Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 7 mei 2001 tot vaststelling van de Uitvoeringsvoorschriften herplaatsing provinciaal personeel (Prov. Blad 2001, 59), gewijzigd bij besluit van 20 november 2001 (Prov. Blad 2001, 83), gewijzigd bij besluit van 14 november 2006 (Prov. Blad 20016, 68), gewijzigd bij besluit van 8 januari 2008 (Prov. Blad 2008, 4), gewijzigd bij besluit van 16 juli 2013 (Prov. Blad 2013, 156) en gewijzigd bij besluit van 12 december 2017 (Prov. Blad 2017, 5841)

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 7 mei 2001 tot vaststelling van de Uitvoeringsvoorschriften herplaatsing provinciaal personeel (Prov. Blad 2001, 59), gewijzigd bij besluit van 20 november 2001 (Prov. Blad 2001, 83), gewijzigd bij besluit van 14 november 2006 (Prov. Blad 20016, 68), gewijzigd bij besluit van 8 januari 2008 (Prov. Blad 2008, 4), gewijzigd bij besluit van 16 juli 2013 (Prov. Blad 2013, 156) en gewijzigd bij besluit van 12 december 2017 (Prov. Blad 2017, 5841)

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

gehoord de algemene commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken;

gelet op artikel 158, eerste lid, onderdeel c, van de Provinciewet en de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet;

gelet op het advies van het Georganiseerd Overleg d.d. 23 november 2017; ambtenarenzaken;

gelet op artikel 3.3.5, lid 2 van de CAP;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Uitvoeringsvoorschriften herplaatsing provinciaal personeel:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder:

  • 1.

    ambtenaar: degene die door of vanwege de provincie is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn;

  • 2.

    afdelingshoofd: als bedoeld in de Organisatieverordening 1998;

  • 3.

    CAP: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

  • 4.

    herplaatsing:

    • a.

      de herplaatsing zoals bedoeld in artikel 6.1 lid 4 van de CAP;

    • b.

      de overgang op basis van privatisering dan wel overdracht van provinciale taken naar een publiekrechtelijke dan wel privaatrechtelijke organisatie, voorzover zulks tot opheffing van de desbetreffende functie leidt;

    • c.

      herplaatsing in geval van de beschikbaarheid van een andere passende functie buiten het gezagsbereik van de provincie Zuid-Holland, tenzij anders in deze voorschriften is bepaald.

  • 5.

    herplaatsingskandidaat: medewerker die na een organisatieverandering een herplaatsingsbesluit heeft ontvangen.

  • 6.

    passende functie intern: een functie waarvoor de medewerker in verband met zijn kennis, vaardigheden, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand en persoonlijke omstandigheden in aanmerking kan komen, alsmede die, waarvoor de medewerker door middel van om- en bijscholing in de regel binnen een jaar de benodigde geschiktheid en bekwaamheid kan verwerven. Een passende functie heeft een zelfde, of een salarisschaal lagere waardering dan de functionele salarisschaal waarin de vorige functie van de medewerker is ingedeeld, dan wel een lagere waardering van maximaal twee salarisschalen, indien daarmee reorganisatieontslag kan worden voorkomen.

  • 7.

    passende functie extern: een functie met een dienstverband voor onbepaalde tijd bij een andere werkgever, waarvoor de medewerker in verband met zijn kennis, vaardigheden, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand en persoonlijke omstandigheden in aanmerking kan komen. Deze functie dient qua bezoldiging en andere arbeidsvoorwaarden niet significant af te wijken van de laatstelijk door de medewerker bij de provincie beklede functie.

    Als de enkele reis met het openbaar vervoer conform de ANWB routeplanner, optie snelste route, tussen woon-en standplaats meer bedraagt dan 1,5 uur, wordt de functie geacht niet passend te zijn. Indien de medewerker gewoon was langer te reizen dan 1,5 uur, wordt de langere reistijd voor de medewerker geacht passend te zijn.

    Een passende functie extern wijkt in ieder geval significant af indien de nieuwe werkgever niet is aangesloten bij het ABP en de medewerker op datum herplaatsingsbesluit 55 jaar en ouder is.

Artikel 2 Herplaatsing

  • 1.

    Herplaatsing geschiedt in de regel in een functie, waarvan het functioneel schaalniveau niet meer dan twee schalen lager is dan het niveau van de functie die bekleed werd op het moment voorafgaande aan de plaatsing.

  • 2.

    Ingeval van herplaatsing als bedoeld in artikel 1, sub 4, onder b, is sprake van een verplichte overgang van de ambtenaar naar de organisatie waaraan hij wordt toegewezen.

