Regeling vervallen per 01-01-2024

Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland

Geldend van 14-10-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat Zuid-Holland in het komende decennium een fors aantal woningen moet bouwen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de opgave hebben om regie te voeren op versnelling van de woningbouw met waarborg voor ruimtelijke en sociale kwaliteit;

Overwegende dat gemeente met capaciteit en expertise worden geholpen bij de versnelling van de woningbouwprojecten;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013.

de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L352);

woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.

Artikel 1.2 Aanvraagperiode

  • 1. In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidies op grond van deze regeling worden ingediend van 19 april 2021 tot en met 1 juli 2024.

  • 2. Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 1.3 Doelgroep

[vervallen]

Artikel 1.4 Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld en gecompleteerd als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 1.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen op grond van deze regeling de kosten voor de inhuur van externe capaciteit en expertise voor subsidie in aanmerking.

Artikel 1.6 SiSa-verantwoording

Indien de subsidieontvanger een gemeente is, wordt een subsidie op grond van deze regeling financieel verantwoord met toepassing van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

Artikel 1.7 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Het voorschot voor subsidies bedraagt maximaal 75% van het verleende bedrag.

  • 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

Paragraaf 2. Versnelling woningbouw

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot versnelling van de woningbouw in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 2.1a Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in Zuid-Holland en woningcorporaties.

Artikel 2.1b Aanvraagvereisten

Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid van de Asv, worden verstrekt, bevat een aanvraag van een woningcorporatie een ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.1 geweigerd indien aan de aanvrager reeds vijf keer subsidie is verstrekt op grond van deze regeling voor in hetzelfde kalenderjaar ingediende aanvragen.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt subsidie aan een woningcorporatie geweigerd indien de verstrekking van een subsidie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, niet in overeenstemming is met het bepaalde in de de-minimisverordening.

Artikel 2.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise leidt tot aantoonbare versnelling van de woningbouw in een gemeente in Zuid-Holland;

  • b.

    de te bouwen woningen liggen binnen Bestaand Stads- en Dorpsgebied (BSD) of op een woningbouwlocatie van meer dan 3 hectare buiten Bestaand Stads- en Dorpsgebied die is opgenomen op de ‘3 ha kaart’ en wordt genoemd in Tabel 1 (Woningbouwlocaties) van het Programma ruimte Omgevingsbeleid Zuid-Holland (vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 9 juli 2014 (Staatscourant 2014, 21322), gewijzigd bij besluiten van 16 december 2015 (Staatscourant 2016, 4970), 29 juni 2016 (Staatscourant 2016, 37091), 14 december 2016 (Staatscourant 2017, 1320), 20 december 2017 (Staatscourant 2018, 2767), 30 mei 2018 (Staatscourant 2014, 36428), 15 januari 2019 (Staatscourant 2019, 8872));

  • c.

    de aanvraag betreft minimaal 25 nieuw te bouwen woningen in Zuid-Holland;

  • d.

    de activiteit kan binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering zijn.

Artikel 2.4 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,00.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum subsidiebedrag voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Delft, Dordrecht, Gorinchem, Gouda, Katwijk, Lansingerland, Leiden, Maassluis, Nissewaard, Rijswijk, Schiedam, Vlaardingen, Westland, Zoetermeer, Zuidplas en Zwijndrecht € 150.000,00.

  • 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum subsidiebedrag voor de gemeenten Den Haag en Rotterdam € 250.000,00.

  • 4. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 25.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 2.5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.

Paragraaf 3. Regionale integrale woonzorgvisies

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise voor de totstandkoming van een regionale integrale woonzorgvisie.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot een integrale woonzorgvisie op het niveau van de woonregio of op het niveau van minimaal drie gemeenten, genoemd in artikel 3.3, onderdeel b.

Artikel 3.1a Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in Zuid-Holland.

Artikel 3.2 Weigeringsgrond

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3.1 geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op een regionale integrale woonzorgvisie waarvoor reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op een regionale integrale woonzorgvisie die niet wordt ondersteund door de woonregio;

  • c.

    een aanvraag is ingediend voor een integrale woonzorgvisie op het niveau van de woonregio, bedoeld in artikel 3.3, onderdeel b.

