Regeling vervallen per 23-11-2009

Subsidieverordening particuliere woningverbetering Zuidhorn 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 22-11-2009

Intitulé

Subsidieverordening particuliere woningverbetering Zuidhorn 2006

De raad van de gemeente Zuidhorn;

overwegende, dat het ter stimulering van de instandhouding van de dorpen en het aanzien van de dorpen en daarmee van de gemeente, van belang is om de verbetering van particuliere woning te stimuleren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:

vast te stellen de "Subsidieverordening particuliere woningverbetering Zuidhorn 2006".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt onder eigenaar mede verstaan:

  • a.

    degene die het recht van erfpacht heeft;

  • b.

    de houder van een recht van opstal;

  • c.

    de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal;

  • d.

    de beklemde meier.

Artikel 2 Reikwijdte

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder particuliere woningverbetering de stelselmatige inspanning gericht op behoud en herstel van de in de gemeente aanwezige woonbebouwing.

Artikel 3 Beperking werkingssfeer

De gemeenteraad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken.

Artikel 4 Subsidieplafond

Voor particuliere woningverbetering is in de jaren 2006 tot en met 2008 een bedrag beschikbaar van € 225.000. Dit bedrag wordt in deze periode in drie gelijke jaarbedragen van € 75.000 beschikbaar gesteld.

Artikel 5 Verdelingsmaatstaf

Jaarlijks wijzen burgemeester en wethouders een woonkern aan waar de verordening op van toepassing zal zijn.

Artikel 6 Subsidie

Het college is bevoegd om in het belang van de particuliere woningverbetering en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen.

Artikel 7 Verdeling subsidie

Aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 8 Voorzieningen eigenaar

  • 1. Aan de eigenaar kan, uitsluitend voorzover de woning gelegen is binnen de ingevolge artikel 5.2 aangewezen woonkern, een subsidie worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van voorzieningen tot verbetering van het casco van de woning.

  • 2. Tot deze voorzieningen worden gerekend de kosten voor het treffen van de volgende maatregelen:

    • a.

      herstel van de fundering;

    • b.

      herstel of vervanging van gevels, buitenkozijnen, ramen en buitendeuren;

    • c.

      herstel of vervanging van dakconstructies inclusief dakbedekking, gootconstructies en hemelwaterafvoeren;

    • d.

      herstel of vervanging van rookkanalen buitendaks.

  • 3. De detaillering en toe te passen materialen bij vervanging van bouwonderdelen behoeven de goedkeuring van de sectie bouw- en woningtoezicht en zijn onderworpen aan het reguliere welstandstoezicht.

  • 4. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de aanneemsom voor de onder 2a tot en met d genoemde maatregelen.

Artikel 9 Hoogte subsidie

De bijdrage ineens als bedoeld in artikel 8 bedraagt 25% van de totale kosten tot een maximum van € 7.500.

Artikel 10 Aanvraag subsidie

  • 1. De aanvraag om toekenning van een subsidie wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten;

    • a.

      een gespecificeerde begroting van kosten met betrekking tot het gestelde in artikel 8 onder 2a t/m d;

    • b.

      een werkomschrijving/bestek;

    • c.

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de nieuwe toestand van de woning (schaal 1;100);

    • d.

      de naam en het adres van de aanvrager(s), de aannemer(s) en de eventuele gemachtigden.

  • 3. De in lid 2 onder a, b en c genoemde stukken dienen in drievoud te worden ingediend.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist over de aanvraag als bedoeld in artikel 10 binnen acht weken na de dag, waarin de aanvraag compleet is ontvangen.

  • 2. Het college kan deze beslissing verdagen ingeval een vrijstellingsprocedure op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevolgd moet worden in het kader van de bouw- aanvraag.

Artikel 12 Weigeringsgronden subsidie-aanvraag

  • 1. De subsidie wordt niet verleend indien:

    • a.

      de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

    • b.

      de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van tien jaren te worden afgebroken;

    • c.

      de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, niet geschikt of bestemd is om het hele jaar door te worden bewoond;

    • d.

      de kosten van de voorziening minder bedragen dan € 10.000;

    • e.

      de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen een monument is in de zin van de Monumentenwet 1988;

    • f.

      de woning waaraan de voorzieningen, bedoeld in artikel 8, worden getroffen, op het tijdstip van indiening van de aanvraag om geldelijke steun korter dan 50 jaar voor bewoning gereed is;

    • g.

      de woning gedurende een periode van 15 jaren, voorafgaand aan de aanvraag om een bijdrage ineens, niet ingrijpend met toekenning van een bijdrage op grond van enige beschikking geldelijke steun particuliere woningverbetering of deze verordening is verbeterd;

    • h.

      voor de verbouwing geen onherroepelijke bouwvergunning is verstrekt;

    • i.

      de in het bouwplan opgenomen aanpassingen naar het oordeel van burgemeester en wethouders vanwege kleurstelling, materiaalgebruik of anderszins afbreuk doen aan het uiterlijke aanzien van het pand, een en ander ter beoordeling van een onafhankelijke deskundige welstandscommissie.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt na schriftelijke gereedmelding van de werkzaamheden vastgesteld door het college. De subsidie wordt alsnog geweigerd indien:

    • a.

      niet binnen twaalf weken na een in de subsidieverleningsbeschikking te bepalen tijdstip met het treffen van de voorzieningen een aanvang is gemaakt;

    • b.

      de voorzieningen niet zijn getroffen binnen één jaar na verstrekking van de beschikking;

    • c.

      aan de door de burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • i.

        geen toegang is verleend tot de woning;

      • ii.

        geen inzage is verleend van de op het treffen van de betrekking hebbende stukken en tekeningen;

      • iii.

        geen op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens zijn verstrekt;

      • iv.

        geen gelegenheid is gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

    • d.

      de stukken en de gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening niet zijn verstrekt;

    • e.

      met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar van de gemeente een besluit heeft ontvangen over de toekenning van een bijdrage;

    • f.

      bij het treffen van de voorzieningen is gehandeld in strijd met het bepaalde van artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958;

    • g.

      onjuiste informatie is verstrekt over de kosten van de voorzieningen;

    • h.

      na controle blijkt dat de te treffen voorzieningen zijn uitgevoerd in afwijking van de op de Woningwet gebaseerde regelgeving of in strijd met overige regelgeving;

    • i.

      het casco van de woning, na het treffen van de voorzieningen, niet voldoet aan het programma van eisen van "groot onderhoud" zoals omschreven in artikel 8 onder 2a tot en met d en de woning in haar geheel beschouwd niet voldoet aan de eisen van bewoonbaarheid die redelijkerwijs aan een woning moet worden gesteld.

  • 2. Het college kan afwijken van de in het eerste lid onder a en b genoemde termijn.

Artikel 14 Gereedmelding en uitbetaling

  • 1. Uitbetaling van een op grond van deze verordening vastgestelde subsidie vindt alleen plaats op basis van indiening van de op de gesubsidieerde werkzaamheden betrekking hebbende gegevens en nota's;

  • 2. De gereedmelding, zoals genoemd in artikel 13 eerste lid, wordt op een door een burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 3. Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de eigenaar op te geven giro- of bankrekeningnummer.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Subsidieverordening particuliere woningverbetering ZuidttorïV2006".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zuidhorn

In de openbare vergadering van 22 december 2005

voorzitter

E. Fennema

griffier

F. Franssen-Eikema