling vrij blijft staan en zich zonder verplichtingen voelt.

Het raadslid voorkomt elke schijn van persoonlijk belang bij enig door de raad te nemen besluit. Bij punt III. worden hierbij een aantal zaken nader genoemd.

Toelichting:

Artikel 15, lid 1 Gemeentewet geeft een opsomming van werkzaamheden en handelingen, waarvan raadsleden zich uitdrukkelijk dienen te onthouden. Omdat deze handelingen reeds bij wet verboden zijn, is ervan afgezien deze handelingen nogmaals expliciet in de gedragscode op te nemen. Voor de volledigheid zij voorts vermeld dat artikel 13 Gemeentewet een opsomming geeft van functies die onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap. Artikel 28, lid 1 Gemeentewet bepaalt voorts dat een raadslid niet aan de stemming deelneemt over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Evenmin neemt hij deel aan de stemming over de vaststelling of goedkeuring van de rekening van een lichaam, waaraan hij rekenplichtig is of waarvan hij bestuurslid is.

Artikel III Belangenverstrengeling

Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een raadslid over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij voor aanvang van de beraadslagingen daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

Het raadslid dat familie-of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van stemming over de betreffende opdracht.

Het raadslid dat uit hoofde van zijn beroep of andere bestuursfuncties belangen heeft bij een bedrijf en/of organisatie waarover besluitvorming in de raad plaatsvindt, onthoudt zich van stemming bij het betreffende raadsbesluit.

Indien het raadslid twijfelt of hij aan de stemmingen kan deelnemen, kan hij hierover advies vragen bij de voorzitter.

Indien het vermoeden bestaat dat er sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling van een raadslid, wordt dit buiten de vergadering gemeld bij de voorzitter van de raad. Deze vermoedens kunnen door een ieder naar voren worden gebracht.

Toelichting:

Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een raadslid of dat van derden, zoals familieleden of vrienden. Hierdoor is een zuiver besluiten of handelen in het publiek belang niet langer gewaarborgd. Niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan moet worden vermeden.

De verantwoordelijkheid voor het al dan niet deelnemen aan stemmingen en/of beraadslagingen ligt in principe bij de betrokkene zelf. Deze moet zelf de afweging maken, hij kan hierover wel advies inwinnen bij de voorzitter. Daarbij dient opgemerkt te worden dat raadsleden tegelijkertijd ook burgers zijn: zij maken deel uit van het economische en sociale leven in de gemeenschap van Zoeterwoude. net als iedere andere burger zijn ze afnemer van diensten, lid van verenigingen en wijkbewoner. Daarom mag een raadslid zonder bezwaar meestemmen over bijv. de afvalinzameling of het openbaar vervoer in zijn eigen wijk.

Artikel IV Omgangsvormen

Raadsleden gaan binnen en buiten de raadzaal op respectvolle wijze met elkaar en anderen om, zowel mondeling en schriftelijk als in de (sociale) media.

De voorzitter van de raad of raadscommissie kan de leden hierop aanspreken.

Artikel V Vertrouwelijke informatie

Het raadslid verstrekt geen informatie aan derden die vertrouwelijk of geheim is en maakt voor privé-doeleinden geen gebruik van hetgeen hem als raadslid ter kennis is gekomen.

Het raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

Het raadslid gaat verantwoord om met de email-en internetfaciliteiten van de gemeente.

Toelichting:

Bij het opleggen van geheimhouding zijn de artikelen 10 en 11 van de Wet Openbaarheid Bestuur leidraad. Het college van burgemeester en wethouders kan ook aan de raad verzoeken om bepaalde informatie gedurende een bepaalde periode vertrouwelijk te behandelen.In dat geval maakt de raad een zorgvuldige afweging tussen het belang van het vertrouwelijk houden van deze informatie en het belang van volledige onmiddellijke openbaarmaking

Artikel VI Gemeentelijke goederen en diensten

Het raadslid maakt geen privé-gebruik van door hem van het uitoefenen van zijn functie als raadslid ter hand gestelde goederen en laat voor privé-doeleinden geen diensten verrichten door personen in gemeentedienst, tenzij dit expliciet is geregeld.

Artikel VII Declaraties

Het raadslid zal uitsluitend die kosten bij de gemeente declareren, die conform de geldende regelingen voor vergoeding in aanmerking komen.

