Boeteverordening WIN

Geldend van 01-01-2005 t/m heden

Intitulé

Boeteverordening WIN

Besluit van de Raad

Registernummer: SvE/04-1250-b

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2004,

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

artikel 108 en artikel 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet alsmede artikel 18 lid 7 van de Wet inburgering nieuwkomers

Besluit:

Vast te stellen de Boeteverordening WIN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN);

    • b.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    • e.

      boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

    • f.

      maatregel: het verlagen dan wel geheel of gedeeltelijk weigeren van bijstand op grond van artikel 18 lid 2 WWB;

  • 2.

    Begrippen die in deze verordening niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering nieuwkomers en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Het opleggen van een boete

  • 1. Bij toepassing van artikel 18 lid 1 van de wet neemt het college, onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 2 en 4 van de wet, de bepalingen van deze verordening in acht.

  • 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

  • 3. Het college kan afzien van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1.

    Bij een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 18 lid 1 van de wet bedraagt de boete 10% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer zou gelden, indien hij of zij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

  • 2.

    Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18 lid 1 van de wet binnen een periode van een jaar, nadat aan de nieuwkomer op grond van lid 1 een boete is opgelegd, bedraagt de boete 50% van de in lid 1 bedoelde bijstandsnorm.

  • 3.

    Indien binnen een periode van een jaar, nadat aan de nieuwkomer op grond van lid 2 een boete is opgelegd, wederom sprake is van een gedraging als bedoeld in artikel 18 lid 1 van de wet, bedraagt de boete 100% van de in lid 1 bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening WIN.

In verband met het bepaalde in de Tijdelijke Referendumwet treedt deze verordening in werking zes weken, nadat deze is gepubliceerd in de Voorschotense Courant, doch uiterlijk op 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,
De griffier,
Mr. C.A. van der Burg
De voorzitter,
Mr. Dr. A.J.E. Havermans

Toelichting

Inleiding.

Sinds 1998 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN). In de WIN is geregeld dat - behoudens bepaalde uitzonderingen - nieuwkomers die een geldige verblijfsvergunning hebben, een inburgeringprogramma moeten volgen. Doel van het inburgeringprogramma is nieuwkomers in staat te stellen om zelfstandig deel te nemen aan de Nederlandse samenleving en waar mogelijk aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt.

Een belangrijk aspect van de inburgeringplicht is de handhaving ervan. Die handhaving is een taak van het college van burgemeester en wethouders en houdt in dat wordt toegezien op het nakomen van de inburgeringplicht. Het nakomen van deze plicht wordt zo nodig afgedwongen door middel van het opleggen van een bestuurlijke boete.

De WIN schrijft in artikel 18 voor dat de nieuwkomer een bestuurlijke boete kan worden opgelegd als hij handelt in strijd met:

  • ·

    De meldingsplicht voor een inburgeringonderzoek (artikel 2 WIN);

  • ·

    de plicht om medewerking te verlenen aan het inburgeringonderzoek (artikel 4 lid 4 WIN);

  • ·

    de plicht zich in te schrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 WIN);

  • ·

    de plicht aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het voor hem of haar vastgestelde educatieprogramma (artikel 9 WIN);

  • ·

    de verplichting om een toets af te leggen (artikel 10 lid 3 WIN);

  • ·

    de plicht om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het voor hem of haar vastgestelde inburgeringprogramma (artikel 12 lid 1 WIN).

De huidige situatie

Onder de Abw waren zowel het opleggen van een maatregel, in geval een uitkeringsgerechtigde zich niet houdt aan de hem of haar opgelegde verplichtingen, verbonden aan het recht op uitkering, als de boete op grond van de WIN, op te leggen aan de nieuwkomer die zich niet houdt aan zijn inburgeringplicht, geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

De hoogte en duur van de maatregel zijn vastgelegd in het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ. Deze algemene maatregel van bestuur geldt tot de datum dat de gemeentelijke Afstemmings- of Maatregelenverordening op basis van de WWB in werking treedt, doch uiterlijk tot 1 januari 2005.

De hoogte van de bestuurlijke boete voor de nieuwkomer die zich niet houdt aan zijn inburgeringplicht, is geregeld in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. In dit besluit wordt de hoogte van de boete gelijkgesteld aan de maatregel op basis van het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ die de nieuwkomer zou worden opgelegd indien hij of zij recht op bijstand, IOAW of IOAZ zou hebben.

Het niet voldoen aan de inburgeringplicht wordt zodoende aangemerkt als een gedraging van de derde categorie: het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een voor de inschakeling van arbeid noodzakelijk geachte scholing of opleiding dan wel aan andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen. In aansluiting op het Maatregelenbesluit wordt bij deze gedraging een korting op de uitkering toegepast van 20% gedurende één maand. Bij een herhaling van de verwijtbare gedraging binnen een periode van een jaar wordt een korting van 40% gedurende één maand toegepast. Dit besluit vervalt per 1 januari 2005.

De situatie vanaf 1 januari 2005

Uiterlijk op 1 januari 2005 dienen de gemeentelijke verordeningen op basis van de WWB in werking te treden. Dit geldt ook voor de onderhavige verordening. De bedoeling van de wetgever is geweest te dereguleren en te decentraliseren, met andere woorden, de gemeente mag haar eigen beleid maken. Het gewijzigde artikel 18 lid 7 WIN bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld over de hoogte van de boete.

Het Boetebesluit inburgering nieuwkomers komt per 1 januari 2005 te vervallen.

De gemeente kan nu zelf de hoogte van de boete in een verordening vastleggen, waarbij het gelijkheidbeginsel (het principe dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld) gebiedt dat de hoogte van de bestuurlijke boete en die van de maatregel op elkaar worden afgestemd.

De concept-Boeteverordening WIN is zodoende afgestemd op de eerder door de raad van Zoeterwoude op 3 juni 2004 vastgestelde Afstemmingsverordening en wel op de in artikel 6 onder f: genoemde gedraging: het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de geschiktheid voor scholing of opleiding of aan scholing of opleiding zelf.

Wanneer een maatregel, wanneer een bestuurlijke boete?

In artikel 18, lid 5 van de Wet inburgering nieuwkomers is een zogenaamde anticumulatiebepaling opgenomen. Deze bepaling houdt in dat geen boete op grond van de Boeteverordening WIN wordt opgelegd, als voor dezelfde gedraging al een maatregel is opgelegd op grond van de Afstemmings-verordening.