Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018 (Prov. Blad 2017, 6162)

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018 (Prov. Blad 2017, 6162)

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    maand: kalendermaand;

  • c.

    dag: een etmaal;

  • d.

    heffingstijdvak: de onder a tot en met c genoemde perioden;

  • e.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Staatsblad 1959, 301);

Artikel 2 Belastbaar feit

Precariobelasting wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie Zuid-Holland.

Artikel 3 Belastingplichtige

  • 1. Precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien de provincie een ontheffing heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond, belasting geheven van degene aan wie de ontheffing is verleend.

  • 3. Zijn op grond van het eerste lid twee of meer personen belastingplichtig, dan zijn allen hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde precariobelasting.

Artikel 4 Heffingsgrondslag en tarief

  • 1. De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2. Indien de precariobelasting in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemd, verschuldigd is per eenheid van tijd, inhoud of afmeting worden gedeelten daarvan voor één geheel gerekend, tenzij anders is bepaald.

  • 3. Indien de precariobelasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de grond is vastgesteld per vierkante meter, wordt het recht berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 4. De berekening van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt bepaald op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5. Bij het plaatsen op openbare grond van voorwerpen van welke aard ook, uitgezonderd losse bouwmaterialen, wordt de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te zijn ingenomen of aan het verkeer onttrokken.

Artikel 5 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    het hebben van voorwerpen en werken, welke als gevolg van een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • b.

    het gebruik van provinciale grond of water of het hebben van voorwerpen ten behoeve van de uitvoering van door de provincie aanbestede werken, evenals ten behoeve van onderzoek of werkzaamheden van derden, waarbij de provincie in de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak belang heeft;

  • c.

    het hebben van wegwijzers, richtingborden, plaats- en riviernaamborden van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en daarmee overeenkomende instellingen;

  • d.

    het hebben van halteborden ten dienst van openbare middelen van vervoer;

  • e.

    het hebben van straatlantaarns welke uitsluitend dienen voor de openbare straatverlichting;

  • f.

    het hebben van verbandkasten en reddingsmiddelen langs provinciale wegen en vaarwegen;

  • g.

    het hebben van openbare parkeerplaatsen, voor zover geen parkeergelden worden geheven;

  • h.

    het hebben van een bestrating of andere verharding, dienende als openbaar voet- of fietspad;

  • i.

    het hebben van brievenbussen;

  • j.

    het hebben van abri's met de daarbij behorende bestrating;

  • k.

    het hebben van een fietsrek, fietsstandaard, fietstegel of dergelijk voorwerp, bestemd voor openbaar gebruik;

  • l.

    het hebben van bomen;

  • m.

    het hebben van duikers in provinciale wegen, die bij waterschappen of polders in beheer en onderhoud zijn;

  • n.

    het hebben van voor het openbaar verkeer bestemde bruggen met bijbehorende werken;

  • o.

    het hebben van spandoeken, vlaggen en dergelijke voorwerpen voor een periode van maximaal drie maanden;

  • p.

    het hebben van aanduiding- of verwijzingsborden, mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,5 m2 en een tijdsduur van een maand niet wordt overschreden.

Artikel 6 Ontheffing

  • 1. Indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van voor de openbare dienst bestemde provinciale grond heeft opgehouden of de voorwerpen onder, op of boven deze grond worden verwijderd vóór 1 juli van dat kalenderjaar, wordt op verzoek van de belanghebbende ontheffing verleend tot van de helft van de verschuldigde precariobelasting.

  • 2. Het verzoek om ontheffing wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten binnen een maand nadat het gebruik van voor de openbare dienst bestemde provinciale grond is beëindigd of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond zijn verwijderd.

Artikel 7 Aanvang belastingplicht

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van een heffingstijdvak, of zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond aanvangt.

  • 2. Gedeelten van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor één geheel gerekend, met dien verstande, dat indien het heffingstijdvak gelijk is aan een jaar en het gebruik van de grond, of het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond aanvangt na 30 juni van een jaar, de precariobelasting de helft van het over een jaar te betalen bedrag bedraagt.

Artikel 8 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2. In de gevallen waarin de provincie een ontheffing/vergunning heeft verleend voor het hebben van een voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen worden geplaatst gedurende het belastingtijdvak, treed Artikel 7 lid 2 in werking.

  • 2. Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, kan op verzoek van de belastingplichtige Artikel 6 lid 1 in werking treden.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 dient betaling te geschieden binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De verplichting tot betaling wordt niet opgeschort door de indiening van een bezwaar- of een beroepschrift.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Verlenen van kwijtschelding en uitstel van betaling

  • 1. Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 2. Op schriftelijk verzoek kan uitstel van betaling worden verleend.

Artikel 13 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder onderdeel 80 van bedoelde belasting

De precariobelasting aangaande onderdeel 80 wordt geheven in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 18 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel 14 Bijzondere bepalingen voor de heffing van de in de tarieventabel onder onderdeel 120 bedoelde belastingen

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen de hoeveelheid materialen die worden overgeslagen vast aan de hand van de over te leggen gegevens door de belastingplichtige, die voor het gebruik van de loswal op grond van het eigendomsrecht van de provincie, vergunning is verleend.

  • 2. Indien de werkelijk geloste hoeveelheid materialen minder bedraagt dan de aanvankelijk vastgestelde, verlenen Gedeputeerde Staten op verzoek van belastingplichtige ontheffing tot een bedrag van het voor elke ton minder geloste materialen gehanteerde tarief.

  • 3. Bij toepassing van het onder nummer 120.01 genoemde tarief zal geen precariobelasting worden geheven voor:

    • -

      het geplaatst hebben van de voor het lossen benodigde installaties,

    • -

      voor het innemen van een ligplaats met schepen,

    • -

      evenals voor het hebben van meer- en wrijfpalen.

Artikel 15 Intrekking Precarioverordening 2013

De Precarioverordening Zuid-Holland 2013, vastgesteld bij besluit van 12 december 2012, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 december 2013, Provinciaal Blad 2014 nr. 3545, wordt ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsrecht

De Precarioverordening Zuid-Holland 2013 en de bijbehorende tarieventabellen blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2018 hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening met de daarbij behorende tarieventabel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting provincie Zuid-Holland 2018.

Den Haag 20 december 2017

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

griffier, voorzitter,

Tarieventabel Verordening precariobelasting provincie Zuid- Holland, begrotingsjaar 2018

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief vanaf 2018

Minimum

tarief vanaf 2018

1

ALGEMEEN TARIEF

01.01

Gebruik van grond of water waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

Per m2

€ 0,61

€ 27,76

01.02

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

Per meter

€ 0,61

€ 27,76

01.03

Als onder nummer 01.02

Per m2

€ 6,10

€ 27,76

01.04

Als onder nummer 01.02

Per stuk

€ 30,52

N.v.t.

10

VOORZIENINGEN / WERKEN AAN OEVERS VAN EN IN VAARWEGEN

10.01

Waterstoepen, plankiers, vlonders, steigers, remmingen en/of geleidingswerken.

Per m2

€ 6,10

€ 27,76

10.02

Los- en/of laadplaatsen, met toebehoren

Per m2

€ 6,10

€ 27,76

10.04

Visbunnen, dukdalven, meerstoelen, calamiteitentrap

Per stuk

€ 30,52

N.v.t.

10.05

Bolders, meerpalen, beschermpalen

Per stuk

€ 9,21

€ 27,76

10.06

Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

Per m2

€ 30,52

€ 88,81

20

LIGPLAATSEN

20.01

Ligplaats met luxe of plezierschepen dan al niet met botenlift of insteekhaven, niet permanent bewoonde woonschepen, niet beroepsmatig gebruikte beroepsschepen, behoudens bestemd voor permanente bewoning

Per m2

€ 9,17

€ 88,81

20.02

Ligplaats met schepen en woonschepen, niet vallende onder nummer 20.01 en roeiboten

Per m2

€ 3,06

€ 27,76

20.03

Botenverhuurbedrijven, bergingsinrichtingen voor schepen bij een scheepswerf en dergelijke, bunkerschepen, havens met toebehoren, niet vallende onder nummer 20.04

Per m2

€ 9,17

€ 27,76

20.04

Havens, met toebehoren en ligplaatsen, in beheer van en in gebruik bij watersportverenigingen en zeeverkennersgroepen en daarmee gelijk te stellen groepen

Per m2

€ 1,87

€ 27,76

20.05

Liggeld voor opgelegde vaartuigen in de opleghaven te Waddinxveen

Per m2

€ 18,95

N.v.t.

