Regeling vervallen per 16-09-2010

Verordening fractieondersteuning 2007 (Verordening fractieondersteuning 2007)

Geldend van 15-02-2007 t/m 15-09-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Verordening fractieondersteuning 2007 (Verordening fractieondersteuning 2007)

Besluit van Provinciale Staten van 31 januari 2007 tot vaststelling van de Verordening fractieondersteuning 2007 (voordracht 5772, Prov. Blad 2007, nr. 12)

Artikel 1 Begripsbepalingen

Fractie: Een fractie als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten. Seniorenconvent: Het Seniorenconvent als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten. Statengriffier: De griffier als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet.

Artikel 2 Fractiebijdrage

De fracties, bedoeld, ontvangen een bijdrage als tegemoetkoming in de kosten die de fractie maakt voor ondersteuning van haar werkzaamheden.

Artikel 3 Bestedingsdoeleinden

1. De financiële bijdrage wordt door de fracties aangewend ten behoeve van de personele ondersteuning en de bureaufunctie van de fractie en voorts ter bekostiging van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.2. De bijdrage mag in ieder geval niet worden gebruikt ter bekostiging van:

  • a. uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen of overige regelingen;

  • b. betalingen of uitkeringen, van welke aard ook, aan politieke partijen dan wel met politieke partijen verbonden instellingen, rechtspersonen, of natuurlijke personen, anders dan ter vergoeding van concrete prestaties (diensten en/of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde en reële declaratie;

  • c. giften, leningen of beleggingen;

  • d. uitgaven welke bestreden dienen te worden uit de vergoedingen die fractieleden ingevolge de Verordening financiële en secundaire voorzieningen provinciale bestuurders 2001 toekomen, dan wel kunnen worden vergoed;

  • e. uitgaven aan statenleden of bedrijven van statenleden voor werkzaamheden, welke zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van de fractie verrichten;

  • f. uitgaven ten behoeve van bedrijven of instellingen, waarover statenleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben, ongeacht of de betreffende uitgaven zouden strekken als vergoeding van aan de fractie geleverde prestaties;

  • g. uitkeringen aan statenleden ter compensatie van gederfde inkomsten, welke zij ten gevolge van hun tijdsbesteding aan het vervullen van het statenlidmaatschap of anderszins hebben geleden;

  • h. opleidingen;

  • i. congressen, seminars, symposia of cursussen van fractieleden, anders dan die, welke door de fractie zelf ten behoeve van de gehele fractie of een belangrijk deel daarvan georganiseerd worden en die ten dienste staan van een functie als genoemd in lid 1 van dit artikel;

  • j. reis- en verblijfskosten, anders dan die, welke worden gemaakt in verband met door de fractie georganiseerde werkbezoeken;

  • k. (her)verkiezing van statenleden, campagnekosten daaronder begrepen;

  • l. Cadeaus of relatiegeschenken boven een bedrag van € 50. Cadeaus of relatiegeschenken tot € 50 zijn uitsluitend toegestaan, indien deze in relatie staan met diensten of werkzaamheden, welke de ontvanger belangeloos ten behoeve van de fractie heeft verricht en die ten dienste hebben gestaan van een functie als genoemd in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4 Berekening hoogte bijdrage

1. In de kosten over enig jaar van een fractie wordt bijgedragen tot een bedrag van € 15.645,21 vermeerderd met een bedrag van € 3.550,55 per zetel. Daarnaast ontvangt de fractie per fractiemedewerker een bedrag van € 240 per jaar als bijdrage in de kosten van de internetaansluiting van de fractiemedewerker. Over een gedeelte van het kalenderjaar worden de bedragen naar rato berekend. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend.2. De in het vorige lid genoemde geldbedragen worden elk jaar herzien overeenkomstig de wijzigingen in de bezoldiging van het provinciepersoneel met een algemeen karakter in het voorafgaande kalenderjaar. 3. Het volgens het eerste en tweede lid berekende bedrag wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 1.4. De fractie ontvangt in december voorafgaand aan het kalenderjaar een berekening van de hoogte van de bijdrage over het kalenderjaar.5. Onverminderd het bepaalde in dit artikel, wordt het in lid 1 bepaalde bedrag per zetel met ingang van 1 april 2007 gesteld op € 5.358,10.

