Subsidieregeling regionale netwerken voor innovatie Zuid-Holland

Geldend van 09-03-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling regionale netwerken voor innovatie Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3, tweede lid en zesde lid, onderdeel b, onder 2°, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat het wenselijk is de netwerken van bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de provincie Zuid-Holland en die zijn gericht op innovatie, te versterken ten behoeve van innovatie;

Overwegende dat de te subsidiëren activiteiten in overeenstemming zijn met hoofdstuk I en artikel 27 van Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling regionale netwerken voor innovatie Zuid-Holland

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L187), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • clusterorganisatie: [vervallen]

  • innovatie: het voor de voorzienbare toekomst ontwikkelen producten, diensten of procedés die nieuw zijn of een wezenlijke verbetering inhouden ten opzichte van de huidige stand van de techniek en die een risico op technologische of industriële mislukking inhouden;

  • innovatiecluster: structuren of georganiseerde groeperingen van onafhankelijke partijen (zoals innovatieve start-ups, kleine, middelgrote en grote ondernemingen, maar ook organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding, onderzoeksinfrastructuur, test- en experimenteerinfrastructuur, digitale innovatiehubs, niet-commerciële organisaties en andere verwante economische spelers) die zijn opgezet om innovatieve activiteiten en nieuwe vormen van samenwerking te stimuleren, zoals door digitale middelen, door het delen en/of bevorderen van het delen van faciliteiten en het uitwisselen van kennis en deskundigheid, en door daadwerkelijk bij te dragen aan kennisoverdracht, netwerking, informatieverspreiding en samenwerking tussen de ondernemingen en andere organisaties binnen het cluster;

  • personeelskosten: de kosten van onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het betrokken project of de betrokken activiteiten bezighouden.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      het aansturen van het innovatiecluster ter bevordering van samenwerking, informatiedeling en het verschaffen of toeleiden van gespecialiseerde en op maat gemaakte zakelijke ondersteuningsdiensten;

    • b.

      de marketing van het innovatiecluster om nieuwe ondernemingen of organisaties aan te trekken en de zichtbaarheid te verhogen; en

    • c.

      het beheer van de faciliteiten van het innovatiecluster, de organisatie van opleidingsprogramma's, workshops en conferenties ter ondersteuning van kennisdeling, netwerking en transnationale samenwerking.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie voor een periode van maximaal vier jaar.

  • 3.

    De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, leiden tot de versterking van netwerken van bedrijven, kennisinstellingen of overheden ten behoeve van innovatie in Zuid-Holland.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt verleend aan een exploitant van een innovatiecluster.

  • 2. De exploitant, bedoeld in het eerste lid, is een rechtspersoon.

  • 3. Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt niet verleend aan een consortium.

Artikel 3a. Openstellingsbesluit

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 26, eerste lid, van de Asv wordt een subsidieaanvraag ingediend in een door gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit vastgestelde periode.

  • 2. In het openstellingsbesluit stellen gedeputeerde staten vast dat bij de verdeling van het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, bij overschrijding van het subsidieplafond, voorrang wordt gegeven aan aanvragen die passen binnen één of meerdere door hen aangewezen beleidsthema’s.

Artikel 4. Beslistermijn

Gedeputeerde staten beslissen op een aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd:

  • a.

    indien het innovatiecluster al door een andere exploitant wordt geopereerd;

  • b.

    indien er al subsidie is verstrekt voor de activiteiten, tenzij het tijdvak waarvoor subsidie is verstrekt, is verstreken;

  • c.

    voor zover voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, subsidie wordt verstrekt aan de exploitant van hetzelfde innovatiecluster over een periode van meer dan 10 jaar;

  • d.

    indien het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 50.000,00 of meer dan € 400.000,00 bedraagt;

  • e.

    indien de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is, bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 6. Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    toegang tot de panden, faciliteiten en activiteiten van het innovatiecluster staat open voor meerdere gebruikers en wordt op transparante en niet-discriminerende basis verleend. Ondernemingen die ten minste 10 % van de investeringskosten van het innovatiecluster hebben gefinancierd, kunnen preferente toegang krijgen op gunstigere voorwaarden. Om overcompensatie te vermijden, is deze toegang evenredig aan de bijdrage van de onderneming in de investeringskosten en worden deze voorwaarden publiek beschikbaar gesteld;

  • b.