Artikel 3.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise is gericht op de totstandkoming van een regionale integrale woonzorgvisie;

  • b.

    een regionale integrale woonzorgvisie is gericht op:

    • i.

      de regio Rotterdam, bestaande uit de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Voorne aan Zee;

    • ii.

      de regio Haaglanden, bestaande uit de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer;

    • iii.

      de regio Midden-Holland, bestaande uit de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas;

    • iv.

      de regio Holland Rijnland, bestaande uit de gemeenten Alphen aan dan Rijn, Hillegom, Lisse, Teylingen, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude;

    • v.

      de regio Alblasserwaard bestaande uit de gemeenten Gorinchem en Molenlanden;

    • vi.

      de regio Drechtsteden bestaande uit de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht;

    • vii.

      de gemeente Goeree-Overflakkee;

    • viii.

      de gemeente Hoeksche Waard;

    • ix.

      drie of meer gemeenten zoals genoemd in onderdeel i tot en met viii.

  • c.

    in een regionale integrale woonzorgvisie wordt aandacht besteed aan de aandachtsgroepen: statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuisloze mensen, mensen met sociale of medische urgentie, mensen die uitstromen uit een intramurale zorginstelling, uitwonende studenten, woonwagenbewoners en ouderen;

  • d.

    de activiteit kan binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering zijn.

Artikel 3.4 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,00.

Artikel 3.5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 januari 2025 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 23 maart 2021,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. Koek, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

Toelichting

Algemeen

In de provincie Zuid-Holland is er grote behoefte aan meer woningbouw. De provincie Zuid-Holland heeft van het Rijk een specifieke uitkering gekregen om de woningbouw verder te versnellen. Het geld is bestemd voor de inhuur van expertise en capaciteit bij gemeenten, zodat woningbouwprojecten versneld kunnen worden. Door het ontbreken van de juiste kennis en onvoldoende personeel ontstaat vaak vertraging. De provincie heeft sinds 2018 het instrument de Vliegende Brigade, waarvoor tot en met 2023 een jaarlijks budget van € 500.000,00 beschikbaar is en waarbij de provincie als opdrachtgever voor de externe inzet optreedt. Nu er met de uitkering van het Rijk voor 2021 een budget van € 3 miljoen beschikbaar is gekomen voor het versnellen van woningbouw bij de 52 gemeenten in Zuid-Holland, streeft de provincie naar een efficiëntere werkwijze om gemeenten hierbij te faciliteren. Met de Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland ondersteunt de provincie de inhuur van expertise en capaciteit bij gemeenten in Zuid-Holland om versnelling van de woningbouw te realiseren. Gemeenten die gebruik wensen te maken van de Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland zijn verantwoordelijk voor de aanbesteding van de inhuur van expertise en capaciteit.

De provincie Zuid-Holland is graag bereid om een gemeente te helpen bij het zoeken naar geschikte bureaus voor de inhuur van expertise en capaciteit. Ook tijdens de looptijd blijft de provincie graag in gesprek met de gemeente en het ingehuurde bureau, zodat de provincie inzicht krijgt in de resultaten en inzichten die in de verschillende subsidietrajecten worden behaald.

Artikelsgewijs

Artikel 2

In het artikel is limitatief bepaald waarvoor Gedeputeerde Staten subsidie kunnen verstrekken. De aanvraag dient wel tot versnelling van de woningbouw in de provincie Zuid-Holland te leiden.

Artikel 6

Onder nieuw te bouwen woningen worden alle woningen verstaan die worden toegevoegd aan de woningbouwvoorraad, zowel nieuwbouw als transformatie. Onder ‘aantoonbare versnelling’ wordt verstaan dat de inzet die de gemeente door middel van een gehonoreerde subsidieaanvraag kan plegen, zonder deze subsidie niet of later in de tijd zou plaatsvinden. Dit betekent dat de subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland niet mag worden toegepast op (verlengingen van) lopende opdrachten of op offertes die vóór de openstelling van de subsidieregeling door een aanvrager zijn geaccordeerd.

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van het aanbestedingstraject met inachtneming van de wettelijke voorschriften.

Artikel 8

Voor de 21 met naam genoemde gemeenten bedraagt het maximale subsidiebedrag niet € 100.000,00 maar € 150.000,00. Tegen de achtergrond van de Verstedelijkingsalliantie en Verstedelijkingsstrategie 2.0 vinden Gedeputeerde Staten woningbouwrealisatie in deze 21 gemeenten van zeer groot belang.

Ten behoeve van een proportionele (administratieve) lastenverdeling (zowel voor de ontvanger als de vertrekker) en de te behalen beleidsdoelen, wordt de subsidie geweigerd indien toepassing van het eerste lid van dit artikel ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 25.000,00.

Artikel 9

Aanvragen worden ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier dient compleet te worden ingevuld en te worden voorzien van de aangegeven bijlage(n).

De aanvragen worden verdeeld op volgorde van ontvangst. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag volledig is. Indien een aanvraag onvolledig is en de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is. Aanvulling van de aanvraag leidt dus tot een latere datum van ontvangst, hetgeen zou kunnen leiden tot weigering van de aanvraag indien het subsidieplafond dan al is bereikt.

Een aanvraag op grond van deze regeling is volledig, wanneer het aanvraagformulier volledig ingevuld en met de in het aanvraagformulier genoemde bijlage is ontvangen.

Bepalend in deze verdelingsmethode is de datum waarop de volledige subsidieaanvraag is ontvangen en dus niet de datum waarop de aanvrager de aanvraag heeft verstuurd. Wanneer toewijzing van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het subsidieplafond zou worden overschreden, geldt dat de onderlinge rangorde van die aanvragen wordt bepaald op basis van loting.

Artikel 10

Er wordt voor deze paragraaf afgeweken van de gebruikelijke verantwoordingssystematiek van het Uniform Subsidie Kader (USK). Om deze subsidieregeling mogelijk te maken heeft het Rijk namelijk een specifieke uitkering verstrekt aan de provincie. In artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet wordt bepaald dat indien een gemeente middelen van de provincie ontvangt die afkomstig zijn uit deze specifieke uitkering van het Rijk, de gemeente deze moet verantwoorden door middel van de jaarrekening. Deze verantwoording vindt dan jaarlijks in één keer plaats in de SiSa-bijlage (Single information, Single audit) bij de jaarrekening. Het Rijk heeft bepaald dat de verantwoording van een subsidie voor deze subsidieregeling moet plaatsvinden met SiSa-codering C41B.

Artikel 14

Dit artikel dat regelt wanneer de regeling vervalt wordt opgenomen om te voorkomen dat de regeling oneindig in werking blijft. Bij het vervallen van de regeling behoudt deze wel zijn werking voor aanvragen die zijn ingediend voor deze datum. De regeling behoudt hiermee ook zijn werking ten aanzien van aanvragen waarop al een besluit is genomen. Bijvoorbeeld een verlenings- of vaststellingsbesluit, maar ook een besluit om subsidie te weigeren.

TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 11 april 2022, PZH-2022-803009409, TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING VLIEGENDE BRIGADE ZUID-HOLAND

Doel van de Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland is het ondersteunen van gemeenten in de planvorming van woningbouwprojecten door het bieden van subsidie voor de inhuur van extra capaciteit en expertise.

Met dit wijzigingsbesluit komen ook projecten buiten BSD die kleiner zijn dan 3 ha (die daarom niet op de 3 ha-kaart staan), maar die wel zijn opgenomen in een door Gedeputeerde Staten aanvaard of vastgesteld regionaal woningbouwprogramma, in aanmerking voor subsidie.

De ondergrens per aanvraag blijft minimaal 25 woningen. Gemeenten mogen in één subsidieaanvraag meerdere projecten bundelden om tot deze ondergrens te komen, de mogelijkheden daartoe worden met dit wijzigingsbesluit verruimd.