Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie

Geldend van 30-03-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie

Nr. kv/93-7685

De raad der gemeente Zoeterwoude;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 april 1993 nr. kv/93-768a;

gelet op de bepalingen van de gemeentewet;

b e s l u i t :

de Verordening op de monumentencommissie te wijzigen en vast te stellen de Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie en de toelichting daarop.

Hierin is opgenomen het besluit van de raad onder registernummer MT/103-2006-b van 2 maart 2006 waarin is vastgesteld de verordening tot eerste wijziging van de “Verordening op de Monumentencommissie”.

Artikel 1

  • 1. De monumentencommissie bestaat uit:

    • a.

      een lid van de welstandscommissie , te benoemen uit een voordracht van twee personen, te doen door de welstandscommissie;

    • b.

      een lid te benoemen uit een voordracht van twee personen door de Stichting Oud Zoeterwoude;

    • c.

      een lid, zijnde deskundig op het gebied van monumenten en tevens inwoner van de gemeente Zoeterwoude;

  • 2. De leden van de monumentencommissie worden door burgemeester en wethouders benoemd.

Artikel 2

Het lid, dat tevens lid van de welstandscommissie is : wordt geacht benoemd of af getreden te zijn zodra zij of hij als lid van de welstandscommissie benoemd of afgetreden is.

Artikel 3

De in artikel 1 lid 1 onder b. en c. genoemde leden treden na verloop van een periode van vier jaren af. Deze leden onmiddellijk hernoembaar. Tussentijds ontslag van de leden wordt door hen schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 4

Een lid, dat ter vervulling van een – anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding - opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats zij of hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 5

Het lidmaatschap van een in artikel 1, lid 1, onder b. en c. bedoeld lid vervalt bij het niet langer bekleden van de functie of hoedanigheid op grond waarvan de benoeming heeft plaatsgevonden.

Artikel 6

  • 1. De monumentencommissie is werkzaam in het belang van de monumentenzorg en verricht de werkzaamheden die haar bij wet of verordening zijn opgedragen;

  • 2.a. De monumentencommissie adviseert de gemeenteraad bij wijziging of uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst: alvorens de raad besluit tot plaatsing van een pand op de lijst of verwijdering van een pand van de lijst;

  • 2.b. De monumentencommissie adviseert de gemeenteraad in gevallen als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 5 van de Monumentenwet;

  • 2.c. De monumentencommissie adviseert burgemeester en wethouders over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet;

  • 2.d. De monumentencommissie adviseert de gemeenteraad inzake de aanwijzing van beschermde dorpsgezichten;

  • 2.e. De monumentencommissie adviseert de gemeenteraad inzake regelingen, waaronder bestemmingsplannen, welke van invloed zijn op de bescherming en instandhouding van het cultureel historisch erfgoed (art.37, lid 8, Wet RO);

  • 2.f. De monumentencommissie kan de gemeenteraad adviseren inzake de vaststelling van het meerjarenprogramma restauraties.

Artikel 7

  • 1. Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundige, architectonische, cultuur-, of sociaal historisch belang;

  • 2. De leden van de commissie mogen noch direct, noch indirect betrokken zijn bij of medewerking geven aan werkzaamheden waarover de commissie adviseert;

  • 3. De leden Van de commissie mogen geen ambtenaar zijn in dienst van de gemeente Zoeterwoude .

Artikel 8

  • 1. De monumentencommissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtelijk secretaris van de monumentencommissie aan.

Artikel 9

De commissie beraadslaagt in het openbaar. Op voorstel van één der leden kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

Artikel 10

  • 1. De commissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijk oproep van de voorzitter, ten minste viermaal per jaar;

    • b.

      op verzoek van ten minste twee van haar leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders. In de gevallen bedoeld onder b. en c. belegt de voorzitter de vergadering binnen veertien dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2. De commissie mag slechts besluiten nemen indien ten minste twee leden aanwezig zijn.

  • 3. Indien minder dan twee leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

Artikel 11

De monumentencommissie is bevoegd deskundigen te horen met dien verstande dat de monumentencommissie machtiging van burgemeester van burgemeester en wethouders behoeft indien aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

Artikel 12

  • 1. Over zaken wordt mondeling gestemd;

  • 2. Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen;

    Bij staking van stemmen vindt herstemming plaats in de eerst volgende vergadering;

  • 3. De minderheid kan bevorderen, dat uit het advies ook/van haar afwijkende mening blijkt;

  • 4. Geen lid mag tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij/zij als belanghebbende is betrokken;

  • 5. Alle adviezen zijn met redenen omkleed;

  • 6. De adviezen worden door de voorzitter en de secretaris getekend;

  • 7. Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden. Dezen maken over zo'n voorstel schriftelijk hun mening kenbaar.

Artikel 13

Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhoud van stukken, die aan de monumentencommissie worden overgelegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.

Artikel 14

De commissie kan de secretaris bevoegd verklaren om de advisering omtrent aanvragen om een vergunning tot het wijzigen van een monument af te doen na overleg met de voorzitter van de commissie en - indien het een monument op de rijksmonumentenlijst betreft - met de vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de sector grondgebied. Van deze adviezen wordt een afschrift toegezonden aan de commissie.

Artikel 15

De secretaris van de monumentencommissie draagt er zorg voor, dat van het verhandelde in een vergadering een kort verslag wordt gemaakt. Dit verslag dient te worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders. De commissie doet jaarlijks voor 1 april aan burgemeester en wethouders verslag van de gedurende het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.

Artikel 16

De leden van de monumentencommissie genieten voor hun werkzaamheden een nader door burgemeester en wethouders te bepalen vacatiegeld en vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

Artikel 17

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 18

Deze verordening, die kan worden aangehaald als ''Verordening op de samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie'' treedt in werking op de dag van haar vaststelling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 27 mei 1993.
De secretaris,
L.Kruithof
De voorzitter,
Ing. A.J.M. Houdijk

TOELICHTING OP DE VERORDENING REGELENDE DE SAMENSTELLING EN

WERKWIJZE VAN DE MONUMENTENCOMMISSIE

In de “Verordening op de monumentencommissie” zou de commissie werken naar de bepalingen van een door haar zelf te maken reglement, goedgekeurd door burgemeester en wethouders.

De commissie was er voor om de verordening en het reglement te integreren in één door de raad vast te stellen verordening zodat er voor de werkwijze van de commissie een zo groot mogelijk politiek draagvlak zou ontstaan.

Aan de hand van de verordeningen van de gemeente Brielle en Zoeterwoude is er een ''Verordening regelende de samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie” opgesteld.

Burgemeester en wethouders, alsmede de commissie algemene zaken konden zich vinden in deze werkwijze, met dien verstande dat de nieuwe verordening gecompleteerd zou worden met een toelichting op de verordening.

De ''Verordening op de monumentencommissie” van 28 februari 1991 keert in de hieronder genoemde artikelen terug in de ''Verordening regelende de samenstelling en werkwijze van de monumentencommissie'.

Het oude artikel 8 keert niet terug in de nieuwe verordening. Dit artikel wordt vervangen door de bepalingen in dat artikel beoogd, die echter opgenomen zijn in de huidige Verordening.

De artikelen (vooral vanaf 6.2.b.) zijn voornamelijk ontleend aan een dergelijke verordening van de gemeente Brielle.

Artikel 1

Dit artikel is oud artikel 2 van de “Verordening op de monumentencommissie” van 28 februari 1991.

Artikel 2

Is oud artikel 3.

Artikel 3

Is oud artikel 4.

Artikel 4

Is oud artikel 5.

Artikel 5

Is oud artikel 6.

Artikel 6.1.

Is oud artikel 1. 1.

Artikel 6.2.a

Is oud artikel 1.2.a.

Artikel 6.2 .c

Is oud artikel 1. 2 .b .

Artikel 8

Is oud artikel 7 . 1 en 7 . 2 .

Artikel 9

De eerste zin is oud artikel 9 . De tweede zin is nieuw opgenomen.