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief vanaf 2018

Minimum

tarief vanaf 2018

40

STANDPLAATSEN

40.01

Standplaatsen met een kiosk, tent, kraam, voertuig alsmede het uitstallen van goederen

Per m2

€ 18,64

€ 144,34

40.02

Standplaatsen voor tijdelijke exploitatie van bloemenstallen, tijdens de seizoensopening van de Keukenhof, op parkeerplaats N208 voor een periode van maximaal 3 maanden per belastingjaar

Per standplaats

€ 332,68

N.v.t.

50

OPSTALLEN

50.01

Transformatorhuizen of -stations, drukregelruimten, aan- of opjaagstations.

Per stuk

€ 152,65

N.v.t.

50.02

Kranen, transportbanen, afzuiginrichtingen, elevators en dergelijke met toebehoren

Per stuk

€ 152,65

N.v.t.

50.03

Een schuur, gebouw, uitbouw en/of ander getimmerte.

Per m2

€ 2,97

€ 27,76

50.05

Geluidsschermen

Per meter

€ 0,61

€ 27,76

50.06

Verdeel-, aansluit- of schakelkasten, zend- of ontvangstinstallaties

Per stuk

€ 31,66

N.v.t.

60

AANKONDIGINGEN

60.01

Borden of tekens

Per bord

€ 61,07

€ 111,02

60.02

Lichtbakken of lichtreclame

Per m2

€ 91,58

€ 166,53

60.03

Verwijzings- of aanduidingsborden

Per bord

€ 15,27

€ 27,76

60.04

Informatiepanelen of plattegrondkasten

Per kast

€ 27,76

€ 30,52

60.06

Modelverwijsborden (incl. onderbord) vastgesteld door Gedeputeerde Staten

Per bord

€ 41,08

N.v.t.

Object-code

Omschrijving

Eenheid per jaar

Tarief

Vanaf 2018

Minimum tarief

vanaf

2018

70

DIVERSE VOORWERPEN

70.01

Watermolens, waterpompen, gemalen, af- en opmalingsinstallaties

Per stuk

€ 60,75

N.v.t

70.03

Zak-, vergaar-, vul-, filter-, regulator-, pomp- of meterputten, filterbakken en dergelijke

Per stuk

€ 30,52

N.v.t

70.04

Septictanks, mest- of beerputten, gastanks. en dergelijke

Per stuk

€ 60,75

N.v.t

80

SERVICE-, BENZINESTATIONS en -POMPEN

80.00

Voor de omzet afgeleverde Benzine

80.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 4,11

N.v.t

80.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 6,22

N.v.t

80.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 8,21

N.v.t

81.00

Voor de omzet afgeleverde Dieselolie

81.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 2,08

N.v.t

81.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 3,15

N.v.t

81.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 4,11

N.v.t

82.00

Voor de omzet afgeleverde LPG

82.01

Tot 250.000 liter

Per 1.000 l

€ 3,30

N.v.t

82.02

Van 250.000 tot 500.000 liter

Per 1.000 l

€ 4,99

N.v.t

82.03

Van 500.000 liter en meer

Per 1.000 l

€ 6,61

N.v.t

110

OPSLAG VAN GOEDEREN

110.01

Voor de ingenomen oppervlakte

Per m2

€ 0,18

€ 54,42

120

OVERSLAG VAN GOEDEREN

120.01

Zand, grind, stenen en andere massagoederen

Per ton

€ 0,07

N.v.t

120.02

Het afmeren van schepen ten behoeve van het laden en lossen van goederen niet vallende onder 120.01

Per dag

€ 152,65

N.v.t