Artikel 5 Voorschotten

De bijdrage, waarop de fractie volgens artikel 4 aanspraak kan maken, wordt bij wijze van voorschot in twee gelijke termijnen in de maanden januari en juli van het desbetreffende kalenderjaar uitbetaald via de betaalrekening van de fractie.

Artikel 6 Vaststelling bijdrage

1. De definitieve bijdrage wordt na afloop van het kalenderjaar door het Seniorenconvent vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële verantwoording, als bedoeld in artikel 7.2. Voor de bepaling van de definitieve bijdrage en de eventuele reserve als bedoeld in artikel 8, worden eventuele met deze verordening strijdige transacties buiten beschouwing gelaten. Omtrent de vraag of een transactie in strijd met deze is gedaan, beslist het Seniorenconvent.3. Voor de bepaling van de definitieve bijdrage en de eventuele reserve als bedoeld in artikel 8, worden rente-inkomsten, anders dan die welke in strijd met artikel 5 zijn genoten, buiten beschouwing gelaten. De bedoelde rente-inkomsten komen aldus ten goede aan de eigen middelen van de fractie.

Artikel 7 Financiële verantwoording

1. Voor 1 april wordt door de leden van de fractie tezamen dan wel een daartoe gemachtigd lid van de fractie bij het Seniorenconvent een exploitatierekening en een balans over het afgelopen kalenderjaar ingediend.2. De in lid 1 bedoelde verantwoording vindt plaats op basis van een baten- en lastenstelsel, waarbij een kalanderjaar als boekjaar geldt. Overigens geschiedt de financiële verantwoording overeenkomstig een door het Seniorenconvent vast te stellen instructie.3. De leden van de fractie verschaffen aan het Seniorenconvent dan wel aan de statengriffier te allen tijde inzage in de administratie en de daarbij behorende stukken, voorzover dit nodig is voor een beslissing omtrent de vaststelling van de bijdrage of de opbouw van de reserve.4. Indien de fractie de ingevolge dit artikel gevergde financiële verantwoording niet tijdig, dan wel niet overeenkomstig de daaraan te stellen administratieve vereisten heeft ingediend, kan het Seniorenconvent, al dan niet op voorstel van haar voorzitter of van de statengriffier, besluiten 10% van de vast te stellen bijdrage over het jaar waarop de verantwoording betrekking heeft, vervallen te verklaren, indien de fractie de verantwoording niet binnen een door het Seniorenconvent te stellen nadere termijn heeft ingediend c.q. binnen die termijn met de administratieve vereisten in overeenstemming heeft gebracht.

Artikel 8 Opbouw financiële reserve

1. Het in enig jaar niet gebruikte deel van de bijdrage toekomend aan een fractie wordt gereserveerd ter besteding door die fractie in de volgende jaren.2. De reserve, bedoeld in het eerste lid, is per 1 januari niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam volgens artikel 4.3. Na de verkiezingen blijft de reserve beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor een fractie die naar het oordeel van Provinciale Staten gehoord, het Seniorenconvent als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.4. Het bedrag waarmee de maximale reserve wordt overschreden vervalt aan de provincie en wordt gekort op het eerstvolgende uit te betalen voorschot.

Artikel 9 Splitsing en samenvoeging fracties

1. Bij splitsing van een fractie worden aan de betrokken fracties voor de duur van de zittingsperiode tezamen niet meer bijdragen verleend dan het voor de oorspronkelijke fractie geldende maximumbedrag, dat wordt verdeeld naar evenredigheid van de aantallen leden van de nieuw gevormde fracties. 2. Bij samenvoeging van fracties wordt de bijdrage aan de nieuw gevormde fractie herberekend op grond van artikel 4. 3. Indien een samengestelde fractie van twee of meer politieke groeperingen die na de verkiezingen hebben besloten tezamen één fractie te vormen, wordt gesplitst in fracties, die overeenkomen met de afzonderlijke politieke groeperingen die in die samengestelde fractie verenigd waren, zal de eventuele reserve van de samengestelde fractie over de afzonderlijke fracties worden verdeeld. Zulks naar rato van het aantal fractieleden dat in de samengestelde fractie zitting had. 4. De verdeling en herberekening, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, vinden plaats per de datum waarop de voorzitter van Provinciale Staten een kennisgeving ontvangt, bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten.5. Op de verdeling en herverdeling van de fractiebijdrage is een nader door het Seniorenconvent te bepalen overgangsregeling van toepassing, indien de fractie waarvan afgesplitst wordt langlopende verplichtingen heeft aangegaan, bijvoorbeeld in het geval van fractiemedewerker(s).

