Regeling vervallen per 01-07-2013

Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland (Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland)

Geldend van 14-03-2012 t/m 30-06-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland (Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 25 november 2008 tot vaststelling van de Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland (Prov. Blad 2008, nr. 113) en bij besluit van 28 februari 2012 (Prov. Blad 2012, nr. 27).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. aardgasvulpunt: installatie bestaande uit een compressorinstallatie, een voorraadbuffertank, waarin aardgas onder een druk van minimaal 200 bar is opgeslagen, en een aflevertoestel op een tankstation waarmee aardgas wordt afgeleverd in de brandstoftanks van motorvoertuigen die aardgas als motorbrandstof gebruiken;

  • b. tankstation: voor alle bestuurders van motorvoertuigen toegankelijke, op een goed bereikbare locatie gelegen inrichting voor het verkrijgen van motorbrandstof, waar kan worden betaald met in Nederland geaccepteerde wettige betaalmiddelen;

  • c. exploitant: natuurlijke of rechtspersoon, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap voor wiens rekening en risico een of meer tankstations worden gedreven;

  • d. samenwerkingsverband: geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee natuurlijke of rechtspersonen, dat is gericht op het realiseren van één of meer aardgasvulpunten;

  • e. NGV: Natural Gas Vehicle;

  • f. verordening: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland.

Artikel 2 Projectsubsidies

1. Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verstrekken voor de realisatie van aardgasvulpunten in de provincie Zuid-Holland op locaties die zijn gelegen in de sectoren die zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage, waarin het maximumaantal te subsidiëren aardgasvulpunten per sector is aangegeven. 2. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in het eerste lid komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking, indien:

  • a. de beoogde realisatiedatum van het aardgasvulpunt is gelegen vóór 1 januari 2014;

  • b. de exploitant bij ingebruikname van het aardgasvulpunt voldoet aan de gestelde milieueisen;

  • c. de vestiging van het aardgasvulpunt in overeenstemming is met het vigerend planologisch regime;

  • d. het aardgasvulpunt beschikt over twee vulslangen met NGV -1 koppelingen, of met één NGV-1 koppeling en één NGV-2 koppeling;

  • e. het vulpunt voldoende capaciteit heeft voor 50 personenauto's per dag, uitgaande van een tankbeurt van 20kg aardgas per voertuig, waarbij de vultijd de 3 minuten niet overschrijdt, alsmede voldoende capaciteit om een vrachtwagen binnen 10 minuten af te tanken, uitgaande van een tankinhoud van 250kg aardgas.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid, kunnen uitsluitend worden verstrekt aan exploitanten en samenwerkingsverbanden.

Artikel 4 Subsidiekosten

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de rechtstreeks aan de realisatie van het aardgasvulpunt toe te rekenen investeringskosten, waartoe in elk geval de investeringskosten behoren ten behoeve van de installatie, aanleg en plaatsing van het aardgasvulpunt.

Artikel 5 Activiteitenplan

Naast de in artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven overzichten geeft het activiteitenplan bij de aanvraag van een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in ieder geval inzicht in de wijze waarop aan artikel 2, tweede lid, wordt voldaan.

Artikel 6 Maximale subsidie

1. De subsidie bedraagt ten hoogste 40 procent van de investeringskosten als bedoeld in artikel 4, met een maximum van € 100.000,00.2.Met inachtneming van het eerste lid, bedraagt het subsidiebedrag per onderneming niet meer dan is toegestaan op grond van de voorwaarden voor de-minimissteun als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, PB.2006, L 379/5.3. Bij de subsidieaanvraag verstrekt de aanvrager door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld model de gegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van het tweede lid.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, indien:

  • a. de aanvraag betrekking heeft op een locatie gelegen binnen een sector, die is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage, en Gedeputeerde Staten reeds subsidie hebben verleend voor het in de bijlage aangegeven maximumaantal te subsidiëren aardgasvulpunten binnen die sector;

  • b. de aanvraag betrekking heeft op een locatie, die is gelegen binnen een straal van 5 kilometer van een locatie voor een aardgasvulpunt waarvoor Gedeputeerde Staten reeds subsidie hebben verleend.

Artikel 8 Indiening, behandeling en beslissing

1. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening kunnen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, gedurende het gehele jaar worden ingediend.2.Gedeputeerde Staten behandelen de aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, op volgorde van binnenkomst.3. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.4. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 9 Meerjarige subsidie

Indien de subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, een subsidie is als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de verordening, overlegt de ontvanger van de subsidie uiterlijk binnen zes maanden nadat de subsidie is verleend een tussentijds verslag.

Artikel 10 Subsidieverplichtingen voor de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 42 van de verordening is de subsidieontvanger verplicht :

  • a. het aardgasvulpunt te realiseren en in gebruik te nemen binnen een jaar nadat de subsidie is verleend; 

  • b. het aardgasvulpunt in gebruik te houden gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na de aanleg en de ingebruikname daarvan;

  • c. het aardasvulpunt in bedrijf te stellen gedurende ten minste zes dagen per week gedurende ten minste twaalf uren per dag;

  • d. de administratie behorende bij het aardgasvulpunt te laten voldoen aan de eisen van Verordening (EG) Nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999;

  • e. De externe communicatie te laten voldoen aan de eisen van Verordening(EG) Nr. 1828/2006 van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening(EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening(EG) nr. 1080/2006 van het EuropeesParlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland. 

Ondertekening

Den Haag, 25 november 2008 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris  

Bijlagen

Bijlage 1 behorende bij Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland