Regeling vervallen per 01-11-2009

Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting (Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting)

Geldend van 01-05-1994 t/m 31-10-2009

Intitulé

Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting (Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 11 januari 1994, nr. DRG/80279, tot vaststelling van het Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting (Prov. Blad 1994, nr. 70)

Algemeen Artikel 1

Er is een Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting, hierna te noemen de commissie.

Begrippen Artikel 2

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. de grote steden: de gemeenten Rotterdam en Den Haag;

  • b. de minister: de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • c. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid Holland.

Samenstelling Artikel 3

De commissie heeft als leden:

  • a. leden namens de regionale volkshuisvestingsorganen, te weten:

    • 1.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Duin en Bollenstreek;

    • 2.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Leidse regio;

    • 3.

      een lid namens de gewestelijke volkshuisvestingscommissie van het Stadsgewest Haaglanden;

    • 4.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Westland/Oostland;

    • 5.

      een lid namens de bestuurscommissie voor zaken betreffende de volkshuisvesting van het Intergemeentelijk Overlegorgaan Rijnstreek;

    • 6.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Midden Holland;

    • 7.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Alblasserwaard/Vijfheerenlanden;

    • 8.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Drechtstedengebied;

    • 9.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Hoeksche Waard;

    • 10.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Goeree-Overflakkee;

    • 11.

      een lid namens de regionale volkshuisvestingscommissie Rijnmond;

  • b. een lid namens de grote steden;

  • c. een lid namens Gedeputeerde Staten, te weten de portefeuillehouder volkshuisvesting;

  • d. de inspecteur van de Volkshuisvesting in Zuid Holland;

  • e. de inspecteur van de Ruimtelijke Ordening West.

Artikel 4

Zodra gemeenten voor een of meer gebieden, genoemd in artikel 3, sub a, via een gemeenschappelijke regeling een regionaal volkshuisvestingsorgaan hebben ingesteld, wordt het lid respectievelijk worden de leden namens de betreffende regionale volkshuisvestingscommissie(s) vervangen door een lid namens het regionaal volkshuisvestingsorgaan.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten benoemen de leden en de plaatsvervangende leden.

Artikel 6

1. Als lid en plaatsvervangend lid namens een regionaal volkshuisvestingsorgaan worden enkel leden van dat orgaan benoemd op voordracht van dat orgaan.2.Als lid en plaatsvervangend lid namens de grote steden worden enkel leden van de colleges van Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeenten benoemd op voordracht van die colleges gezamenlijk.

Artikel 7

1. Voorzitter van de commissie is het lid namens Gedeputeerde Staten.2.De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een plaatsvervangend lid namens en uit Gedeputeerde Staten.

Artikel 8

Het secretariaat van de commissie berust bij door Gedeputeerde Staten aangewezen provincie-ambtenaren.

Artikel 9

  • 1.

    De commissie heeft als vaste adviseurs:

    • a. de directeur van de dienst Ruimte en Groen of een door hem aan te wijzen vertegenwoordiger;

    • b. een vertegenwoordiger van de Vereniging van Zuidhollandse Gemeenten.

  • 2.

    Daarnaast kan de commissie andere adviseurs benoemen, waarbij zij beperkingen kan stellen aan de tijdsduur of onderwerpen waarop dat adviseurschap betrekking heeft.

  • 3.

    Wat betreft vergoedingen worden de adviseurs gelijkgesteld aan commissieleden als bedoeld in artikel 9 van de Verordening financiële voorzieningen staten en commissieleden 1993.

Taken Artikel 10

  • 1.

    De commissie heeft als taken:

    • a. adviseren aan Gedeputeerde Staten over het door hen aan de minister te verstrekken advies over de verdeling van het voorlopige programma voor te bouwen woningen, woonwagens en standplaatsen en voor te treffen voorzieningen aan woningen en standplaatsen;

    • b. adviseren aan Gedeputeerde Staten over zaken waarvan bij Algemene Maatregel van Bestuur is bepaald dat Gedeputeerde Staten de commissie horen;

    • c. al dan niet gevraagd adviseren over andere zaken betreffende de volkshuisvesting aan Gedeputeerde Staten en overige instanties;

    • d. fungeren als overlegorgaan inzake de volkshuisvesting op bovenregionaal en provinciaal niveau.

  • 2.

    De adviezen van de commissie zijn openbaar, tenzij het zaken betreft waaromtrent Gedeputeerde Staten geheimhouding hebben opgelegd.

Werkwijze Artikel 11

De commissie kan slechts vergaderen indien ten minste de helft van het aantal leden of hun plaatsvervangers aanwezig is.

Artikel 12

Indien geen eenstemmigheid bestaat bij het vaststellen van een advies aan Gedeputeerde Staten, worden de verschillende meningen aan Gedeputeerde Staten meegedeeld.

Artikel 13

1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.2.De deuren worden gesloten op voorstel van de voorzitter of een van de leden. De commissie beslist vervolgens of de vergadering met gesloten deuren zal worden voortgezet.3. De commissie vergadert met gesloten deuren over zaken, waaromtrent Gedeputeerde Staten geheimhouding hebben opgelegd.

Artikel 14

1. Van het verhandelde in de openbare vergadering van de commissie wordt een beknopt verslag gemaakt. Dit verslag wordt zo mogelijk in de volgende vergadering vastgesteld.2. Van het verhandelde in een besloten vergadering wordt een afzonderlijk beknopt verslag gemaakt. Dit verslag wordt in een besloten vergadering vastgesteld.

Slotbepalingen Artikel 15

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 16

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 mei 1994.

Artikel 17

1. Het op 1 april 1989 in werking getreden 'Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting' vervalt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement.2. Dit reglement kan worden aangehaald als 'Reglement voor de Provinciale Commissie voor de Volkshuisvesting'.

Ondertekening

Den Haag, 11 januari 1994 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, S. PATIJN, voorzitter J.P. HOPMAN, secretaris