Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR67545
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR67545/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2011
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van liggeld 2011De raad van de gemeente Zuidhorn;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010 inzake de heffing en de invordering van liggeld;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van liggeld 2011”, inhoudende de volgende bepalingen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;
- b.
ligplaats: een gedeelte van het openbaar water bij de locaties Zuidwending (Nieuwbrugsterweg) en Steentil (Aduarderdiep), bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘liggeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden, op de krachtens de ‘Woonschepenverordening 2004’ aangewezen ligplaatsen.
Artikel 3 Belastingplicht
Het liggeld wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de ligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 6 van de ‘Woonschepenverordening 2005’, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 4 Belastingtarief
Het liggeld bedraagt per ligplaats € 530,27.
Artikel 5 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Tarieven voor het aanvragen, overschrijven of wijzigen van een ligplaatsvergunning
-
1. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een ligplaatsvergunning € 79,81.
-
2. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging of een overschrijving van een ligplaatsvergunning € 47,91.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. Het recht genoemd in artikel 4 wordt bij wege van aanslag geheven.
-
2. Het recht genoemd in artikel 6 wordt geheven bij wege van een schriftelijke, gedagtekende kennisgeving waarin het verschuldigde bedrag is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. Het liggeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn telkens een maand later.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van liggeld.
Artikel 12 Overgangsbepaling
Voor de eigenaren van woonschepen die reeds vóór 1 januari 2001 een aanvraag voor een ligplaatsvergunning hebben ingediend bij het college van burgemeester en wethouders, maar waarbij uit toetsing van de aanvraag is gebleken dat nog niet wordt voldaan aan de gestelde eisen in artikel 6, lid 3, onder d en e van de woonschepenverordening, wordt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ligplaatsvergunning een recht geheven op grond van artikel 11.18 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2010.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van liggeld 2010’ van 14 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tiende dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening liggeld 2011’.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl