Regeling behandeling rechtspositionele bezwaarschriften vorming omgevingsdienst Midden-Holland (Regeling behandeling rechtspositionele bezwaarschriften vorming omgevingsdienst Midden-Holland )

Artikel 1 Definities  

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

• b. commissie: commissie van advies voor de behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften, welke rechtstreeks verband houden met de vorming van de Omgevingsdienst Midden-Holland;

• c. secretaris: secretaris van de commissie;

• d. voorzitter: de voorzitter van de commissie.

Artikel 2 Commissie

1. Er is een commissie van advies voor de behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de Provincie, het ISMH of de Omgevingsdienst, welke rechtstreeks verband houden met de vorming van de Omgevingsdienst, waaronder in ieder geval worden begrepen het preallocatiebesluit, het ontslagbesluit, het aanstellingsbesluit en het plaatsingsbesluit.

2. Indien het pre-allocatiebesluit voor inwerkingtreding van deze regeling is genomen wordt het bezwaar ten aanzien van dit besluit niet door de commissie behandeld maar door de bezwarencommissie van de Provincie.  

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en twee andere leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Provincie, het ISMH en de Omgevingsdienst gezamenlijk.

2. De Provincie, het ISMH en de Omgevingsdienst dragen gezamenlijk één lid voor. Het bijzonder georganiseerd overleg van de Omgevingsdienst draagt ook één lid voor.

3. De voorzitter wordt benoemd op voordracht van de leden van de commissie.

4. De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van Provincie, ISMH of Omgevingsdienst.  

Artikel 4 Secretaris

1. De secretaris van de commissie als bedoeld in artikel 2 van het Regeling behandeling bezwaarschriften en klachten Zuid-Holland 2010 is tevens secretaris van de commissie. De plaatsvervangende secretarissen van de commissie bedoeld in artikel 2 van genoemde Regeling zijn tevens plaatsvervangende secretarissen van de commissie.

2. De secretaris heeft de bevoegdheden welke op grond van artikel 6:14, eerste lid, artikel 6:15 en artikel 7:10, tweede, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn toegekend aan een bestuursorgaan.

3. De secretaris heeft geen stemrecht.  

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitter en leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

2. De aftredende voorzitter en leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.  

Artikel 6 Integriteits- en geheimhoudings-bepaling

1. De voorzitter en leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij sprake kan zijn van de schijn van belangenverstrengeling.

2. De voorzitter, de (plaatsvervangend) secretaris en de leden van de commissie nemen geheimhouding in acht ten aanzien van de inhoud van bezwaarschriften en de daarop betrekking hebbende documenten.  

Artikel 7 Verslag werkzaamheden

Op verzoek van Provincie, het ISMH en de Omgevingsdienst brengt de commissie verslag uit over haar werkzaamheden.  

Artikel 8 Vergoeding

1. De voorzitter en leden van de commissie ontvangen een vergoeding van € 250,00, respectievelijk  € 225,00 per dagdeel, waarbij een dagdeel minimaal één en maximaal vier hoorzittingen bevat.

2. De voorzitter en leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor reiskosten op basis van de afstand tussen de zittingslocatie van de commissie en hun woonadres op grond van de Reisregeling binnenland (Stcrt. 1993, 56), laatstelijk gewijzigd op 14 december 2010(Stcrt. 2010, 20751). 

Artikel 9 Zitting

1. De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de zitting, waarin de commissie de belanghebbende en het verwerend orgaan in de gelegenheid stelt te worden gehoord.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 2:1 lid 2, artikel 6:6 voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn en artikel 7:6 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Voor een zitting van de commissie is vereist dat de hele commissie, waaronder de voorzitter, aanwezig is.

4. De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

1. De secretaris nodigt de belanghebbende en  het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de datum van de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kan de belang-hebbende of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De secretaris beslist op het verzoek als bedoeld in het tweede lid.

4. De beslissing genoemd in lid 3 wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende en het verwerend orgaan meegedeeld.  

Artikel 11 Verweer en stukken

1. Op verzoek van de secretaris overlegt het verwerend orgaan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval tien dagen vóór de hoorzitting, een verweerschrift en alle op de zaak betrekking hebbende stukken.

2. Ten minste één week voor de hoorzitting worden alle op zaak betrekking hebbende stukken door de ecretaris aan de voorzitter, de leden van commissie, de belanghebbende en het verwerend orgaan toegezonden en indien gewenst voor genoemde personen ter inzage gelegd.  

Artikel 12 Deskundigen en getuigen

1. De secretaris kan advies of inlichtingen inwinnen bij deskundigen en getuigen en hen zo nodig uitnodigen op de zitting te verschijnen.

2. De commissie kan deskundigen en getuigen horen.

3. Indien deskundigen en getuigen op uitnodiging door of vanwege de commissie ter zitting verschijnen, ontvangen zij desgevraagd een vergoeding voor reiskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Stb. 1993, 763), laatstelijk gewijzigd 4 september 2009.  

Artikel 13 Horen

Het horen vindt plaats door de commissie.  

Artikel 14 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden. De uit het onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de voorzitter, de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

2. Belanghebbende en het verwerend orgaan kunnen binnen één week hierop reageren.

3. De voorzitter kan besluiten dat een nieuwe hoorzitting noodzakelijk is.  

Artikel 15 Advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt na akkoord van de voorzitter ondertekend door de secretaris.  

Artikel 16 Verslaglegging

1. Het verslag van de zitting is een verkorte weergave van wat ter zitting is behandeld.

2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

3. Indien belanghebbende en het verwerend orgaan respectievelijk hun gemachtigden niet in eikaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden.

5. Het verslag wordt na akkoord van de voorzitter ondertekend door de secretaris.  

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

1. Het advies wordt, gelijktijdig met het verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien de secretaris besluit, op basis van artikel 4 lid 2, de beslissing te verdagen, ontvangen de commissie, de belanghebbende en het verwerend orgaan een afschrift van dit besluit.  

Artikel 18 Werking

In gevallen waarin deze regeling voorziet, zijn de volgende besluiten en bepalingen niet van toepassing:

• a. het Reglement behandeling bezwaarschriften en klachten Zuid-Holland 2010;

• b. de Verordening commissie bezwaarschriften Intergemeentelijk samenwerkingsorgaan Midden-Holland.

   

Artikel 19 Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de commissie.  

Artikel 20 Inwerkingtreding

1. Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling voor de behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften in verband met de vorming van de Omgevingsdienst Midden-Holland en treedt in werking op de dag volgend op de dag waarop de regeling door alle partijen is ondertekend.

2. Indien het Provinciaal blad, waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na [DATUM -1 DAG], treedt de regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad, waarin de regeling wordt geplaatst, en werkt de regeling terug tot en met [DATUM].