Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 23 augustus 2016, PZH-2016-561465982 (DOS-2013-0010135), tot vaststelling van de Beleidsregel verlagen subsidie POP Zuid-Holland (Prov. Blad 2016, 4873)

Geldend van 01-09-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 23 augustus 2016, PZH-2016-561465982 (DOS-2013-0010135), tot vaststelling van de Beleidsregel verlagen subsidie POP Zuid-Holland (Prov. Blad 2016, 4873)

Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland;

Gelet op artikel 4:46, artikel 4:48, artikel 4:49 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is om binnen Nederland op een uniforme wijze POP subsidies te verlagen in geval een subsidieontvanger de subsidieverplichtingen niet naleeft;

Overwegende dat het wenselijk is om de POP subsidies te verlagen overeenkomstig de Beleidsregel verlagen subsidies POP van de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Beleidsregel verlagen subsidie POP Zuid-Holland

Artikel 1

Deze beleidsregel is van toepassing op verstrekte subsidies op grond van de:

  • a.

    Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016;

  • b.

    Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013;

  • c.

    Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer;

  • d.

    Subsidieregeling Natuurbeheer Zuid-Holland;

  • e.

    Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Zuid-Holland;

  • f.

    Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland.

Artikel 2

Gedeputeerde staten verlagen de verstrekte subsidies, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig de Beleidsregels verlagen subsidie POP van de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Artikel 3

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

Artikel 4

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verlagen subsidie POP Zuid-Holland.

Den Haag, 23 augustus 2016

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. R.A.M. van der Sande, plv. voorzitter

Drs. J.H. de Baas, secretaris

Toelichting

Deze beleidsregel is van toepassing op zowel het grondgebonden deel als het niet-grondgebonden deel van het POP.

Het grondgebonden deel van het POP bestaat uit de subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016, de subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2013, de subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer, de subsidieregeling Natuurbeheer Zuid-Holland en de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Zuid-Holland.

Het niet-grondgebonden deel van het POP bestaat uit de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland.

Indien er bij de uitvoering van een project waarvoor een POP-subsidie is verleend een onregelmatigheid optreedt (er is bijvoorbeeld niet voldaan aan verplichting of er worden niet subsidiabele kosten opgevoerd bij een betalingsaanvraag), kan er toe worden overgaan de subsidieverkrijger daarvoor een correctie of sanctie (verlaging van de subsidie) op te leggen.

Een correctie betekent dat een betalingsaanvraag wordt verminderd met het bedrag van de subsidiabele kosten waarvoor geen subsidie wordt gegeven, omdat die kosten niet vergoed kunnen worden. Zo zou er in een betalingsaanvraag sprake kunnen zijn van kosten die op grond van de EU-regelgeving, de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening niet subsidiabel zijn. Maar ook als er sprake is van bijvoorbeeld een fout in de door de subsidieontvanger uitgevoerde aanbestedingsprocedure, kunnen de kosten die betrekking hebben op de aanbestedingsplichtige activiteit niet of niet geheel vergoed worden. Dergelijke verlagingen zijn correcties van betalingsaanvragen.

Indien de correctie die moet worden doorgevoerd bij een betalingsaanvraag groot is, dan dient er op grond van EU-voorschriften een sanctie te worden opgelegd. Indien de aangevraagde betaling meer dan 10% hoger is dan het bedrag dat uiteindelijk subsidiabel gesteld kan worden, dan vindt er een extra verlaging van de betaling plaats met het verschil tussen het aangevraagde en berekende vergoeding.

Er zijn ook onregelmatigheden die niet samenhangen met onjuistheden in een ingediende betalingsaanvraag. Zo kan een subsidieontvanger nalaten een verplichting na te leven, bijvoorbeeld de verplichting tot het indienen van een jaarlijks voortgangsverslag. In die gevallen wordt er, los van de betalingsaanvraag, een sanctie opgelegd (verlaging van de subsidie). Die sanctie betreft dan in het algemeen een verlaging van de toegekende subsidie met een bepaald percentage of een bepaald bedrag. De hoogte van de sanctie is afhankelijk van de ernst van de onregelmatigheid en van de vraag of dezelfde onregelmatigheid al eens eerder is voorgekomen bij dezelfde subsidieverkrijger. In geval van herhaling wordt een zwaardere sanctie opgelegd.

De hoogte van de correctie of sanctie wordt bepaald op basis van de beleidsregels verlagen subsidie POP van de Staatssecretaris van Economische Zaken. Op grond van de EU-regelgeving dient de lidstaat één sanctiebeleid te hebben dat voldoende afschrikwekkend is. Het is dus niet mogelijk dat de provincies verschillende hoogten van de correcties of sancties hanteren. Zodoende worden landelijk de beleidsregels van de staatssecretaris van Economische Zaken gehanteerd.