Artikel 10 Opheffing fractie

1. Indien een fractie na een verkiezing niet meer terugkeert in Provinciale Staten, wordt het batig saldo van de uitbetaalde voorschotten, na aftrek van posten in verband met reeds aangegane verplichtingen die stammen uit de laatste zittingsperiode zo spoedig mogelijk, doch binnen twee maanden, teruggestort in de provinciale kas.2. Het in lid 1 bedoelde batig saldo wordt bepaald aan de hand van een financiële verantwoording, welke overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 dient te worden ingediend. Zulks met dien verstande dat deze financiële verantwoording tevens een verantwoording bevat over de periode, welke is gelegen tussen 1 januari van het jaar waarin de nieuwe Staten aantreden en de datum waarop de leden van de fractie als geheel formeel ophouden lid van Provinciale Staten te zijn.3. Nadat de fractie opgehouden heeft te bestaan, blijft het bepaalde in deze verordening onverminderd van toepassing voor de leden, welke deel uitgemaakt hebben van de fractie, zulks tot het moment waarop de gewezen fractie blijkens een besluit van het Seniorenconvent aan haar verplichtingen uit hoofde van deze verordening heeft voldaan.4. De in lid 1 bedoelde terugstorting dient plaats te vinden uiterlijk één maand nadat het Seniorenconvent de definitieve bijdrage heeft vastgesteld.5. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op fracties, welke anders dan ten gevolge van verkiezingen worden opgeheven, met dien verstande dat de in lid 2 bedoelde financiële verantwoording in dat geval uiterlijk twee maanden na de datum waarop de fractie opgehouden heeft te bestaan, dient te worden ingediend.

Artikel 11 Opschorting

1. De fractie is verplicht de niet-bestede middelen van de in artikel 5 bedoelde voorschotten in liquide vorm beschikbaar te houden.2. Indien een fractie in strijd handelt, of blijkens de in artikel 7 bedoelde financiële verantwoording in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 3 van deze verordening, kan het Seniorenconvent, al dan niet op voorstel van haar voorzitter of van de statengriffier, besluiten dat de in het geding zijnde uitgaven door de fractie binnen een door het Seniorenconvent te bepalen termijn aan de liquide middelen van de fractie dienen te worden toegevoegd.3. Indien een fractie in gebreke blijft de in lid 2 bedoelde uitgaven binnen de daartoe gestelde termijn aan de liquide middelen van de fractie toe te voegen, kan het Seniorenconvent besluien de eerstvolgende betalingen van de voorschotten op de bijdrage op te schorten, totdat de fractie aan haar verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 12 Aansprakelijkheid

1. Elk lid van een fractie ondertekent bij diens aantreden, dan wel bij splitsing of samenvoeging van een fractie een door het Seniorenconvent vast te stellen verklaring dat hij naar evenredigheid van het aantal leden van de fractie waarvan hij deel uitmaakt verantwoordelijk en aansprakelijk zal zijn voor de juiste besteding van de in lid 1 bedoelde bijdrage overeenkomstig deze verordening.2. Indien een lid van een fractie weigert een verklaring als bedoeld in het tweede lid te ondertekenen, wordt de bijdrage c.q. het krachtens artikel 5 uit te keren voorschotten daarop naar evenredigheid naar beneden bijgesteld.3. Indien de fractie naar het oordeel van het Seniorenconvent in gebreke blijft de uit deze verordening voortvloeiende verplichting na te leven, kan het Seniorenconvent Provinciale Staten voorstellen de individuele leden van de fractie in rechte aan te spreken, zulks ieder voor het gedeelte waarvoor zij zich met de in lid 1 bedoelde verklaring verantwoordelijk en aansprakelijk hebben gesteld.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Het onderhavige besluit treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die, waarop het in het Provinciaal blad bekend gemaakt is en werkt terug tot 1 januari 2007.2. Op het moment waarop het onderhavige besluit in werking treedt wordt met terugwerkende kracht per 1 januari 2007 ingetrokken, de 'Fractiekostenverordening 2005' zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van februari 2005, nummer 5547 .

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening fractieondersteuning 2007'.

Ondertekening

Den Haag, 31 januari 2007 Provinciale Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter H. ENGELS-VAN NEIJEN, griffier