Toelichting:

In de praktijk zullen kosten die het raadslid uit hoofde van zijn functie maakt, dienen te worden bestreden uit de vergoeding die hij ingevolge de Gemeentewet ontvangt dan wel uit de tegemoetkoming in de kosten van de fractiebijstand (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning).

Artikel VIII Nevenfuncties

Het raadslid maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de nevenfunctie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens zijn openbaar.

Het raadslid neemt bij het aanvaarden en uitoefenen van een nevenfunctie in acht dat:

  • Zijn onafhankelijkheid gewaarborgd blijft;

  • Elke vorm of schijn van beïnvloeding wordt vermeden;

  • De nevenfunctie het aanzien van het raadslidmaatschap niet schaadt;

  • Geen strijdigheid met enig gemeentelijk belang optreedt;

  • Het tijdsbeslag het goed functioneren als raadslid niet in de weg staat.

 

Toelichting:

Het vervullen van nevenfuncties is vanuit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt positief te waarderen. Dat neemt niet weg dat het uit een oogpunt van zuiverheid en transparantie van het openbaar bestuur noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het aanvaarden en uitoefenen van nevenfuncties.

Artikel 12 lid 1 van de Gemeentewet schrijft voor dat ieder raadslid openbaar maakt welke andere functies hij vervult dan het lidmaatschap van de raad.

Lid 2 bepaalt dat openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van de bedoelde opgave op het gemeentehuis. Het verdient aanbeveling de opgave ook openbaar te maken via de gemeentelijke website.

Artikel IX Geschenken, uitnodigingen en gunsten

In aansluiting op hetgeen het raadslid bij zijn beëdiging heeft verklaard en beloofd dan wel gezworen (artikel 14 Gemeentewet) neemt hij geen geschenken aan in welke vorm dan ook van personen of instanties die direct of indirect zakelijke betrekkingen hebben met de gemeente, dan wel deze in de naaste toekomst kunnen of zullen krijgen, dan wel in het recente verleden hebben gehad. Het in de vorige volzin bepaalde is niet van toepassing op geschenken tot een geldwaarde van € 50,-.

In zijn kwaliteit van raadslid onderneemt hij alleen dan reizen, werkbezoeken en dergelijke voor rekening van derden indien het gemeentelijk belang een en ander noodzakelijk maakt.

Toelichting:

Wel is toegestaan gratis kaartjes voor bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, concerten en dergelijke te accepteren, indien de bij te wonen evenementen direct te maken hebben met de werkzaamheden als raadslid. Acceptabel zijn relatiegeschenken die de normale omvang en aard niet te boven gaan. Zodra het raadslid de indruk krijgt, dan wel zou dienen te krijgen dat de geschenken zijn bedoeld om de besluitvorming te beïnvloeden worden de geschenken geweigerd.

Artikel x Inschrijving op nieuwbouwprojecten in de gemeente

Als een raads- of commissielid zich inschrijft voor een nieuwbouwwoning in de gemeente, dan meldt hij dat – via de griffier - bij het Presidium.

 

Toelichting: De melding heeft tot doel, transparantie te bevorderen en daarmee te voorkomen dat raadsleden door eigen actie of door actie van een eigenaar / projectontwikkelaar etc. ,bevoordeeld worden op grond van hun positie als raadslid.

Artikel XI Procedurele bepalingen

  • 1. Indien sprake is van een persoonlijk belang –direct of indirect- als bedoeld onder II, licht het raadslid daaromtrent onverwijld zijn fractievoorzitter of het presidium in en neemt geen deel aan de beraadslaging en besluitvorming terzake. Ingeval van twijfel over de vraag of het is toegestaan een geschenk als bedoeld onder  IX  te aanvaarden, raadpleegt het raadslid zijn fractievoorzitter of het presidium.

  • 2. Eens in de vier jaar, bij voorkeur kort voor de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen, wordt deze gedragscode door de raad geëvalueerd.

Artikel XII Slotbepaling

Deze gedragscode treedt in werking op de dag na vaststelling. Hierbij wordt de gedragscode zoals vastgesteld op 5 juni 2003 en gewijzigd op 17 juli 2008, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 19 december 2013
De griffier,
G.J. Schouten-Buijs
De voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen