Regeling vervallen per 17-12-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (17 februari 2015 , PZH-2015-505659806 , DOS-2012-0011625 ) tot vaststelling van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.

Geldend van 20-02-2019 t/m 16-12-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (17 februari 2015 , PZH-2015-505659806 , DOS-2012-0011625 ) tot vaststelling van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

Gelet op de Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europese Parlement en de Raad, van 17 december2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling,het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347/320);

Gelet op het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland;

Gelet op de Uitvoeringswet EFRO;

Gelet op de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014-2020 Staatscourant Nr.34064, 26-11-2014;

Gelet op artikel 1:3, vierde lid, juncto titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het samenwerkingsconvenant G4P4 inzake het Operationeel Programma West-Nederland 2014-2020;

Besluiten:

Vast te stellen de volgende regeling:Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid Holland;

1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1: Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Bevoegde bestuursorgaan: Voor uitvoering van het OP Kansen voor West II is het bevoegde bestuursorgaan de Managementautoriteit. Voor uitvoering van Interreg V is het bevoegde bestuursorgaan de Beheersautoriteit voor Interreg;

Economische Agenda Zuidvleugel: Beleidsdocument inclusief latere wijzigingen en onderliggende uitvoeringsprogramma’s;

Fieldlab: praktijkomgeving, zoals beschreven in de Handreiking Kansen voor West II: Toelichting voor Businesscases v.1.6, februari 2018, te vinden via https://www.kansenvoorwest2.nl/files/kvwii-handreiking-businesscase.pdf

Innovatieve projecten: projecten goedgekeurd onder as 1 binnen het programma Kansen voor West 2. Warmtenet: een verwarmingssysteem, wat de warmtebron en de gebruiker van die warmte verbindt en waarbij de woningen en gebouwen worden verwarmd en voorzien in warm tapwater, via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. Naast leidingen omvat het ook regel- en opslagsystemen.

Interreg V Europa: Samenwerkingsprogramma Interreg V Europa 2014 – 2020;

Interreg V Noord West Europa: Samenwerkingsprogramma Interreg V Noord West Europa 2014 – 2020;

Interreg V Noord Zee Regio: Samenwerkingsprogramma Interreg V Noord Zee Regio 2014– 2020;

Interreg V Twee Zeeën: Samenwerkingsprogramma Interreg V 2 Zeeën 2014-2020

Interreg V Vlaanderen Nederland: Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020 van november 2014;

Operationeel Programma Kansen voor West II: Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland;

Provinciaal beleid: Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie en de Nota intensivering Energiebeleid.

Artikel 1. 2: Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die;

1. bijdragen aan het realiseren van beleidsdoelen uit het vigerende, toepasselijke beleid van de Provincie Zuid-Holland en de Economische Agenda Zuidvleugel, en

2. in aanmerking komen voor een projectsubsidie op grond van één van de volgende Europeseprogramma’s:

    • a. Operationeel Programma (OP) Kansen voor West II, met uitzondering van:

    • -Het onderdeel geïntegreerde territoriale investeringen;

    • -Doelstelling 4: Het verlagen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving, van Investeringsprioriteit 4c: Ondersteuning van energie-efficiëntie, slim energiebeheer en het gebruik van hernieuwbare energie in openbare infrastructuur, met inbegrip van openbare gebouwen, en in de woningbouwsector van thematische doelstelling 4: Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken.

    • b. Interreg V Vlaanderen Nederland.

      c. Interreg V Twee Zeeën.

      d. Interreg V Europa.

      e. Interreg V Noord West Europa.

      f. Interreg V Noord Zee Regio.

Artikel 1.3 Doelgroep

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan aanvragers die zijn bedoeld in de Europese programma’s als bedoeld in artikel 1.2 2e lid van deze regeling.

2 Procedure en voorwaarden

Artikel 2.1 Toepasselijkheid

De Asv is van toepassing voor zover deze niet in strijd is met nationale of Europese wet- en regelgeving met betrekking tot de in artikel 1.2 genoemde programma’s.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

Gedeputeerde Staten weigeren een subsidie wanneer de beoogde financiering op grond van de in artikel 1.2 2e lid genoemde programma's door het bevoegde bestuursorgaan niet wordt verstrekt.

Artikel 2.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie, zoals genoemd in artikel 1.2, in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    Voor zover het gaat om een project onder Prioritaire as 1 ‘Versterken van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie’, passend binnen doelstelling 1 prioriteit 1b: ‘Valorisatie, het vergroten van het aandeel (met name internationaal vermarktbare) innovatieve producten en diensten in de totale omzet bij bedrijven’ wordt het project uitgevoerd door een fieldlab.  

  • 2.

    Voor zover het gaat om een project onder Prioritaire as 1 ‘Versterken van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie’, moet er sprake zijn van een project waarbij een crossover plaatsvindt tussen de sector life sciences en de greenports.

  • 3.

    Voor zover het gaat om een project onder prioritaire as 2 ‘De omschakeling naar een koolstofarme economie’ moet het project een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en uitrol van lokale warmtenetten voor het verduurzamen van de warmtevoorziening van bestaande gebouwen en woningen in Zuid-Holland.

Artikel 2.4 Subsidiehoogte

Subsidie voor projecten die vallen onder het in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel a, genoemde programma Prioritaire as 1 ‘Versterken van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie’, passend binnen doelstelling 1 prioriteit 1b: ‘Valorisatie, het vergroten van het aandeel (met name internationaal vermarktbare) innovatieve producten en diensten in de totale omzet bij bedrijven’ wordt verleend voor zover het maximum van 50% van de totale subsidiabele kosten, van alle subsidies (EFRO, Rijksmiddelen en provinciale cofinancierig) die zijn verleend uit hoofde van de in artikel 1.2 tweede lid onderdeel a genoemde programma, nog niet is bereikt, tot een maximum van € 1,5 miljoen.

Subsidie voor projecten die vallen onder het in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel a, genoemde programma onder prioritaire as 2 ‘de omschakeling naar een koolstofarme economie’ wordt verleend voor zover het maximum van 50% van de totale subsidiabele kosten, van alle subsidies (EFRO, Rijksmiddelen en provinciale cofinancierig) die zijn verleend uit hoofde van het in artikel 1.2 genoemde programma, nog niet is bereikt.

De subsidie bedraagt voor de in artikel 1.2, tweede lid, onderdelen b tot en met f, genoemde programma’s maximaal 15% van het gedeelte van de subsidiabele kosten van de Zuid-Hollandse partners.

Artikel 2.5 Rangschikking

1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 2.6 Opschortende voorwaarde

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken onder de opschortende voorwaarde dat subsidie is verstrekt door het bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De verplichtingen en voorwaarden die zijn opgenomen in de beschikking van het bevoegde bestuursorgaan tot verlening van de subsidie in het kader van een programma als bedoeld in artikel 1.2 2e lid zijn zo nodig in afwijking van de Asv- van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.8 Verantwoordingsvereisten

De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van de vaststelling door het bevoegde bestuursorgaan ingediend bij Gedeputeerde Staten.

Artikel 2.9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 2.10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 17 februari 2015
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
mw. Drs. J.A.M. HILGERSOM, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter

Toelichting

1. Inleiding

Deze toelichting geeft uitleg over de achtergrond, de procedures en de regelgeving die horen bij de subsidieregeling cofinanciering EFRO (hierna: subsidieregeling).

2. Doel van cofinanciering

De provincie Zuid-Holland wil het gebruik van Europese subsidies stimuleren door cofinanciering beschikbaar te stellen voor projecten die in aanmerking komen voor het Europees fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO). Dit is vastgelegd in het collegeprogramma en de ‘Randstad Strategie Europa 2012- 2015’ van de vier Randstadprovincies. De subsidie geldt voor de EFRO-programma’s: Kansen voor West II en de Interreg A programma’s: Nederland- Vlaanderen en Twee Zeeën. Projecten die voor subsidie in aanmerking komen moeten betrekking hebben op valorisatie en versterking van de economie in Zuid-Holland of op het stimuleren van duurzame energie. Projecten zullen dan ook een bijdrage moeten leveren aan het toepasselijke vigerende provinciale beleid op het gebied van economie en energie en aan de Economische Agenda Zuidvleugel incl. onderliggende uitvoeringsprogramma. Zie voor de specifieke programmalijnen en doelstellingen de genoemde EFRO-programma’s.

Door middel van deze subsidieregeling kan de begroting van projecten sluitend gemaakt worden. Hiermee wordt de kans dat een Europese subsidieaanvraag door een Zuid-Hollands bedrijf en/of instellingen wordt gehonoreerd vergroot.

4. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.2

In dit artikel wordt beschreven dat er alleen subsidie kan worden gegeven voor projecten die en in aanmerking komen voor een Europese EFRO-subsidie van de programma’s:

1. Kansen voor West II (m.u.v. doelstelling 4: het verlagen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving) en de,

2. INTERREG A programma’s:

a. Nederland- Vlaanderen (m.u.v. prioritaire as 3: duurzame groei – milieu en hulpbronnen) en

b. Twee Zeeën,

Voor zover de projecten betrekking hebben op het thema clean technology en een bijdrage leveren aan het op dat moment geldende provinciale beleid en aan de Economische Agenda Zuidvleugel incl. onderliggende uitvoeringsprogramma.

Artikel 1.3 Doelgroep Als de aanvrager niet behoort tot de doelgroep van het EFRO-programma, dan wordt geen subsidie verleend.

Artikel 2.1 ToepasselijkheidIn dit artikel wordt aangegeven dat bij tegenstrijdigheden tussen de regelingen m.b.t. de genoemde EFRO-programma’s en de ASV, de regelingen van de EFRO-programma’s prevaleren.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden Er wordt alleen subsidie verleend aan projecten waarvoor tevens een EFRO-subsidie is verstrekt.

Artikel 2.3 Subsidievereisten Bij het Interreg programma Twee Zeeën is het vereist een Vlaamse projectpartner te hebben binnen het project.

Artikel 2.4 Subsidiehoogte De maximale subsidiepercentages voor projecten binnen het Kansen voor West II- programma zullen bekend worden gemaakt bij de publicatie van de subsidieplafonds in het Provinciaal Blad. Dit zal tevens op de website van de provincie te vinden zijn.

De subsidie voor de Interreg A programma’s: Nederland-Vlaanderen en Twee Zeeën bedraagt maximaal15% van het gedeelte van de subsidiabele kosten van de Zuid-Hollandse partners.  

TOELICHTING BIJ HET BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 NOVEMBER 2017, PZH-2017-616550960, DOS-2012-0011625, TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING COFINANCIERING EFRO ZUID-HOLLAND

Algemeen

Bij de vaststelling van de regeling, is in de bepaling betreffende de subsidiabele activiteiten de beperking opgenomen, dat deze activiteiten betrekking moeten hebben op ‘clean technology’. De aanleiding

daarvoor is geweest dat dat past in het beleid van de provincie Zuid-Holland, dat is gericht op een slimmere, schonere (duurzamere) en sterke samenleving en economie, en in de verwachting dat Interregprojecten

daar betrekking op zouden hebben.

In de praktijk is gebleken dat subsidieaanvragen die op grond van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland betreffende de cofinanciering voor Interreg-projecten (Vlaanderen en Twee Zeeën)

worden gedaan, niet uitsluitend betrekking hebben op clean technology, maar wel bijdragen aan een sterkere Zuid-Hollandse economie. De provincie Zuid-Holland vindt het belangrijk om te streven naar een flexibele en innovatieve economie. De provincie wil kennisintensieve sectoren aantrekken en

werkgelegenheid creëren door kennis en innovatie beter te benutten. Veel activiteiten die hieraan bijdragen vallen nu buiten de subsidieregeling. Ook komt het voor dat aanvragen inhoudelijk passen binnen het kader van de subsidieregeling, maar vanwege het ontbreken van een Vlaamse partner, zoals

vereist op grond van artikel 2.3, niet kunnen worden gehonoreerd.

Met de wijzigingen die worden doorgevoerd, komen deze regels, die de mogelijkheden om projecten te ondersteunen die bijdragen aan versterking van de Zuid-Hollandse economie onnodig beperken, te vervallen. De subsidiabele activiteiten worden met de onderhavige wijziging tevens uitgebreid, door de programma’s Interreg Noord West Europa, Interreg Noord Zee Regio en Interreg Europa in het artikel betreffende de subsidiabele activiteiten op te nemen.

Artikelsgewijs

Artikel I Wijzigingen

A. De begripsbeschrijving van het begrip Clean Technology is overbodig geworden als gevolg van het vervallen van de zinssnede “, voor zover ze betrekking hebben op het thema Clean Technology,” in artikel 1.2, tweede lid, onderdelen b en c. De begripschrijvingen van de begrippen Interreg

Noord West Europa, Interreg Noord Zee Regio en Interreg Europa zijn toegevoegd, omdat deze begrippen terugkomen in de regeling. Ze zijn onder andere opgenomen in artikel 1.2, tweede lid, betreffende de subdiabele activiteiten.

B. Met het vervallen van de zinssnede “, voor zover ze betrekking hebben op het thema Clean Technology,” in artikel 1.2, tweede lid, onderdelen b en c, zijn de subsidiabele activiteiten verruimd.

De aanleiding voor het vervallen van de zinssnede, is gelegen in de ervaring dat de zinssnede in de praktijk een onnodige en ongewenste beperking van de op grond van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland te subsidiëren activiteiten tot gevolg had.

C. Met de toevoeging van de programma’s Interreg Noord West Europa, Interreg Noord Zee Regio en Interreg Europa, in de onderdelen d, e en f van het tweede lid van artikel 1.2, zijn de subsidiabele activiteiten eveneens uitgebreid.

D. Met het vervallen van artikel 2.3, vervalt het subsidievereiste voor de in artikel 1.2, tweede lid,onderdeel c, opgenomen subsidiabele activiteit, dat minstens één van de deelnemende samenwerkingspartners een projectpartner uit Vlaanderen is. De aanleiding voor het vervallen van de bepaling, is gelegen in de ervaring dat de bepaling in de praktijk een onnodige en ongewenste beperking van de mogelijkheden tot het verlenen van subsidie op grond van de Subsidieregelingcofinanciering EFRO Zuid-Holland tot gevolg had.

E. In artikel 2.4 is de maximale hoogte van de op grond van deze regeling te verlenen subsidie geregeld. In de gewijzigde bepaling is dit ook geregeld voor de uitgebreide subsidiabele activiteiten in artikel 1.2, tweede lid, onderdelen d, e en f.

Toelichting bij de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland

2. Doel van cofinanciering is aangescherpt

De provincie Zuid-Holland wil het gebruik van Europese subsidies stimuleren door cofinanciering beschikbaar te stellen voor projecten die in aanmerking komen voor het Europees fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO). Dit is vastgelegd in het collegeprogramma en de ‘Randstad Strategie Europa 2012- 2015’ van de vier Randstadprovincies. De subsidie geldt voor de EFRO-programma’s: Kansen voor West II en de Interreg: Vlaanderen Nederland, Twee Zeeën, Interreg V Europa, Noord West Europa, Noord Zee Regio. Projecten die voor subsidie in aanmerking komen moeten betrekking hebben op valorisatie en bijdragen aan de transitie naar de Next Economy, gekenmerkt door digitalisering en verduurzaming van de economie in Zuid-Holland of op het stimuleren van duurzame energie. Projecten zullen dan ook een bijdrage moeten leveren aan het toepasselijke vigerende provinciale beleid op het gebied van economie en energie en aan de Economische Agenda Zuidvleugel incl. onderliggende uitvoeringsprogramma. Zie voor de specifieke programmalijnen en doelstellingen de genoemde EFRO-programma’s.

Door middel van deze subsidieregeling kan de begroting van projecten sluitend gemaakt worden. Hiermee wordt de kans dat een Europese subsidieaanvraag door een Zuid-Hollands bedrijf en/of instellingen wordt gehonoreerd vergroot.

4. Artikelsgewijze toelichting

  • A.

    Aan dit artikel worden enkele begripsomschrijvingen toegevoegd, namelijk:

    Fieldlab

    Innovatieve projecten

    Warmtenet

  • B.

    Artikel 1.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

    In dit artikel wordt beschreven dat ook subsidie kan worden gegeven voor projecten die en in aanmerking komen voor een Europese EFRO-subsidie van het INTERREG A programma Nederland- Vlaanderen, Prioritaire as 3.

  • C.

    Artikel 2.3

    Subsidievereisten

    In dit artikel wordt beschreven wat de subsidievereisten voor de drie deelplafonds zijn.

  • D.

    Artikel 2.4 In dit artikel wordt de subsidiehoogte aangegeven.