Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland van 22 september 2020 houdende nadere voorschriften omtrent de toepassing van normen waterkwantiteit (Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor de Uiteindsche- en Middelpolder, de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder, de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop, de Voorofse Polder te Boskoop, de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk)

Geldend van 29-10-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland van 22 september 2020 houdende nadere voorschriften omtrent de toepassing van normen waterkwantiteit (Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor de Uiteindsche- en Middelpolder, de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder, de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop, de Voorofse Polder te Boskoop, de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk)

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 4.2 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland 2019

Overwegende dat het in verband met gewijzigde inzichten met betrekking tot de normen bergings- en afvoercapaciteit regionale wateren, ook wel normen voor waterkwantiteit genoemd, noodzakelijk is om voor het bij dit besluit aangegeven gebieden nadere voorschriften te stellen over de toepassing van de normen waterkwantiteit.

Besluiten:

Vast te stellen de volgende regeling: Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor de Uiteindsche- en Middelpolder, de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder, de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop, de Voorofse Polder te Boskoop, de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk

Artikel 1

Voor de toepassing van de norm voor wateroverlast voor locaties met (glas)tuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw in het gebied buiten de bebouwde kom van een gemeente, als bedoeld in artikel 4.2, derde lid, aanhef en onder b, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland 2019, wordt voor de gebieden aangegeven op de kaart in de bij dit besluit behorende bijlage, als nader voorschrift gesteld dat een perceel van hoogwaardige teelt in de hierna genoemde polders, door de teler op minimale hoogte ten opzichte van het peilbesluitpeil wordt onderhouden, te weten:

  • a.

    30 cm voor peilvak OR-4.07.1.1, zijnde de Uiteindsche- en Middelpolder te Nieuwkoop;

  • b.

    60 cm voor peilvak OR-4.08.1.1, zijnde de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder te Nieuwkoop;

  • c.

    20 cm voor peilvak OR-4.09.1.2, zijnde de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop;

  • d.

    25 cm voor het peilvak WW-42A, zijnde de Voorofse Polder te Boskoop; en

  • e.

    27 cm voor peilvak WW-31G, zijnde de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: “Nadere voorschriften toepassing normen waterkwantiteit voor de Uiteindsche- en Middelpolder, de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder, de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop, de Voorofse Polder te Boskoop, de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk”.

Ondertekening

Den Haag, 22 september 2020

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

drs.H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden volgens artikel 7:1 van de Awb bij de provincie een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift kan binnen zes weken na datum bekendmaking van het besluit naar de provincie worden gestuurd, onder vermelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van envelop en bezwaarschrift.

Het adres is: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Toelichting

In artikel 4.2 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland 2019 zijn met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit waarop de regionale wateren moeten zijn ingericht normen gesteld met betrekking tot de gemiddelde overstromingskans per jaar. Deze normen drukken de gemiddeld toelaatbaar geachte kans op overstroming uit ofwel het wenselijk geachte beschermingsniveau.

Voor het gebied buiten de bebouwde kom zijn de normen gerelateerd aan de verschillende vormen van landgebruik. Voor glastuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw geldt voor het gebied van een gemeente buiten de bebouwde kom als norm een gemiddelde kans op overstroming van 1/50 per jaar. De normen in de verordening zijn voor het hoogheemraadschap van Rijnland het vertrekpunt bij de voorbereiding van de waterhuishoudkundige en ruimtelijke maatregelen gericht op het op orde brengen van het regionale watersysteem. Voor een doelmatige en gedragen aanpak worden gebiedsprocessen doorlopen.

Voor de Uiteindsche- en Middelpolder, Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder Polder te Nieuwkoop, de Voorofse Polder te Boskoop en Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk is door middel van een gebiedsproces onderzocht hoe de aanpak van wateroverlast in dit gebied op een doelmatige en gebiedsgerichte manier kan worden aangepakt. In de genoemde gebieden is een gebiedsproces doorlopen waarin Rijnland het voornemen tot nadere voorschriften heeft gedeeld met de betrokkenen in het gebied. In dit gebiedsproces is door Rijnland veel aandacht besteed aan de communicatie met de streek. Daartoe zijn diverse klankbordgroepen en bijeenkomsten georganiseerd. In de klankbordgroepen zaten vertegenwoordigers van de boomkwekerijsector. In alle gebieden waar het hier om gaat zijn keukentafelgesprekken en algemene informatieavonden gehouden. Voor Nieuwkoop waren dit keukentafelgesprekken, voor Boskoop is gesproken met stichting Greenport en ondernemers en in Reeuwijk is een inloopavond georganiseerd in november 2017.

In samenwerking met de vertegenwoordigers van de streek zijn diverse maatregelen onderzocht om deze laaggelegen percelen aan de norm voor hoogwaardige land- en tuinbouw te kunnen laten voldoen. Hierbij was kosteneffectiviteit een belangrijk uitgangspunt. Uit het gebiedsproces kwam naar voren dat door de boomsierteelt continue grond wordt onttrokken aan de percelen. Daarom is het voor de hoogwaardige teelt noodzakelijk om periodiek percelen op te hogen. Tijdens veldbezoeken bleek dat ondernemers van de lage gelegen percelen zicht bewust zijn van het risico en sommigen bewust de afweging hebben gemaakt om hun percelen niet periodiek op te hogen. Hierdoor zijn deze percelen steeds lager komen te liggen.

Tijdens de klankbordbijeenkomsten is naar voren gekomen dat het redelijk is om vast te leggen dat de percelen door de gebruiker op een minimale hoogte ten opzichte van het peilbesluitpeil worden onderhouden, namelijk:

  • 30 cm voor peilvak OR-4.07.1.1De Uiteindsche- en Middelpolder te Nieuwkoop

  • 60 cm voor peilvak OR-4.08.1.1 de Verenigde Bloklandse- en Korteraarsepolder te Nieuwkoop

  • 20 cm voor peilvak OR-4.09.1.2 de Polder Nieuwkoop te Nieuwkoop

  • 25 cm voor het peilvak WW-42A de Voorofse Polder te Boskoop

  • 27 cm voor peilvak WW-31G de Polder Reeuwijk-West te Bodegraven-Reeuwijk

Indien de ondernemer zijn perceel op deze hoogte onderhoudt dan kan hij rekenen op het reguliere beschermingsniveau met een inundatiekans van 1/50 jaar (norm voor hoogwaardige land- en tuinbouw). Met deze nadere voorwaarde wordt duidelijk gemaakt dat het onderdeel uitmaakt van een goede bedrijfsvoering om percelen periodiek op te hogen.