Artikel 3 Herplaatsingsprocedure

  • 1.

    Herplaatsing geschiedt binnen door Gedeputeerde Staten te stellen richtlijnen;

  • 2.

    Herplaatsing geschiedt door Gedeputeerde Staten, tenzij het bepaalde in artikel 1, sub 4, onder b en c, van toepassing is.

Artikel 4 Financiële voorzieningen bij herplaatsing/bezoldigingsperspectieven

  • 1.

    In geval van herplaatsing gelden de bezoldigingsvooruitzichten van de nieuwe functie, tenzij de herplaatsing een tijdelijk karakter draagt en de tijdelijkheid geen verband houdt met de termijn als bedoeld in artikel 6.1 van de CAP.

  • 2.

    Bij herplaatsing in een functie met een lager functioneel schaalniveau, worden de ambtenaar de aan de oude functie verbonden bezoldigingsvooruitzichten gegarandeerd, tenzij herplaatsing mede verband houdt met het ontoereikend functioneren van de ambtenaar in de oude functie, zoals bepaald in artikel 6.

  • 3.

    In geval van herplaatsing in een lager gewaardeerde functie, heeft het het afdelingshoofd in beginsel de inspanningsverplichting om, zodra dat mogelijk is, de betrokken medewerker te plaatsen in een functie van gelijk niveau als diens oude functie. Deze inspanningsverplichting geldt niet indien de herplaatsing mede verband houdt met ontoereikend functioneren.

Artikel 5 Herplaatsing in een niet-passende functie

Indien de ambtenaar instemt met herplaatsing in een niet-passende functie in het belang van de dienst en de ambtenaar aan de totstandkoming van de herplaatsing een actieve bijdrage heeft geleverd, bestaat aanspraak op een premie ter hoogte van anderhalf maal het brutosalaris dat de ambtenaar in de maand, voorafgaande aan de herplaatsing genoot, behoudens voorzover er sprake is van herplaatsing in de zin van artikel 1, sub 4, onder b.

Artikel 6 Bezoldiging bij herplaatsing in verband met ontoereikend functionaren

  • 1.

    Bij plaatsing in een lager gewaardeerde functie waarbij het niet aan de gestelde eisen voldoen een belangrijke rol speelt, wordt de bezoldiging van de ambtenaar opnieuw vastgesteld, tegen de achtergrond van het nieuwe, lagere functieniveau. Een en ander met inachtneming van paragraaf 8.2 van de CAP.

  • 2.

    Indien de feitelijke salarisschaal van de ambtenaar op het moment van herplaatsing als bedoeld in het eerste lid beneden het nieuwe functioneel schaalniveau ligt, wordt het bezoldigingsperspectief opnieuw vastgesteld met inachtneming van een gefaseerde doorgroei naar een nieuwe functieschaal en de eventueel daarbij behorende uitloop.

  • 3.

    Indien de feitelijke salarisschaal van de ambtenaar op het moment van herplaatsing als bedoeld in het eerste lid overeenkomt met de nieuwe functieschaal, wordt, indien hij nog niet het maximumsalaris van die schaal geniet, de eerstvolgende periodieke verhoging in die schaal eerst toegekend nadat de ambtenaar heeft aangetoond de nieuwe functie naar behoren te vervullen, doch op zijn vroegst na drie jaar. Toekenning van een eventueel aan de nieuwe functie verbonden uitloop vindt plaats conform de gebruikelijke regeling.

  • 4.

    Vervallen.

  • 5.

    Indien het salaris van de ambtenaar op het moment van herplaatsing als bedoeld in het eerste lid meer bedraagt dan het maximumsalaris (inclusief de eventuele uitloop) verbonden aan de nieuwe functie, wordt het verschil in vijf jaarlijkse termijnen afgebouwd. Het eerste jaar na herplaatsing is de vermindering 20% van het verschil, het tweede, derde en vierde jaar respectievelijk 40, 60 en 80% van het verschil. Vanaf het vijfde jaar vindt geen compensatie meer plaats.

Artikel 7 Ontslag op aanvraag in belang van de organisatie

Aan de ambtenaar aan wie op grond van artikel 11.1.2 van de CAP ontslag wordt verleend, wordt, mits dit ontslag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in het belang van de organisatie is, een uitkering ineens verleend ten bedrage van tweemaal het brutosalaris dat de ambtenaar in de maand, voorafgaande aan het ontslag genoot.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Uitvoeringsvoorschriften herplaatsing provinciaal personeel”.

Ondertekening

Den Haag, 7 mei 2001
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
J.FRANSSEN, voorzitter
M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, griffier