    de vergoedingen die voor het gebruik van de faciliteiten van het innovatiecluster en voor deelname aan de activiteiten van het innovatiecluster worden berekend, stemmen overeen met de marktprijs of weerspiegelen de kosten ervan, plus een redelijke marge;

  • c.

    uit het projectplan blijkt dat het aannemelijk is dat de activiteiten bijdragen aan de versterking van netwerken van bedrijven, kennisinstellingen en overheden ten behoeve van innovatie in Zuid-Holland.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking de door exploitant van het innovatiecluster gemaakte personeelskosten en administratieve kosten, met inbegrip van de algemene kosten, met betrekking tot de in artikel 2, eerste lid, opgenomen activiteiten.

  • 2.

    Bij de berekening van de subsidiehoogte en de subsidiabele kosten zijn alle bedragen die worden gebruikt, de bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen.

  • 3.

    De subsidiabele kosten worden gestaafd met bewijsstukken, die duidelijk, gespecificeerd en actueel zijn.

Artikel 8. Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 400.000,00.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden, indien er sprake is van cumulering als bedoeld in artikel 8 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, het percentage en het maximum, genoemd in het eerste lid, zodanig naar beneden bijgesteld dat de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die krachtens artikel 8 van de Algemene groepsvrijstelingsverordening voor deze regeling gelden, niet worden overschreden.

  • 3. Indien toepassing van dit artikel ertoe leidt dat de te verlenen subsidie minder bedraagt dan € 50.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 9. Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt voorrang gegeven aan aanvragen die passen binnen één of meerdere beleidsthema’s die door gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit zijn bepaald.

  • 4. Indien na toepassing van het derde lid verlening van subsidie voor aanvragen die passen binnen een beleidsthema als bedoeld in het derde lid zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie voor die aanvragen verdeeld op basis van loting.

  • 5. Indien na toepassing van het derde lid verlening van subsidie voor aanvragen die niet passen binnen een thema als bedoeld in het derde lid zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie voor die aanvragen verdeeld op basis van loting.

Artikel 10. Verplichtingen van de exploitant van het innovatiecluster

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de exploitant van het innovatiecluster de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    met de uitvoering van de activiteit wordt gestart binnen 1 jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b.

    in afwijking van artikel 21 van de Asv, houdt de exploitant van het innovatiecluster een administratie bij van aan de activiteiten verbonden baten en lasten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht, die gestaafd wordt met bewijsstukken die duidelijk, gespecificeerd en actueel zijn en legt de exploitant van het innovatiecluster deze op verzoek over aan gedeputeerde staten;

  • c.

    de vergoedingen die voor het gebruik van de faciliteiten van het innovatiecluster en voor deelname aan de activiteiten van het innovatiecluster worden berekend, stemmen overeen met de marktprijs of weerspiegelen de kosten ervan, plus een redelijke marge.

  • d.

    de aanvrager voert een afzonderlijke boekhouding voor de kosten en opbrengsten van elke activiteit (eigendom, exploitatie en gebruik van het cluster) volgens de toepasselijke boekhoudkundige normen.

Artikel 11. Prestatieverantwoording

  • 1.

    In afwijking van artikel 23 van de Asv gaat de aanvraag tot subsidievaststelling naast het activiteitenverslag, ongeacht de hoogte van het verleende subsidiebedrag, vergezeld van een financieel verslag.

  • 2.

    Indien de subsidieverleningsbeschikking € 125.000,00 of meer bedraagt, gaat de aanvraag tot subsidievaststelling tevens vergezeld van:

    • a.

      een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van dat verslag, of

    • b.

      een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek mits de gesubsidieerde activiteiten daarin zijn verantwoord en die jaarrekening vergezeld gaat van een door een accountant afgegeven verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid.

Artikel 12. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Het voorschot bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag.

  • 2.

    Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

Artikel 13. Bekendmaking van gegevens inzake steunverlening

[vervallen]

Artikel 14. Staatssteun

Subsidie die krachtens deze regeling wordt verleend bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door artikel 27 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 15. Intrekking

De Subsidieregeling regionale netwerken topsectoren Zuid-Holland wordt ingetrokken.

Artikel 16. Overgangsrecht

De Subsidieregeling regionale netwerken topsectoren Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 18. Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 januari 2026, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling regionale netwerken voor innovatie Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 5 juni 2018

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

drs. J. Smit, voorzitter drs. H.M.M. Koek, secretaris